40 seconden met één jongen...

By -rare-

5.8K 217 16

Voor sommige leerlingen was het sociale experiment over liefde van mevrouw Friekman een groot succes, voor an... More

Het boek kopen
40 seconden met één jongen - Mieke Y. van Dijk
Voorwoord
Trigger warnings
Disclaimer
Toewijding
ROOD
hoofdstuk 1
hoofdstuk 2
hoofdstuk 3
hoofdstuk 4
BLAUW
hoofdstuk 5
hoofdstuk 6
hoofdstuk 7
hoofdstuk 8
hoofdstuk 9
hoofdstuk 10
hoofdstuk 11
hoofdstuk 12
hoofdstuk 13
hoofdstuk 14
hoofdstuk 15
hoofdstuk 16
hoofdstuk 17
hoofdstuk 18
hoofdstuk 19
hoofdstuk 20
hoofdstuk 21
ORANJE
hoofdstuk 22
hoofdstuk 23
hoofdstuk 24
hoofdstuk 25
hoofdstuk 26
hoofdstuk 27
hoofdstuk 28
hoofdstuk 29
hoofdstuk 30
hoofdstuk 31
hoofdstuk 32
hoofdstuk 33
PAARS
hoofdstuk 34
hoofdstuk 35
hoofdstuk 36
hoofdstuk 37
hoofdstuk 39
hoofdstuk 40
hoofdstuk 41
DONKER
hoofdstuk 42
hoofdstuk 43
hoofdstuk 44
hoofdstuk 45
hoofdstuk 46
hoofdstuk 47
hoofdstuk 48
hoofdstuk 49
hoofdstuk 50
hoofdstuk 51
hoofdstuk 52
hoofdstuk 53
GEEL
hoofdstuk 54
hoofdstuk 55
hoofdstuk 56
hoofdstuk 57
epiloog

hoofdstuk 38

62 3 0
By -rare-

♪ Little Lies – Fleetwood Mac ♪

Het is halfzeven in de ochtend wanneer ik Collin op de overloop rond hoor dwalen, waarschijnlijk weer een groot deel van de nacht wakker geweest door zijn slaapproblemen.
Traag kruip ik uit bed en sluip naar mijn kamerdeur. Ik spiek door de smalle spleet om te kijken waar hij mee bezig is. Hij staat in de badkamer, die recht aan mijn kamer grenst.

Zachtjes open ik mijn deur verder en kijk de badkamer in. Collin is druk bezig met het rommelen in de kastjes. Ik zie hem het oude scheerapparaat van Hans pakken.
Ik open mijn deur nog verder, sla mijn armen over elkaar en leun tegen de deurpost van de badkamerdeur. Voorzichtig gaat Collin met zijn hand over zijn kaak en bekijkt zichzelf goed in de spiegel.

Hij schrikt zodra hij mij opmerkt in het spiegelbeeld. Ik gniffel. Aan zijn ietwat vaag gekrulde mondhoeken kan ik zien dat hij zich betrapt voelt. Beschaamd houdt hij het scheerapparaat omhoog.
'Weet jij of dit ding nog werkt?' vraagt hij. Ik duw mezelf van de deurpost af, stap naar Collin toe en neem het apparaat uit zijn handen. Ik druk een paar keer op de aan-knop, maar er komt geen antwoord uit het apparaat.

'Ik denk dat hij leeg is', zeg ik en kijk hem met een lieve glimlach aan. Hij knikt. 'Ik kan je wel leren hoe je een scheermesje moet gebruiken?' stel ik voor.
'Zou fijn zijn', zegt hij en kijkt verlegen toe hoe ik een nieuw scheermesje en de fles scheerschuim uit een van de kastjes pak.

'Je moet eerst je gezicht een beetje natmaken', zeg ik. Collin knikt en doet wat ik zeg. 'En dan moet je wat scheerschuim aanbrengen.'
'Hoeveel?' vraagt hij terwijl hij de fles oppakt. Ik haal mijn schouders op.
'Niet te veel', zeg ik, ook al heeft hij niets aan dat antwoord. Hij doet wat van het schuim op zijn hand en kijkt vragend naar me op. Ik haal mijn schouders op en knik. Ik kijk toe hoe hij het schuim over zijn keel verdeelt.

'Oké, en dan moet je voorzichtig drukken op het mesje. Probeer met de richting van je haartjes mee te gaan', zeg ik en geef hem het mesje aan. Collin neemt het twijfelend aan en plaatst het voorzichtig op zijn wang. Ik vul ondertussen de wasbak met water, zodat hij af en toe het mesje kan spoelen.
'Gewoon zo?' vraagt hij nadat hij een streep door het schuim heeft getrokken. Ik knik en glimlach.
'Net iets harder drukken mag denk ik wel. Het is vooral even oefenen en aanvoelen wat kan en wat niet', zeg ik. Collin knikt en brengt opnieuw het scheermes over zijn gezicht. Het is aandoenlijk hoe klunzig hij er nog in is.

