40 seconden met één jongen...

By -rare-

8K 228 26

Voor sommige leerlingen was het sociale experiment over liefde van mevrouw Friekman een groot succes, voor an... More

Het boek kopen
40 seconden met één jongen - Mieke Y. van Dijk
Voorwoord
Trigger warnings
Disclaimer
Toewijding
ROOD
hoofdstuk 1
hoofdstuk 2
hoofdstuk 3
hoofdstuk 4
BLAUW
hoofdstuk 5
hoofdstuk 6
hoofdstuk 7
hoofdstuk 8
hoofdstuk 9
hoofdstuk 10
hoofdstuk 11
hoofdstuk 12
hoofdstuk 13
hoofdstuk 14
hoofdstuk 15
hoofdstuk 16
hoofdstuk 17
hoofdstuk 18
hoofdstuk 19
hoofdstuk 20
hoofdstuk 21
ORANJE
hoofdstuk 22
hoofdstuk 23
hoofdstuk 24
hoofdstuk 25
hoofdstuk 26
hoofdstuk 27
hoofdstuk 28
hoofdstuk 29
hoofdstuk 30
hoofdstuk 31
hoofdstuk 32
hoofdstuk 33
PAARS
hoofdstuk 34
hoofdstuk 36
hoofdstuk 37
hoofdstuk 38
hoofdstuk 39
hoofdstuk 40
hoofdstuk 41
DONKER
hoofdstuk 42
hoofdstuk 43
hoofdstuk 44
hoofdstuk 45
hoofdstuk 46
hoofdstuk 47
hoofdstuk 48
hoofdstuk 49
hoofdstuk 50
hoofdstuk 51
hoofdstuk 52
hoofdstuk 53
GEEL
hoofdstuk 54
hoofdstuk 55
hoofdstuk 56
hoofdstuk 57
epiloog
DE SYMBOLIEK

hoofdstuk 35

109 2 0
By -rare-

♪ Don't Blame Me – Taylor Swift ♪

Ik voel me beroerd. Vorige week is veel te snel voorbij gegaan en nu moet ik de dag onder ogen komen waarop Marc weer terug zal keren op school. En hoe goed ik het misschien ook niet laat blijken, toch ben ik ontzettend bang voor hem.
Langzaamaan begint het muurtje dat ik om me heen heb gebouwd af te brokkelen. Dan zal de ware ik bekend zijn – niet alleen de waarheid dat ik ook op jongens val, maar ook mijn angst voor Marc.

De onzekere jongen die bang is voor een asociale zak en niet over weg weet met zijn gevoelens. De grootste loser die er bestaat, omdat hij niet durft te zijn wie hij werkelijk is.

Vorige week heb ik mijn dagen platgespoten door mijn medicijnen doorgebracht, in de hoop dat ik zo mijn verlangens en gevoelens voor Levi in bedwang kon houden. Natuurlijk werkte het niet – wat de eerste middag van het gebruik al bewees – maar ik wilde mijn hoop niet opgeven. Vandaag durf ik echter het pilletje niet in te nemen, te bang dat ik niet alert genoeg zal zijn om Levi te kunnen beschermen.

De woensdagmiddag na het verschrikkelijke nieuws over Marc bij Levi thuis was de laatste keer. Nu hij terug gaat komen op school, mag er niet nog eens iets tussen ons gebeuren. De risico's die eraan verbonden zitten, zijn het niet waard.
Daarom had ik me de rest van vorige week gescheiden gehouden van hem. Gelukkig leek Levi de hint te begrijpen, want ook hij zocht minder contact.

Ook al heb ik Levi toen zo gerust proberen te stellen, toch ben ik zelf als de dood voor Marc. Hij kent denk ik geen genade, hoe erg hij ook in de gaten gehouden zal worden. Dat is gebleken uit die ene keer dat hij onder Levi's raam verscheen.
En nu ben ik bang dat hij klaar is met Levi en hij wraak zal nemen op mij. Wraak omdat ik hem verlinkt heb. Wraak omdat ik hem thuis op ben komen zoeken en hem in elkaar geslagen heb. Wraak omdat ik de andere helft van de zoen ben. Wraak omdat ik, in tegenstelling tot Levi, werkelijk gevoelens voor een jongen heb. En hij zal me absoluut niet sparen.

Maar ik moet en zal mijn muurtje hoog houden. Ik kan Marc niet laten zien hoe eng ik hem eigenlijk vind. Ik kan het niet gebruiken dat Levi zijn vertrouwen in mij verliest. Want als hij zijn vertrouwen in mij verliest, verlies ik het vertrouwen in mezelf. Als dat gebeurt, ben ik niet meer opgewassen tegen Marc en is er niemand meer die Levi kan beschermen. Ik mag niemand laten zien wat ik voel. Niet alleen mijn gevoelens voor Levi, maar ook mijn angst niet.