'Je wordt te snel groot', zeg ik. Collin kijkt me via de spiegel aan en lacht.
'Ik zal nooit zo groot worden als jij, lange lummel', lacht hij. Ik lach zacht met hem mee. Kort kijk ik trots toe hoe hij bezig is.
'Gaat het je verder zelf lukken?' vraag ik. Hij knikt en wast het mesje in het water.
'Ja, bedankt', zegt hij.
'Mooi, dan kan ik me aankleden', zeg ik en verlaat de badkamer.

Ik trek een polo en een zomerbroek aan, stap daarna in mijn schoenen. Ik bekijk mezelf in de staspiegel in mijn kamer. Mijn lichaam is echt breder en gespierder geworden door mijn trainingen van de afgelopen tijd. En toch is het Felix wie Marc af moet handelen, ook al lijkt hij in spiermassa alleen maar af te nemen.

'Au', hoor ik Collin verbluft uitstoten. Ik giebel en steek mijn hoofd om het hoekje van de badkamer.
'Lukt het?' vraag ik. Collin staat met zijn vinger stevig op zijn wang gedrukt.
'Het ging mis', zegt hij. Ik schud lachend mijn hoofd en scheur een hoekje wc-papier voor hem af. Ik plaats het op zijn wondje en scan zijn gezicht.
'Je hoeft je er niet voor te schamen, hoor. Ik snij mezelf ook nog steeds wel eens', stel ik hem gerust.

Ik kijk toe hoe hij het laatste stukje scheert. Hij kijkt op voor goedkeuring zodra hij klaar is.
'Laat eens zien', zeg ik. Collin draait zich naar me toe. Ik pak licht zijn kaak vast en kantel zijn hoofd een beetje, scannend naar haartjes. Hij heeft hier en daar nog wat plekjes gemist.
'Je hebt een paar plekjes gemist, maar dat maakt met jouw lichte haren niet zoveel uit. Je hoeft eigenlijk ook nog niet echt te scheren. Ik zou het voor nu even zo laten', zeg ik. Hij knikt. Ik scan nog een keer zijn gezicht, maar word afgeleid door mijn enthousiast trillende telefoon in mijn broekzak. Het is een berichtenstorm van Felix in onze kleine groepsapp met Mirre en Bente.

Obelix: He ik fiets niet mee
Obelix: Ik heb mijn fiets nog niet kunnen maken en Quinten heeft die van hem gisteren mee naar zijn huis genomen
Obelix: Dus ik loop naar school
Obelix: Ik zie jullie straks wel

Beduusd kijk ik naar de berichtjes. Is hij gek geworden? Lopen naar school? In zijn eentje? Het is een verschrikkelijk eind om te moeten lopen, vooral als Marc hem ergens kan onderscheppen. Fanatiek begin ik te typen.

Ik: Felix ben je gestoord?
Ik: Het is bijna 3 km naar school vanuit jou
Ik: En wat als Marc je tegenkomt?
Ik: Je gaat echt niet lopen
Ik: Je kan de fiets van mijn vader wel lenen

Obelix: Dat is echt niet nodig
Obelix: Het is mijn eigen schuld
Obelix: Ik kan wel lopen

Ik: Geen weerwoord ik kom dadelijk jouw kant op met die fiets

'Levi?' schrikt Collin me op. Ik was helemaal vergeten dat ik nog bij hem stond.
'Hm?' hum ik en kijk toe hoe Felix aan het typen is.
'Ken ik Fay eigenlijk?' vraagt hij. Betrapt kijk ik op. Shit. Heeft hij het door? Heeft hij het verband gelegd?
'Weet ik niet', lieg ik en kijk opnieuw naar mijn telefoon. Ik begin een berichtje naar mijn vader te typen.

Ik: Is het oké als Felix je fiets leent? Zijn fiets is kapot

Tuurlijk kent Collin de zogenaamde Fay. Hij is vaak zat hier geweest. Hij kent "haar" beter dan hij denkt.
'Heb ik haar wel eens gezien?' vraagt hij nu. Ik probeer ongemerkt te zuchten. Hij blijft spreken over "haar", dus lijkt het er niet op dat hij de naam aan Felix gekoppeld heeft.
'Vast wel', antwoord ik en kijk naar het bericht dat ik van pap ontvang.

Papa: Natuurlijk, het is niet alsof ik hem nu zelf kan gebruiken ;p

Het verwondert me dat hij niet zijn typische duimpje stuurt, zoals elke gemiddelde vader normaal doet. Ik kijk toe hoe hij typt.
'Hoe ziet ze eruit? Dan kan ik kijken of ik haar zie op school', zegt Collin. Oké, hij heeft het werkelijk niet door.
Ga ik het hem duidelijk maken? Ga ik durven omschrijven hoe Felix eruit ziet?

Papa: Hoe gaat het vent?
Papa: Nog last gehad van die jongen?

Het is maar net hoe je de vraag wil interpreteren. Marc? Ja. Felix? Ook ja. Alleen weet hij niet van Felix. Het is ook last op een andere manier.

'Uh, donker haar en lichte ogen. Mooie lippen', ik slik bij het inbeelden van Felix' rode lippen. 'Erg knap. Als je haar ziet, is ze haast niet te missen', zeg ik en slik opnieuw. Felix' grootste eigenschappen vlogen zo mijn mond uit. Zal Collin nu wel het verband kunnen leggen? Of is de stap naar een jongen te groot, te onvoorspelbaar? Ik zag het zelf ook niet helemaal aankomen, dus waarom zou Collin dat wel?