Als Levi straks weer bont en blauw is, gebroken en gekneusd, verwond en verpulverd, word ik ervoor aangekeken. Dan ben ik degene die het had kunnen voorkomen. Dan ben ik degene die het tegen had moeten houden. En dat is ook zo, want ik ben degene die op hem moet letten, hem moet beschermen en voor hem moet zorgen. Het is immers mijn schuld dat de zoen ooit plaats heeft gevonden en Levi Marc achter zich aan heeft gekregen.

Maar ik mag niet over mijn angst zeuren. Levi is degene die het het zwaarst heeft. Alleen hij zou van angst mogen spreken. Hij is degene die het meeste heeft moeten ervaren van Marcs capaciteiten. Bij mij is het maar minimaal geweest. Dus ik mag niet zeuren en moet sterk blijven voor Levi.

Mijn telefoon begint te trillen en mijn luide wekker galmt door mijn kamer. Geïrriteerd druk ik op snooze en draai me nog een keer om. Ik lig al twee uur zo. Ik ben vannacht meerdere keren wakker geworden, maar de laatste keer dat ik wakker werd deze nacht was elke poging weer in slaap te komen tevergeefs. En ik weet dat het komt door mijn zenuwen voor wat me vandaag te wachten staat.

Ik werk me echter uit bed voordat mijn wekker opnieuw afgaat en begin me klaar te maken. Ik kan het niet maken te laat te zijn vandaag, nu Levi me het hardst nodig heeft. Ik kan me ook niet ziekmelden en thuis blijven, hoe graag ik het ook wil.

Na wat kleren aangetrokken te hebben, trek ik mijn kamerdeur open en ga naar beneden om te ontbijten. Ik schrik wanneer ik Quinten aan de ontbijttafel zie zitten. Brutus en Idefix komen enthousiast op me af.
'Wat doe jij hier zo vroeg?' vraag ik en aai de honden terwijl ik in de deuropening blijf staan. Hij grijnst. Mijn hart begint te razen.
'Wat zie jij er verschrikkelijk uit, zeg', zegt hij.

Ik voel me ook verschrikkelijk.

'Ik dacht dat homo's zoals jij wel wisten hoe ze zichzelf er goed uit moeten laten zien', zegt hij. Hard slik ik.
'Ik kom net uit bed...' stamel ik en schuifel naar de eettafel. Eigenlijk wil ik me niet dichterbij hem bevinden, maar ik moet toch ontbijten.

'Zie je er zo verschrikkelijk uit omdat je je helemaal naar de tering hebt laten neuken door Levi?' grijnst hij vals en mijn hart ratelt tussen mijn ribben.
'Was het maar zo', spuug ik geërgerd uit en schuif tegenover hem aan.

'Je probeert weer te ontkennen door je nagellak niet te dragen', merkt hij meteen op wanneer ik een boterham pak. Hij wil een volgende opmerking maken, maar mam stapt de woonkamer in en belemmert daarmee het bereik dat zijn woorden kunnen hebben.
'Hé, vent', groet mam hem en omhelst hem hartelijk. Walgend kijk ik toe hoe hij haar terug omhelst.

Met moeite weet ik een halve boterham op te eten, te nerveus en te misselijk voor de rest van de dag.
Snel ga ik naar boven en maak me daar verder klaar. Ook al draag ik al een aantal dagen geen nagellak meer, toch controleer ik nog een keer of er geen sporen achtergebleven zijn.

Afwezig kijk ik naar de puistjes op mijn jukbeenderen en voorhoofd. Voorzichtig laat ik mijn vingers over de getextureerde huid gaan. Ik weet dat ze komen door stress. Stress rondom Quinten, stress rondom Bente, stress rondom Marc, stress rondom Levi, stress rondom mezelf. Alles wordt te veel.

Na mijn tanden gepoetst te hebben, ga ik weer naar beneden en vertrek met mijn rugzak op mijn rug het huis uit.
Eigenlijk is het veel te vroeg om nu al naar Bente te gaan, maar ik wil zo snel mogelijk uit Quintens buurt zijn en ik wil op tijd zijn om Levi te bewijzen dat ik er voor hem ben.

'Hey, wat ben je vroeg', groet Bente me met een brede glimlach zodra ze me aan ziet komen.
'Ja, geen idee waarom', lieg ik. Ze stapt weg bij haar fiets en drukt een kus op mijn lippen. Een akelige rilling trekt over mijn rug, maar ik kus haar terug. Dit is hoe het moet zijn.

'Laten we gaan', zeg ik echter na niet veel later van haar losgebroken te zijn.
'Is goed', stemt Bente in en gaat weer naar haar fiets, stapt op en fietst samen met me weg. Bente begint te vertellen over een puppy waar ze gisteren naar zijn gaan kijken, maar mijn hoofd is te druk bezig met Marc om op haar gesprek te letten.

Het duurt niet lang tot we bij de kruising zijn. Bente blijft vertellen over het asiel, maar het enige waar mijn gedachten mee bezig kunnen zijn op dit moment is Levi – ook al is hij er nog niet eens.
Het duurt lang tot Levi en Mirre er zijn. Waar blijven ze nou? Het is niet normaal voor hen om zo laat aan te komen.
Wat als Marc al naar hem toe is gekomen en hem in elkaar geslagen heeft? Hij weet waar hij woont. Op school kan hij niet te groots uitpakken. Mirre is bij Levi en zou Marc niet aan kunnen. Wat als hij dat echt heeft gedaan?

'Ik ga even kijken waar ze blijven', kap ik Bentes verhaal af. Verontwaardigd kijkt ze me aan, maar ik stap alweer op mijn fiets en ga de straat in waar Levi en Mirre vandaan moeten komen.
Tranen bijten in mijn ogen. Waar zijn ze nou? Als Marc hen opgezocht heeft, is het mijn schuld. We hadden vanuit Levi's huis moeten vertrekken, dat was beter geweest. Ik wil niet dat hij weer in pijn is.

Opgelucht zucht ik zodra ik Mirre en Levi aan de andere kant van de straat aan zie komen. Vlug kijk ik over mijn schouder, steek de straat over en ga tussen ze in fietsen.
'Wat doe jij nou weer hier?' vraagt Mirre verward.
'Bente vond het te lang duren, dus vroeg ze of ik even kon kijken waar jullie bleven', verzin ik buiten adem.

Nog een keer zucht ik opgelucht. Levi is veilig. Ik wil hem knuffelen, helemaal fijn drukken en niet meer loslaten.

'Sorry, ik had wat moeite met vertrekken', geeft Levi met een rood hoofd toe. Klein glimlach ik en knijp zacht in zijn gespierde bovenarm. Mijn wangen kleuren in één klap rood bij het voelen van zijn harde spieren. Met brandende wangen kijk ik naar de armaders die over zijn biceps kronkelen als bliksemschichten.
'Snap ik', stel ik hem gerust.

'Moet je nou huilen?' verbreekt Mirre ons moment. Betrapt haal ik mijn vinger onder mijn ogen door. Ik had niet door dat ik werkelijk aan het huilen was geraakt.
'Ja, komt door de wind. Ik kreeg hem echt vol in mijn ogen', zeg ik en kijk vlug weer voor me. Ik veeg mijn laatste tranen weg.

We komen aan op de kruising, waar Bente ongeduldig en pissig op ons staat te wachten. Mirre gaat voor Levi en mij fietsen, waarop Bente als antwoord naast haar plaatsneemt. Met een rood hoofd kijk ik om naar Levi, die aan de binnenkant fietst.

'Zenuwachtig?' vraag ik zacht. Hij knikt beschaamd.
'Nogal', geeft hij toe. Kort valt er een stilte, waarin we elkaar lastig aankijken. Hij vraagt mij niet of ik ook zenuwachtig ben.
'Je hoeft je er niet voor te schamen', zeg ik. 'Ik snap dat je het eng vindt.' Levi glimlacht gepijnigd.
'Jij hebt makkelijk praten. Jij bent nooit bang', zegt hij. Overdonderd klap ik dicht. Ik kan hem niet vertellen dat ik misschien wel net zo bang ben als hij.
'Natuurlijk wel. Toen Marc je zo aan het toetakelen was, was ik bang. Toen je zo boos was bij de Afgraving, was ik bang. Ik voel ook angst, Levi', geef ik toe.

Voor mijn gevoelens voor jou ben ik bang.

Voor alles en iedereen om me heen ben ik bang.

'Wat had je voor Duits, Mirre?' verbreek ik snel het onderwerp. Ik kijk voor me, waar Bente en Mirre fietsen.
'Een 7,2!' zegt ze enthousiast.
'Lekker hoor!' roep ik en geef haar met moeite een high-five. Lastig kijkt Levi toe. Ik kijk hem onderzoekend aan, maar hij richt beschaamd zijn ogen naar de grond.

Ik ga dichter op hem fietsen zodra ik in de verte een scooter aan hoor komen en steun behoed met mijn onderarm tegen de zijne, maar de scooter raast voorbij en er gebeurt niets. Beschaamd duwt Levi me weg met zijn elleboog. Beduusd zucht ik.

Ik ben blij dat ik mijn rijlessen heb opgezegd voor hem. Hij zou me nooit meer normaal aan kunnen kijken als ik op een scooter had gereden. Het zou keer op keer zijn trauma voeden. Het is zonde van mijn theorie, maar alles voor Levi.

Na een tijdje komen we aan op school. Ik kijk meteen rond om te zien of Marc al ergens te bekennen is, maar tot mijn geluk zie ik hem nergens.
Ik zet mijn fiets weg naast Bentes fiets en wacht tot Levi klaar is om naar binnen te gaan.
'De volgende keer hoef je echt niet zomaar weg te fietsen. Ik vond het echt heel lullig dat je me zo alleen liet staan', sist Bente achter me. Verbaasd kijk ik om, maar ze loopt al pissig het schoolgebouw in.