Ik: Nee hoor gelukkig niet echt

Het is niet helemaal waar, maar ik wil mijn vader niet bezorgd maken terwijl hij zo ver weg is. Hij kan niet ingrijpen en ik weet hoe schuldig en slecht hij zich daarover voelt. Ik wil die gevoelens niet versterken bij hem.

'Ik zal er op gaan letten', zegt Collin. Ik knik en druk mijn telefoon uit.
'Doe maar eens. Kom, dan gaan we ontbijten', breek ik het onderwerp snel af. Collin stemt in en samen gaan we de trap af, de keuken in en eten daar wat.

Vanuit mijn ooghoeken kijk ik naar Collins spierwitte krullen. Collin is zo'n lief en goed broertje. Ik zou me op mijn gemak moeten voelen bij hem en hem moeten vertellen over mijn gevoelens, maar ik vind het nog steeds angstaanjagend om bij mensen uit de kast te komen. Het zijn alleen maar meer bronnen die in Marcs handen kunnen vallen. Dus ik besluit voorlopig nog niets te zeggen.

Nadat ik ontbeten heb, poets ik boven mijn tanden en breng mijn haren een beetje in model. Collin blijft boven, omdat hij pas een uur later op school hoeft te zijn. Daarna ga ik naar beneden en haal de oude fiets van mijn vader uit de schuur. Ik pomp de banden haastig op.

'Hallo', klinkt er achter me. Ik schrik op en glimlach naar Mirre, wie net aan is komen fietsen.
'Goedemorgen', zeg ik en pomp nog een laatste paar keer lucht in de band.
'Fiets je mee naar Felix of wacht je op ons bij de kruising?' vraag ik.
'Nee, ik fiets mee', zegt ze. Ik knik en stap op mijn eigen fiets, neem de fiets van mijn vader aan de hand mee. Breed glimlacht Mirre naar me.

'Wat maakt jou zo vrolijk?' vraag ik. Ze haalt haar schouders op.
'Je glimlacht. Dat maakt me vrolijk. Donkere Levi lijkt eindelijk een beetje uit de put te komen', antwoordt ze en het overdondert me een beetje. 'Dus, wat maakt jou zo vrolijk?' vraagt ze. Ik haal ook mijn schouders op.
'Ik heb vanochtend Collin geholpen met scheren en het was echt heel schattig. Hij wil echt heel volwassen doen, maar het is allemaal nog net ongemakkelijk en maakt het dus mega aandoenlijk. Het maakt me echt oprecht vrolijk. Het maakt me gewoon trots, snap je?' Mirre glimlacht nog breder.
'Dat is echt zo lief', zegt ze en droomt een beetje weg in mijn ogen.

'Ik wil gewoon het beste voor hem. Hij verdient het beste', zeg ik. Mirre lijkt weg te smelten.
'Je bent echt te lief. God, af en toe wens ik dat we nog hadden zodat ik je kon kussen...' zegt ze. Opeens voel ik me heel schuldig. Niet alleen Collin verdient het beste; Mirre ook.
'Sorry...' stamel ik. Wild schudt Mirre haar hoofd.
'Nee, het is oké! Het is beter zo', zegt ze. Lastig knik ik.

'Ik hoorde jou, Collin en Felix eergisteren praten op de fiets, though. Als je zo hecht met Collin bent, waarom denkt hij dan dat "Fay" en meisje is?' vraagt Mirre verward. Betrapt kijk ik haar aan.
'Ik durfde nog niet uit de kast te komen voor mijn ouders, dus toen we het erover kregen bij het avondeten, heeft hij mijn leugen over Felix ook moeten horen', zeg ik. Mirre knikt.

'Je weet dat hij het uiteindelijk wel zal ontdekken, toch?' zegt ze. Bezwaard knik ik.
'Weet ik. Maar voorlopig lijkt hij het verband nog niet gelegd te hebben', zeg ik. Mirre knikt. We komen aan bij Felix' huis, waar hij ongemakkelijk staat te wachten op de stoep. Beschaamd kijkt hij me aan.

'Hier, Obelix', zeg ik en reik hem de fiets van mijn vader aan. Twijfelend schudt hij zijn hoofd en krabt ongemakkelijk over zijn bovenarm.
'Ik kan het eigenlijk echt niet maken om de fiets van je vader te lenen...' stamelt hij.
'Gast, ik heb het gevraagd en het is oké. Het is niet alsof hij even langs kan komen om hem op te halen', zeg ik en duw het stuur in zijn handen. Gebroken kijkt Felix me aan.

'Ik kan echt niet...'
'Je kan nu niet meer naar school gaan lopen, want dan ben je echt te laat. Dus je pakt mijn vaders fiets of je gaat bij mij achterop', zeg ik. Blozend kijkt hij me aan.
'Kom hier', zegt hij en trekt beschaamd de fiets uit mijn hand. Was hij maar achterop komen zitten bij me. Had hij zijn arm maar om mijn middel geslagen, net zoals laatst.

We stappen op onze fietsen en gaan terug richting de kruising. Onderweg pikken we Bente op, die naast Mirre gaat fietsen.
Vanuit mijn ooghoeken kijk ik naar Felix. Hij kijkt beduusd naar de fiets onder zijn voeten.

'Ik had een 6,3 voor scheikunde', zeg ik, probeer zo zijn gedachten af te leiden.
Ik heb echter duizenden andere dingen waar ik veel liever met hem over praat. Over hemzelf. Over ons. Maar het gaat niet met Mirre en Bente erbij. Bente mag niets weten omdat ze nog steeds met Felix is. Mirre mag niets weten omdat ze nogal eens haar mond voorbij kan praten – en dat kan ik absoluut niet gebruiken. Bovendien weet ze eigenlijk al te veel.

Verrast en trots kijkt hij naar me op. Ik bloos erdoor.
'Fucking goed!' zegt hij. Verlegen glimlach ik. Felix grijnst.
'Had je er geen 6,9 van kunnen maken?' zegt hij. Ik lach kreunend.
'Met meneer van Bekhoven liever niet', zeg ik. Felix lacht mee.

'Sta je nu voldoende?' vraagt hij.
'Geen idee. Net wel of net niet', zeg ik. Hij glimlacht.
'Maak je geen zorgen. Het komt vast wel weer goed', zegt hij.
'Laten we er maar op hopen', zeg ik en val stil.

Ik wil hier niet over praten. Ik wil over ons praten. Ons, wat we nou eigenlijk zijn. Wat hij nou eigenlijk allemaal denkt en voelt. Waarom hij dit alles doet of heeft gedaan. Waarom hij alles niet doet of niet heeft gedaan.
Maar iedere keer als ik erover wil beginnen, is het moment niet gepast, zijn er anderen bij of struikel ik over mijn woorden.

Het duurt niet veel langer tot we op school zijn en onze fietsen in de fietsenstalling zetten. Felix geeft me zijn fietssleutel. Fronsend kijk ik hem aan.
'Je weet hoe rommelig ik ben. Ik kan het niet maken de fietssleutel van je vader kwijt te raken', zegt hij. Ik wil erom lachen, maar zijn blik is te serieus.
Ik neem de fietssleutel van hem aan en stop hem al lopend in mijn rugzak. Met Felix als een persoonlijke bodyguard naast me loop ik door de overvolle gangen naar mijn kluisje.

Ik heb Marc allang gezien en ik weet dat Felix hem ook gezien heeft, net zo goed dat ik weet dat Marc ons gezien heeft.
Ik laat mijn blik echter naar Daniël gaan, die net onze kluisjesrij wil verlaten.
'Hoi', groet ik hem met een glimlach.
'Hé', groet hij ons terug. Felix reageert niet, te afgeleid door Marc in ons vizier. 'Wat had je voor scheikunde, Levi?'

'Een 6,3', antwoord ik met een smalle glimlach. Daniël kijkt me trots aan.
'Wauw, netjes! Sta je nu weer voldoende?' vraagt hij. Ik haal mijn schouders op en schud mijn hoofd.
'Weet ik niet. Wat had Simon?' vraag ik om de focus van mij af te halen. Daniël begint te stralen.
'Hij had een 8,3, dus hij was echt super blij. Het was echt schattig', antwoordt hij stralend, duidelijk trots op zijn vriendje. 'Echt fijn dat je weer een goed cijfer hebt gehaald. Ik ben echt blij voor je', zegt Daniël. Ik glimlach dankbaar.
'Ik ga naar de aula, ik zie jullie zo', zegt hij, geeft een klein klopje op onze ruggen en verlaat dan onze kluisjesrij.

Ik open mijn kluisje en plaats er wat boeken in. Felix kijkt verlegen toe.
'Ik voel me echt heel opgelaten dat ik je vaders fiets moet gebruiken', verbreekt Felix de stilte. Verbaasd kijk ik hem aan.
'Felix, het is oké. Je kan er niets aan doen. Je kan hem gebruiken tot je eigen fiets gemaakt is', zeg ik. Stug schudt hij zijn hoofd.
'Het is mijn eigen schuld. Ik heb er zelf voor gezorgd dat mijn fiets gemold is', zegt hij. Diep zucht ik en sluit mijn kluisje. Ik wilde dat hij mijn woorden niet zo serieus had opgenomen. Ik meende ze niet op dat moment.
Ik wil er net wat van zeggen, maar word onderbroken door Marc.

'Waar dachten de homo's heen te gaan?' vraagt hij met een vuile grijns. Ik wil langs hem lopen en hard met mijn schouder tegen de zijne beuken, maar hij houdt me tegen. Woest kijk ik hem aan. Hij haalt werkelijk het bloed onder mijn nagels vandaan.
'Laat ons gewoon met rust', snauw ik en doe tevergeefs een poging weg te lopen.
'Niet zo snel, flikker', sist hij en zijn kille blik laat een rilling over mijn rug gaan. Wanneer ik in zijn ogen kijk, kan ik alleen maar denken aan die ene keer dat hij me genadeloos in elkaar heeft geslagen achter de gymzaal en voel ik mijn handen klam worden.