Ik focus me echter weer op Levi zodra ik merk dat hij in beweging komt. Samen lopen we traag naar het schoolgebouw. Levi wrijft nerveus zijn handen over elkaar.
'Ik ben er, Levi', zeg ik zacht. Hij knikt afwezig.

In de school aangekomen is Marc natuurlijk het eerste wat me opvalt. Hij staat grijnzend in de gang op ons te wachten, maar hij zegt niets wanneer we hem passeren.
Vlug loopt Levi door naar zijn kluisje. Ik kijk Marc nog een keer diep aan, maar volg daarna Levi. We komen aan in zijn kluisjesrij, waar ook Daniël bezig is met het wegleggen van wat boeken. Lastig kijkt hij ons aan.

Abrupt stop ik met lopen wanneer Levi in zijn passen stopt en beduusd naar zijn kluisje kijkt. Ik volg zijn blik en voel het laatste beetje goede moed wegzakken in mijn schoenen.

"HOMO"

Het staat groot op het kluisje gekalkt met een dikke, watervaste stift. Eromheen staan kleine piemels getekend. Ik slik een keer. Voorzichtig kijk ik naar Levi, wie op het randje van huilen staat. Oh nee.

'Daan, heb jij toevallig parfum bij je?' vraag ik en steek mijn hand naar hem uit, wetende dat hij het waarschijnlijk in zijn tas heeft zitten.
'Uh, ja...' zegt hij en haalt twijfelend een glazen flesje uit zijn rugzak. Ik neem het aan en spuit een paar keer royaal op Levi's blauwe kluisje. Ik pak de onderkant van mijn lichtblauwe shirt vast en boen er de zwarte stift mee op. Slechts een kleine waas blijft achter op het kluisje. Levi staart met een rood hoofd naar mijn blootgestelde buik en ik hoop dat hij niet opmerkt dat ik minder ben gaan eten.

'Die stiften lossen op in alcohol', zeg ik om mezelf een houding te geven bij het verontrustende feit dat Marc Levi's kluisje heeft weten te bekladderen en er dus niet zo veel toezicht op hem is als ik had verwacht. Verbijsterd kijk ik naar de zwarte vlek op mijn shirt terwijl ik Daniël zijn parfum teruggeef.

'Bedankt', stamelt Levi en opent zijn kluisje. Zwijgend laat ik mijn shirt gaan en kijk toe hoe Levi wat boeken weglegt. Ik wil hem zo graag vasthouden, knuffelen, aanraken, vasthouden. Maar ik kan het niet doen, hoe graag ik het ook zou willen.
Traag sluit Levi zijn kluisje en kijkt dan zoekend de gang rond. Hij is zo mooi, zelfs als hij bang is.

'Ga je mee naar mijn kluisje?' vraag ik voorzichtig. Ergens ben ik bang dat hij zal zeggen dat hij wel met Daniël naar de aula loopt en mij zo alleen zal laten gaan.
'Ja, is goed', stemt hij twijfelend in.
Samen lopen we naar mijn kluisje en ik kan wel inzakken als een kaartenhuis wanneer ik het deurtje van mijn kluisje zie: de gele lak is op meerdere plekken weggekrast met een sleutel.

"FAGGOT"

"RIP"

Het staat onder elkaar, dwars over mijn kluisje gekrast. Allerlei andere scheldwoorden staan er rondom heen gekrast. Penissen met zowel watervaste stift als gekrast. Kruizen op een graf.
Hard hoor ik Marc lachen.
Mijn hart hamert in mijn borst. Ik wist dat hij het nu voornamelijk op mij gemunt zou hebben. Had ik maar geen gelijk gehad.

Geïrriteerd open ik mijn kluisje en voel mijn woede, angst en verdriet alleen maar meer toenemen; ze hebben mijn kluisje laten openen en hebben een felroze dildo met een zuignap aan de binnenkant opgehangen.

"Heb er niet te veel plezier mee faggot"

Opnieuw lachen Marc en zijn vrienden. Mijn lichaam borrelt. Het liefst wil ik me in de grond begraven, maar dat kan ik niet doen. Ik kan hem niet laten denken dat hij hiermee weg kan komen. Wat als hij hierdoor denkt Levi opnieuw aan te kunnen vallen? Hij mag hem niet meer aanraken.
Levi mag hierdoor niet denken dat ik over me heen laat lopen. Hij mag zijn vertrouwen in me niet verliezen.

Furieus ruk ik de dildo van het deurtje af, grijp hem vast bij de eikel en storm ermee op Marc af. Hij en zijn vrienden kijken lachend toe.
Het gelach stopt echter abrupt wanneer ik snoeihard met de ballen van de dildo tegen zijn slaap sla, waardoor hij languit neervalt op de grond.