Dit is het moment dat Felix tussen ons in stapt. Grijnzend wendt Marc zich tot hem. Felix trilt helemaal. Beduusd kijk ik naar zijn vingers, die ruw over de muis van zijn hand wrijven.
'Zeg eens, Gaylix, heb je al veel plezier gehad met je speeltje?' Marc hoeft niet uit te leggen wat hij bedoelt. 'Is hij al gebroken omdat je er zoveel mee hebt gespeeld?' Zijn grijns is wreed en plezierig.

'Het enige wat ik me afvraag is waarom je überhaupt een dildo had. Het lijkt mij al genoeg te zeggen, Marc. Hij gleed feilloos je keel in. Ons steeds weer uitschelden terwijl je zelf nog diep in de kast verstopt zit', kat Felix hem af. Felix' ogen spuwen vuur.
Vliegensvlug pakt Marc Felix' keel vast en duwt hem tegen de kluisjes. Geschrokken grijpt Felix met beide handen Marcs pols vast en begint wild met zijn benen te spartelen. Zijn ogen zijn groot en gepanikeerd.

Nu, Levi, nu is het jouw beurt om de held te zijn. Felix heeft die taak al veel te vaak op zich moeten nemen, het wordt eens tijd dat je het voor hem terugdoet.
Woest pak ik Marcs arm vast en probeer hem weg te trekken bij Felix, maar hij duwt tegen mijn hoofd en het is zo'n rare beweging dat ik bij hen weg struikel. Marc besteedt al snel geen aandacht meer aan me en richt zich op Felix.

'Die dildo had ik speciaal voor je gekocht, flikker, zodat je nog een pik had om mee te spelen voor als je holmaatje niet in de buurt was geweest. Ik ben niet zo'n gore homo als jullie', spuugt Marc uit.
Felix is het beu en schopt hard tegen zijn knie, waardoor Marc hem loslaat en hij met beide voeten op de grond landt. Hij geeft hem nog een knietje in zijn maag en werkt zich dan snel tussen hem en de kluisjes uit.

'Gedraag je niet zo achterbaks, of je gaat het nog zwaar te verduren krijgen', zegt hij walgend. Hij stormt mijn kluisjesrij uit.
Overrompeld wil ik hem volgen, maar word tegengehouden door Marc, die mijn onderarm vastpakt. Als reflex stomp ik hem op zijn schouder. Verbijsterd laat hij me gaan.
'Je hebt gehoord wat Felix zei', zeg ik waarschuwend en verlaat daarna ook de rij. Ik ga achter Felix aan, wie ondertussen bij zijn kluisje is.

Verdwaasd kijk ik toe hoe hij zijn boeken in zijn kluisje begint te smijten, vervolgens een paar uit zijn kluisje moedeloos in zijn tas propt. De boeken zien er niet naar uit dat ze het gaan overleven als Felix zo doorgaat.
Met nog steeds de donkere kleur van woede in zijn ogen kijkt Felix naar me op. Pijnlijk glimlach ik naar hem.
'Die fucking Marc had nooit terug mogen komen. Ze hadden hem verdomme van school moeten trappen', zegt hij. Ik knik afwezig.

Hij smijt zijn kluisje dicht en stampt langs me naar de aula. Ik volg hem maar. Ik vergroot mijn passen wat en probeer oogcontact met Felix te zoeken.
Wanneer hij mijn blik blijft ontwijken, kijk ik maar naar zijn nek, compleet rood uitgeslagen door de druk die Marc er net op uit heeft geoefend. Het ziet er pijnlijk en oncomfortabel uit.

'Gaat het?' vraag ik zacht. Felix stampt zwijgend de aula in.
'Fiets je na school mee langs mij?' vraagt hij en ik frons, alsof ik niet elke keer mee langs zijn huis fiets. Mijn hart begint te bonzen. 'Dan kan je vanaf mij je vaders fiets weer meenemen naar huis', zegt hij, ontwijkt zo mijn vraag. Het laat mijn hart in mijn borst zakken.
'En vanavond dan? Je hebt hem voor de training ook nodig', zeg ik. Ik snap sowieso niet dat zijn moeder hem niet had kunnen brengen en halen, net zoals ze deed in zijn week nakomen.

'Ik ga vanmiddag wel naar de fietsenmaker', mompelt hij.
'Dan moet je daar alsnog zien te komen. Je kan die fiets gewoon lenen tot je eigen fiets weer in orde is', stel ik hem gerust. Felix schudt koppig zijn hoofd.
'Je neemt hem mee naar huis vanmiddag', zegt hij en beëindigt daarmee de discussie.

Na de laatste lessen kan ik me eindelijk op de trappen naar de begane grond bevinden. Naast Daniël en Simon maak ik mijn weg naar beneden. Ik weet dat Felix zich niet ver van me bevindt en het laat mijn hart razen.

'De homo's zijn klaar voor een trio', klinkt opeens links van me, waardoor we alle drie opschrikken. Natuurlijk is het Marc wie naast me is komen lopen. Mijn lichaam brandt van woede. Marc kijkt tevreden over zijn schouder.
'Kijk, daar komt de vierde homo voor het kwartet', zegt hij met een valse grijns en verlaat snel onze zijde zodra Felix pissig zijn weg door de mensen tussen ons in begint te banen.