'Heb je je eigen speeltje in mijn kluisje opgehangen, homo?' spuug ik uit en ga bovenop zijn onderbuik zitten, draai de dildo om in mijn handen.
'Heb je je eigen micropenis als inspiratie gebruikt voor onze kluisjes?' zeg ik woest en knijp zijn neus dicht. Het verbaast me dat zijn vrienden me nog niet bij hem weggetrokken hebben.
Wanneer Marc zijn mond opent om naar adem te happen, schuif ik de dildo zonder genade zijn strot in. Verbluft lacht Levi kort.
De dildo veert terug uit Marcs keel en net wanneer zijn vrienden me weg willen halen bij hem, trekt Levi me al aan mijn kraag omhoog.

'Holy shit', fluistert hij en trekt me achter hem. Opnieuw weet ik niet of het ter bescherming van mij of van Marc is. Ik voel mijn hoofd duizelen en mijn zicht wordt zwart aan de randen, maar ik probeer alert te blijven. Levi mag hier niet de gevolgen van merken omdat ik knock-out ben gegaan.
Overdonderd kijk ik toe hoe Marc overgeeft op de grond. Zijn vrienden kijken me pissig aan, maar lijken niet goed te weten wat ze moeten doen. Licht beginnen mijn handen te trillen.

'Donder op voordat ik hem tot aan de zuignap aan andere kant naar boven schuif, homo', spuug ik uit om ze weg te jagen. Marc spuugt zijn laatste beetje slijm uit en strompelt als een verslagen puppy weg met zijn vrienden.

Verbijsterd draait Levi zich naar me om. Slap glimlach ik naar hem.
'Waarom deed je dat?' vraagt hij. Mijn glimlach valt meteen als een baksteen van mijn gezicht. Verslagen kijk ik hem aan. Heeft hij niet door dat ik het voor hem deed? 'Weet je wel niet hoe dom dat was? Nu gaat hij echt niet rustig aan doen.'

Mijn glimlach keert niet terug. Hij heeft niet door dat ik het voor hem deed. Als hij het wel doorheeft, is hij er niet dankbaar voor. Ik stel hem alleen maar teleur. Ik maak hem alleen maar bang.

'Sorry...' slaat mijn stem over. 'Ik hoop hem gewoon afgeschrikt te hebben zo. Ik wilde hem niet weg laten komen hiermee.'
'Je bent echt te impulsief. Nee, te naïef. Natuurlijk gaat hij ons niet met rust laten hierna', zegt Levi.

Ik loop naar mijn kluisje, sla hem dicht zonder boeken weg te leggen en storm door naar de aula. Halverwege voel ik een hand op mijn schouder, waardoor ik in elkaar kruip. Boos kijk ik om, in de verwachting Marc te zien, maar het is Levi wie me tegenhoudt.

'Gaat het?' vraagt hij. Ik schud zijn hand van mijn schouder af en kijk strak voor me terwijl ik stevig doorloop. Zelfs hij kan me niet meer blij maken nu.
'Felix, gaat het?' vraagt hij weer en legt opnieuw zijn hand op mijn schouder. Kwaad sla ik hem weg en draai me naar hem om. Opnieuw duizel ik.
'Ik ben woest, oké?! Laat me gewoon met rust!' snauw ik en stamp de aula in. Het begon vanochtend al met Quinten, toen kwam ook nog eens Marc erbovenop en vervolgens verpest ik dingen alleen maar nog meer bij Levi.

Gefrustreerd laat ik mezelf op een stoel zakken en laat mijn gezicht in mijn handen vallen. Ik wil huilen. Ik wil huilen en huilen en huilen tot er geen tranen meer over zijn, en zelfs dan wil ik doorgaan met huilen. Ik wil in elkaar kruipen en als een balletje mijn ondergang tegemoet rollen.

Maar ik dwing mezelf te vermannen en mijn gezicht uit mijn handen te halen. Levi heeft niets aan me als ik instort. Wees sterk om Levi te beschermen, hoe erg je er ook aan kapot zal gaan, verwoest door zal worden. Bescherm Levi tegen Marc en zijn vrienden, tegen heel de buitenwereld, koste wat het kost.

Traag kom ik omhoog uit mijn handen en kijk Levi wazig aan. Hij lijkt bezorgd. Hij mag niet bezorgd zijn. Ik zou de enige moeten zijn die bezorgd is.
'Als het iemand is achter wie Marc aan gaat komen nu, ben ik het. Het was al duidelijk met de kluisjes, maar nu ik dit gedaan heb heeft hij geen reden jou nog aan te vallen. Jij bent nu zijn slachtoffer niet meer. Maak je maar geen zorgen', zeg ik en slik mijn schorre keel weg.

'Je bent een idioot', zegt hij. Zacht zucht ik. Ik ben blij dat de bel de ongemakkelijke situatie verbreekt. Ik sta meteen op en hijs mijn rugzak op mijn rug, wacht tot Levi klaar is en vertrek dan met hem naar het lokaal.
We komen aan in Friekmans lokaal en pakken onze boeken erbij. Ze begint haar uitleg en afwezig kijk ik naar haar presentatie.

Ik wil me gewoon weer mezelf voelen. Maar ik wil mezelf niet zijn. Alles in me spreekt zichzelf tegen.

Mijn verlangens en mijn wensen komen niet overeen.

Ik verlang naar Levi. Ik verlang ernaar met hem te zoenen. Maar ik wens dat ik hetero kon zijn. Ik wens dat er geen reden was om me te pesten.
Ik verlang ernaar om met Levi samen te kunnen zijn. Maar ik wens dat ik alles tussen Bente en mij uit kan laten werken.

Al snel laat de bel me opschrikken. Verdwaasd kijk ik rond, niet bewust dat ik heel de les gemist heb. Ik doe mijn boeken in mijn tas en wacht tot Levi klaar is. Samen lopen we naar de deur, maar worden tegengehouden door Friekmans stem.
'Felix,' trekt ze mijn aandacht, 'kan ik je even spreken?' Geschrokken kijk ik om. Ze legt net een stapel bladen weg op de hoek van haar bureau. Twijfelend loop ik naar haar toe terwijl de laatste klasgenoten het lokaal verlaten.

'Moet ik wachten?' klinkt Levi vanuit de deuropening. Hoopvol kijk ik hem aan.
'Nee, ga maar snel naar je volgende les', zegt Friekman voordat ik iets in kan brengen. Levi stemt in en vertrekt.

Fuck.

Ik kan niet met Friekman praten als Levi alleen over de gangen moet lopen. Uit paniek draai ik me om en wil hem achterna gaan, maar Friekman houdt me tegen door mijn pols lichtjes vast te pakken.
Verontwaardigd kijk ik naar haar om. Hoe durft ze me tegen te houden? Ik ben degene die Levi moet beschermen. Ik moet bij hem blijven om te voorkomen dat er iets gebeurt.

'Felix, ga even rustig zitten', zegt ze. Ik trek mijn arm los en schud stug mijn hoofd.
'Nee, ik moet naar mijn volgende les. Ik heb geen tijd', spreek ik haar tegen en probeer opnieuw weg te lopen.

Ik wil niet met haar praten. Ik weet waar ze het waarschijnlijk over wil hebben, maar daar wil ik het niet over hebben. Hoewel ik nog niet zo lang geleden het met Daniël en Simon over mijn seksualiteit heb gehad, ben ik niet bereid dit nog een keer te doen. Ik wil het blijven ontkennen. Ik wil er niet aan toegeven. De woorden zijn toen over mijn lippen gekomen, maar ik wil ze liever in me houden. Als ik het in me houd, is het misschien niet echt zo. Als ik er niet over spreek, is het misschien niet waar.

'Felix, ga zitten', klinkt Friekman nu strenger. 'Ik heb de docent al een mailtje gestuurd, dus het is oké dat je later bent. Dus ga zitten en doe rustig.'
Geïrriteerd pak ik een stoel, schuif hem ruw aan naast het bureau en ga ongeïnteresseerd zitten. Ik sla mijn armen over elkaar en kijk haar boos aan. Mijn lichaam voelt echter gepanikeerd. Levi loopt alleen op de gangen en ik moet zo over iets gaan praten waar ik niet klaar voor ben.

Friekman kijkt me kalm en vriendelijk aan. Het irriteert me. Hoe kan ze nou doen alsof er niets aan de hand is? Hoe kan ze doen alsof ik niet aan Levi's zijde moet zijn nu Marc weer terug op school is?

'Ik wil gewoon graag even met je praten, oké? Ik zie aan je dat je de laatste tijd niet helemaal lekker in je vel zit en ik ben bang dat je vrienden het niet merken omdat Levi zoveel heftigs heeft moeten doorstaan de laatste tijd en ze hun focus dus op hem hebben gelegd', zegt Friekman kalm. Trillend zucht ik. 'Ik denk dat ze niet echt doorhebben dat ook jij moeite ervaart met Marc en Levi niet de enige is. Volgens mij speelt er ontzettend veel in dat jonge koppie van je.'

'Ja, ik ben niet echt aanwezig in de les en ja, ik maak me continu zorgen over Levi! Zo, was dat het?' stoot ik gehaast uit en sta ruw op van mijn stoel. Verbijsterd kijkt Friekman me aan. 'Oké, doei. Dan ga ik nu naar mijn les', zeg ik boos en storm het lokaal uit.
'Felix!' roept ze nog, maar ik blijf stevig doorlopen en ga de gang op. Ik kan niet met haar praten. 'Felix!' hoor ik opnieuw, maar ik kijk niet om. Plots klinken er voetstappen achter me. 'Felix', zegt ze deze keer bezorgd en pakt mijn pols voor een tweede keer deze ochtend vast.

Wanneer ik me naar haar omdraai, besef ik dat ik tranen in mijn ogen heb staan. Woest trek ik mijn pols uit haar grip.
'Laat me met rust, kutwijf!' roep ik en ren weg, de trappen op naar mijn volgende lokaal. Tranen stromen over mijn wangen.

Ik meende mijn woorden niet, maar ik kan het niet aan nog een keer met iemand over mezelf te moeten praten.