'Kan hij niet gewoon zijn mond houden?' mompel ik terwijl ik hem nakijk.
'Ik weet dat het lastig is, maar je moet proberen niet op hem te letten. Wat je ook doet, wie je ook bent, hoe je ook bent en met wie je dan ook bent, mensen zullen altijd kritiek blijven hebben. Je zou je er niets van aan moeten trekken, want je kan het toch niet vermijden. Mensen hebben nou eenmaal kritiek, punt. Je kan het beste jezelf blijven, want anders verlies je jezelf', zegt Simon. Verrast kijk ik hem aan.
'Dikke schijt aan Marc. Je moet je leven niet laten sturen door hem', zegt Simon. Achter hem zie ik Daniël stralen, duidelijk trots op zijn vriendje. Ik snap het ook wel, want in het begin was Simon ook ontzettend bang om beoordeeld te worden vanwege zijn seksualiteit. Ik hoop dat ik er ook ooit vrede mee kan vinden.

'Felix weet trouwens dat het uit is met Mirre', zeg ik om het onderwerp te vermijden.
'Oh', klinkt het koppeltje verrast in koor.
'Weet hij waarom?' vraagt Daniël nu. Ik haal mijn schouders op.
'Deels', mompel ik. 'Mirre weet het ondertussen wel.'
'Goed gedaan. Je werkt jezelf alleen maar meer in de knoop als je geheimen blijft houden en blijft liegen', zegt Simon. Ik knik.

Felix sluit aan mijn linkerzijde aan. Bang kijk ik naar hem om, hoop dat hij ons gesprek niet meegekregen heeft.
'Sorry dat ik niet naast je liep. Hopelijk was Marc niet te extreem', zegt hij, lucht me zo op.
'Het is oké. Ik was niet alleen', stel ik hem gerust.
'Sorry, ik zou je moeten beschermen tegen hem. Ik had bij je moeten zijn', ratelt hij echter. Mijn hoofd duizelt. Af en toe voelt Felix' schuldgevoel als teveel. Ik had nooit tegen hem mogen zeggen dat alles zijn schuld is.

'Hier,' zeg ik en trek de fietssleutel die hij me daarstraks had gegeven uit mijn rugzak, 'dan heb je die alvast. Niet kwijtraken', zeg ik en knipoog naar hem.
'Nou leg je wel een hele grote verantwoordelijkheid op me', zegt hij met een slappe grijns. Zijn lichte blos ontgaat me niet.

Met Felix nauw aan mijn zijde loop ik naar mijn kluisje. Friemelend aan de sleutel kijkt hij toe hoe ik bezig ben met mijn laatste spullen uit mijn kluisje te halen. Ik weet dat zijn ogen gefixeerd zijn op mijn bovenarmen en ik kan er niets aan doen dat ik mijn armen er een beetje harder door aanspan, mijn spieren zo beter uit laat komen. Het laat het sleuteltje sneller ronddraaien tussen Felix' vingers.

Traag sluit ik mijn kluisje terwijl ik naar Felix' ogen gericht op mijn biceps staar. De laatste paar centimeters beweeg ik mijn arm sneller, waardoor mijn kluisje met een zachte klap sluit. Geschrokken en betrapt kijkt Felix op.
'Naar jouw kluisje?' vraag ik. Met rode wangen knikt hij. Samen lopen we in stilte naar zijn kluisje, waar hij haastig wat boeken wisselt en me dan naar buiten volgt. Samen met Mirre en Bente fietsen we naar huis.

Ik klets volop mee met de twee meiden, maar Felix lijkt geen aanknopingspunt te vinden. Het verbaast me, omdat hij normaal juist zo luid en opgewekt is.
Voorzichtig kijk ik naar zijn nek. Hij lijkt een beetje beurs van vanochtend. Ik vraag me af of het nog zeer doet, maar hem vragen of het gaat levert geen resultaat.

Het duurt niet lang tot we langs Bentes huis fietsen en haar gedag zeggen. Daarna duurt het nog geen twee minuten tot we Felix' huis bereiken.
'Fijn weekend', zeg ik tegen Mirre, geef haar zo de hint dat ze niet op me moet wachten en ons zo alleen moet laten.
'Tot maandag', roept ze met een knipoog terug.
'Tot maandag', zegt Felix en springt van mijn vaders fiets. Hij duwt hem mijn kant op.

'Felix, ik meen het, je kan hem zo lang lenen als je wil. God, je mag hem denk ik zelfs houden', zeg ik. Radeloos kijkt Felix me aan.
'Nee, het is goed zo. Ik heb het zelf op mijn schouders gehaald', zegt hij. Ik duw de fiets weer zijn kant op.
'Zet hem alsjeblieft in de schuur. Ik neem hem wel mee terug als je fiets gemaakt is.'
'Nee, ik ga nu meteen naar de fietsenmaker dus je hoeft hem niet achter te laten', zegt hij en bouwt een afstand tussen ons op door naar de schuur te lopen. Verslagen blijf ik met de fiets in mijn hand staan.