Ik weet dat alles dan alleen maar onduidelijker zal worden. Dus het is beter als het onbesproken blijft en ik doorga met mijn leven leiden zoals ik deed voor mijn zoen met Levi op Petra's verjaardag.

Dus ik dwing mezelf te veranderen voordat ik werkelijk geworden ben wie ik ben. Ik weiger mijn losse eindjes aan elkaar te knopen.

Ik veeg mijn tranen weg voordat ik het lokaal in loop. Tot mijn opluchting zie ik Levi ongedeerd op zijn plek zitten.
'Marc nog tegengekomen op de gang?' vraag ik meteen zodra ik naast Levi zit, zodat hij geen vragen kan stellen. Verdwaasd kijkt hij me aan, zich duidelijk bewust van mijn bloeddoorlopen ogen. Klein schudt hij zijn hoofd.
'Mooi', zeg ik en schuif mijn boeken onder mijn neus. De rest van de les wordt er geen woord tussen Levi en mij gesproken.

♪ Crazy On You – Heart ♪
♪ Meet Me in the Hallway – Harry Styles ♪

Als ik eindelijk na een lange dag naar huis kan, haal ik opgelucht mijn fiets uit de stalling. Mijn middag werd lastig afgesloten door een ruzie met Bente, waarin ze boos was dat ik met Levi af wilde spreken in plaats van haar. Toen ik zei dat hij me waarschijnlijk meer nodig heeft dan zij na het gedoe met Marc vanochtend, kon ze niet echt meer iets zeggen om me tegen te spreken.

Ik heb Levi nog niet eens gevraagd of hij tijd met me door wil brengen. Het was deels ook een excuus om Bente niet onder vier ogen te hoeven zien.

Ik kijk om naar Levi, wie gespannen achter me bezig is met zijn fiets. Dankzij Petra weten we dat Marc het vorige uur al klaar was met school, maar dat betekent niet dat we niets meer kunnen verwachten van hem.
'Ga je mee naar mij?' vraag ik. Verbaasd kijkt hij op. Verward kijkt hij me aan en kijkt om zich heen of er iemand anders is waar ik het aan kon vragen. Waarschijnlijk komt het door mijn uitspraak van vorige week in zijn slaapkamer.
'Gezellig', antwoordt hij met een bescheiden glimlach. Mijn hart maakt een sprongetje in mijn borst.

Nee, Felix.

Word niet hoopvol.

Je moet je aan je woorden van vorige week houden: dat was de laatste keer. Vanmiddag mag er niets gebeuren. Marc is terug en je bent hetero.

Samen fietsen we de fietsenstalling uit en wachten in stilte tot Bente en Mirre bij ons aan zullen sluiten. Zwijgend kijk ik naar Levi, wie afwezig naar de passerende mensen op straat kijkt.
Ik vraag me af wat hij allemaal denkt. Ik vraag me af hoe hij zich nu voelt. Niet alleen over Marc, maar ook over mij. Hij laat alles maar gebeuren. Als hij me op dezelfde manier leuk vindt als ik hem, laat hij er niets van blijken. Hij laat me hem iedere keer zoenen, maar zelf initieert hij nooit iets. Waarschijnlijk ziet hij me enkel als een speeltje en kijkt hij toe om te zien tot hoe ver ik zal gaan. Hij vindt het waarschijnlijk leuk om me te testen.

Wanneer Bente en Mirre aankomen, fietsen we met z'n vieren weg. Ik laat Levi aan de binnenkant fietsen. Eindelijk komt er een gesprek op gang en ik forceer mezelf zoveel mogelijk mee te doen, zodat ik als vrolijke Felix mee kan praten – de Felix die iedereen kent, maar ik mezelf ondertussen ontzettend ver van verwijderd voel.

Zo nu en dan maak ik een oversekste opmerking en lach ik, zodat de anderen hopelijk niets merken van mijn werkelijke humeur. Het is het beste als ik het niet laat zien, anders gaat er informatie naar boven komen waarvan ik zelf liever heb dat ik het uit mijn hoofd kan verwijderen.

Ik hoef de aandacht niet. Die aandacht kunnen ze beter in Levi steken, want hij heeft er veel meer recht op.

'Mirvana,' verbreekt Levi plotseling het gesprek, 'ik ga trouwens mee naar Obelix, dus ik fiets niet helemaal mee', zegt hij. Met een grijns kijkt Mirre naar ons om.
'Oh, gezellig', zegt ze en knipoogt. Mijn hart bonst tegen mijn ribben. Weet ze van mijn gevoelens? Ben ik te duidelijk?
Mijn gedachten worden echter afgeleid door Bente, wie juist pissig onze kant op kijkt.

Het gesprek gaat wat stroever door terwijl mijn hart steeds sneller begint te kloppen. Elke meter die ik afleg is eentje dichterbij alleen zijn met Levi. Ik wil zo graag met hem zijn. Ik wilde dat we al bij mij thuis waren.