Ik stap af terwijl ik toekijk hoe Felix zijn huissleutel zoekt. Ik zet mijn fiets op zijn standaard en begin dan met mijn vaders fiets naar Felix bij de schuur te lopen.
Hij opent de schuurdeur. Een diepe frons vormt zich op mijn voorhoofd zodra zijn gemolde fiets tevoorschijn komt, naast Quintens intacte fiets. Overrompeld zet ik mijn vaders fiets weg en loop naar Felix toe.

Betrapt trekt hij zijn fiets uit de schuur en probeert de deur zo vlug mogelijk te sluiten, maar ik houd hem tegen. Gepanikeerd kijkt hij me aan.
'Quintens fiets staat gewoon hier?' vraag ik verward.

Mirre had gelijk toen ze zei dat hij een leugenaar is.

Felix geeft de deur een harde duw, waardoor ik geschrokken mijn hand wegtrek in de hoop niet klem te raken.
'Hij zal hem vanmiddag wel teruggebracht hebben', mompelt hij en wil wegstappen bij me. Ik grijp echter zijn pols vast.
'Ik weet dat je liegt, Felix', zeg ik streng. Ruw trapt hij zijn standaard uit en zet zijn fiets weg, kijkt me geïrriteerd aan.

'Ik lieg niet', sist hij. Ik stap op hem af, verklein zo de afstand tussen ons. Er zitten slechts nog maar een paar kleine centimeters tussen onze lichamen. De intimidatie voelt intenser nu de langste van ons twee hem uitvoert.
'Stop met liegen, Felix', zeg ik en kijk hem diep aan. Zenuwachtig doet Felix een kleine stap van me weg, maar ik volg hem net zo hard. Ik zie een klein randje tranen in zijn ogen vormen.

'Waarom lieg je?' vraag ik en ga nog iets dichter op hem staan. Nerveus slikt hij. Ik wil zijn beurse keel kussen om hem gerust te stellen, maar ik verbied het mezelf. Ik wil zijn lichaam tegen het mijne voelen zoals op Bentes toilet, maar ik kan die gevoelens nu niet de overhand laten nemen.

Zijn betraande ogen glijden naar mijn lippen. Ik voel mijn hart een sprong in mijn borst maken. Zou hij me zoenen als ik nu niets doe?
'Je leidt me af', fluister ik. Met knalrode wangen kijkt Felix naar me op.
'Laat me met rust. Ik ga naar de fietsenmaker', zegt hij en duwt zich langs me.

Stevig grijp ik zijn smalle schouder vast en draai hem naar me om. Verbijsterd kijkt hij naar de hand op zijn schouder. Ik verplaats mijn hand naar zijn kin en duw zijn gezicht omhoog. Felix' pupillen worden groot.

'Waarom lieg je zoveel tegen me? Ik weet dat je ook gelogen hebt over je gesprek met Friekman. Wat houd je verborgen?' zeg ik. Felix' ogen trillen door het weghouden van zijn tranen.
'Ik heb helemaal niet gelogen over mijn gesprek', zegt hij. Ik duw zijn kin omhoog en kijk hem dieper aan. Wanhopig maar hoopvol kijkt hij me aan.

'Ik ben niet achterlijk, Felix', zeg ik. Ik leun iets verder naar hem toe. Zenuwachtig schuifelt hij een beetje, laat zijn ogen weer op mijn lippen vallen.
'Mijn ogen zijn hier', fluister ik terwijl ik zijn kin nog iets verder kantel. Ik laat echter ook mijn ogen naar zijn lippen gaan. Ik hoef niet veel verder naar voren te leunen om contact met ze te kunnen maken.

'De mijne ook', fluistert hij zodra hij merkt dat ook ik mijn ogen op zijn lippen heb gericht. Hoe zou het voelen om de eerste zet te maken?

Het blijft een paar tellen stil tussen ons, waarin we enkel wisselend naar elkaars ogen en lippen kijken.

'Wat is er bij je thuis gaande dat je Quintens fiets niet gebruikt? Wat vertel je me niet?' zeg ik. Ik neem op hoe hij stevig zijn lippen tot een lijn perst en klein slikt.
Hij duwt zich langs me en stapt pissig naar zijn fiets.
'Bemoei je er niet mee, Levi. Het zijn jouw zaken niet. Er is geen reden dat ik Quintens fiets niet gebruik', zegt hij, pakt zijn stuur vast en haalt zijn fiets van zijn standaard.

Stevig pak ik zijn onderarm vast. Met tranen brandend in zijn ogen kijkt hij me aan.

'Weiger je de fiets van een ander te gebruiken omdat je schuldgevoel zegt dat het je eigen schuld is? Wil je Marc op je af krijgen om het quitte te spelen? Doe je het omdat je denkt dat je het verdiend hebt?' vraag ik.
'Laat jezelf erbuiten. Ik ga nu naar de fietsenmaker. Ik zie je vanavond', zegt hij bot. Deze keer dat hij wegtrekt van me, laat ik zijn arm gaan. Gebroken kijkt hij me aan.

'Best, wat jij wil', zeg ik, kijk nog een laatste keer naar zijn lippen en loop dan naar mijn vaders fiets. Ik haal hem van zijn standaard, loop ermee naar mijn eigen fiets en doe daar hetzelfde. Ik stap op en fiets weg zonder nog een keer naar Felix omgekeken te hebben.

Na een benauwde fietsrit kom ik thuis en ga meteen naar mijn kamer. Ik gooi mijn rugzak neer naast mijn bureau en laat mezelf languit op mijn bed vallen. Stil staar ik naar het plafond terwijl ik traag adem.
Mijn hoofd draait overuren. Over wat Simon zei, dat ik mezelf moet zijn. Dat er altijd mensen zullen blijven die kritiek zullen hebben, ongeacht wie ik ben en wat ik doe.

Aan Marc. Hoe hij Felix tegen de kluisjes drukte. Hoe hij ons zoveel aan heeft gedaan zonder er een fatsoenlijke straf voor gekregen te hebben – het tegenovergestelde juist: hij is terug op school.

Aan Felix. Hoe groot het schuldgevoel is dat hij ondertussen heeft opgebouwd. Of hij ondertussen heeft kunnen bedenken dat hij de reden is dat het uit is. Aan alle keren dat hij mogelijk gelogen kan hebben tegen me. Aan wat zijn precieze reden is om me steeds weer te zoenen.

Ik denk aan mezelf. De jongen die zoveel van zichzelf heeft ontdekt de afgelopen weken, maar nog steeds zichzelf niet weet te zijn – niet durft te zijn. Vanwege verschillende redenen niet.

Zacht begin ik te huilen. Hoewel het duidelijk al wat beter met me gaat, is er ook nog steeds heel veel mis. En ik weet niet hoe ik op het punt moet komen dat alles opgelost is.

Er klinkt een zacht klopje op mijn deur. Verbaasd klauter ik omhoog en probeer mijn tranen weg te vegen. Nerveus kijk ik naar de kier, die voorzichtig verder geopend wordt.
'Ja', zeg ik. Daar waar ik gehoopt had dat het Felix zou zijn die mijn kamer binnen zou komen, is het Collin met zijn saxofoon. Verward kijk ik hem aan.

'Gaat het?' vraagt hij. Mijn wangen kleuren rood uit schaamte. Hij heeft me horen huilen.
'Ja hoor. Had even een dipje', mompel ik en veeg mijn tranen opnieuw weg. 'Niets aan de hand.'
'Zeker?' vraagt hij. Ik knik. 'Mooi', zegt hij en zet de saxofoon aan zijn lippen. Hij begint wat te spelen en het duurt niet lang tot ik het nummer herken.

'Serieus?' lach ik om de tonen van never gonna give you up. 'Je wil me opvrolijken door me te Rickrollen?' lach ik. Grijnzend blijft Collin spelen. Het weet me werkelijk wat op te luchten. Hij maakt het nog erger door met zijn wenkbrauwen te wiebelen tijdens het spelen. Lachend schud ik mijn hoofd.

'Sinds wanneer speel je weer?' vraag ik. Collin haalt de saxofoon weg bij zijn lippen en haalt zijn schouders op.
'Ik had gewoon wat afleiding van mijn gedachten nodig', zegt hij. Ik knik.
'Alles oké?' vraag ik.
'Niets bijzonders', antwoordt hij en zet de saxofoon weer aan zijn lippen. Nu begint hij careless whisper te spelen. Ik lach.

'Die zou je voor Kimpossible moeten spelen', zeg ik. Geïrriteerd haalt Collin het instrument weg bij zijn mond.
'Hoezo dat nou weer?' snauwt hij. Ik haal mijn schouders op.
'Je kan Sven ook proberen', zeg ik. Beschaamd kijkt Collin me aan.
'Je bent raar', zegt hij en verlaat spelend mijn kamer. Ik lach en laat me weer op mijn bed vallen. Collin is de beste. Hij heeft mijn humeur werkelijk even op weten te fleuren.

--------------------

Wil je sneller verder kunnen lezen? "40 seconden met één jongen" is te koop via Brave New Books, verschillende webshops en boekenwinkels! Door het boek te kopen kun je helemaal zelf bepalen wanneer je verder leest. :)

Heb je iets meer geduld? Dan kan je elke woensdag en elke vrijdag een nieuw hoofdstuk verwachten!

Continue Reading

You'll Also Like

283K 5.9K 71
Ik ga ergens op een bankje zitten op het plein. Het is een beetje verscholen in een hoekje. Ik wil ook nog niet te veel opvallen. Ik zie een aantal m...
1.1M 49.8K 199
Deze zomer leren Younes en Leyla elkaar kennen. Meteen bloeit er iets tussen die 2, maar haar nicht Siham komt daar tussen. Zij zorgt ervoor dat Leyl...
518K 31.6K 61
Stel: je bent zestien en je zit in de vijfde klas. Je hebt negentien andere klasgenoten in je stamklas en met hen heb je de meeste lessen samen. Één...
249K 2K 63
Zara, een vierdeklasser op het Voaslyceum merkt dat een docent interesse toont in haar. Hij is de jongste en knapste docent op school. Echter is Zara...