Na een paar straten komen we dan eindelijk aan in mijn straat en nemen we afscheid van Bente en een paar huizen later van Mirre. Ik vraag me af hoeveel gezeik ik van Bente ga krijgen hiervoor, maar ik kan me er voor nu even geen zorgen over maken. Mijn focus ligt nu bij Levi.
We gaan naar binnen na onze fietsen weggezet te hebben. Ergens ben ik bang dat Quinten er nog zal zijn, maar tot mijn opluchting is hij nergens te bekennen. De enige die ons begroeten, zijn Brutus en Idefix. Ik schenk wat te drinken voor ons in en kijk dromerig toe hoe Levi er wat van drinkt. Hij is zo knap.

Ik verlang ernaar hem vast te houden, te zoenen. Ik verlang er zo ontzettend naar dat hij bij mij hoort. Maar het kan niet. Hij heeft met Mirre en ik wens dat ik bij Bente kan blijven. We mogen niet bij elkaar horen, want ik kan niet iets anders dan hetero zijn.

'Wat wil je doen?' vraag ik om mezelf af te leiden. Hij haalt zijn schouders op.
'Maakt me niets uit', zegt hij. Het lucht me op dat hij ontspannen lijkt nu we alleen zijn. Op school was hij het compleet tegenovergestelde.

'Ik denk dat het het beste is als we gaan gamen. Het is te warm buiten', lieg ik. Buiten is de gevarenzone voor Marc, dus het liefst blijf ik er weg.
'Klopt', stemt Levi lachend in. God, ik hou van zijn lach. Samen gaan we naar boven. Ik open mijn kamerdeur en stap verslagen naar binnen.

'Jezus, het is hier ook al zo'n sauna', mopper ik en ga languit op bed liggen. Levi lacht en komt naast me liggen. Mijn hart klopt in mijn keel.
Zwijgend rol ik mijn hoofd naar hem en kijk hem aan. Ik rol me op mijn zij en leg mijn hand onder mijn hoofd ter ondersteuning. Levi doet hetzelfde. Ergens wil ik mijn rug naar hem toe draaien en me door hem in een knuffel laten trekken, maar ik verbied het mezelf.

'Waar ging je gesprek met Friekman over?' vraagt hij opeens. Een schok trekt door mijn borst.
'Ze wilde weten hoe het vanochtend was gegaan met Marc, maar ze wilde jou niet te veel aan hem herinneren dus vroeg ze het aan mij. Ik heb haar verteld over onze kluisjes, dus ze gaat haar best doen om het op te lossen.'
'Fijn', zegt hij en glimlacht. Ik glimlach geforceerd naar hem terug. Ik kijk in zijn mooie, hemelsblauwe ogen. Totaal andere ogen dan die van Bente.

'Hoe doe je dat?' vraagt hij. Ik frons.
'Hoe doe ik wat?' vraag ik verward.
'Zo kalm blijven met Marc in de buurt', antwoordt hij. Ik lach honend.
'Kalm? Ben je vergeten wat ik vanochtend gedaan heb? Vind je dat kalm?' zeg ik. Levi gniffelt nu.
'Oké, touché', zegt hij. Een glimlach trekt voorzichtig aan mijn mondhoek. Dan lacht Levi hard. Mijn buik kriebelt bij het horen van het geluid. Wat had ik het nodig om hem weer te zien lachen.

'Mijn hemel, ik kan echt niet geloven dat je dat hebt gedaan', lacht hij. Verlegen kijk ik weg, opgelucht dat hij er nu niet zo boos over lijkt als vanochtend.
'Alles om hem weg te houden bij jou', zeg ik en haal mijn schouders op. Voorzichtig kijk ik naar hem op en zie hem me verlegen terug aankijken.

Hij glimlacht smal en hoewel ik opgelucht wil zijn dat ik hem weer zie glimlachen vandaag, kan ik alleen maar naar zijn voortanden kijken en bedenken dat hij eentje heeft moeten laten herstellen omdat hij vanwege mij in een slachtpartij beland was. Ik kan me enkel maar dubbel voelen over zijn glimlach. Ik ben bang dat als ik zijn glimlach te goed observeer, ik het breeklijntje zou kunnen zien.

Levi weet niet hoe erg ik tekeerga vanbinnen zodra ik Marc in mijn vizier krijg. Hij weet niet hoe hard ik iedere keer wens dat hij niets zal doen. Hij weet niet hoe erg ik op mijn hoede ben, dag in dag uit. Hij weet helemaal niets van wat er in me rondgaat.

'Levi', zeg ik zacht. Hij kijkt me nog altijd diep aan. Zwijgend wacht hij op het vervolg van mijn zin. Ik wil niet meer zeggen wat ik van plan was. Het is onverstandig en maakt de situatie er niet makkelijker op.
'Om hulp vragen is niet zwak, ja?' verzin ik in plaats daarvan. 'Het is dapper en kan je leven redden. Ik ben er voor je.' Hij knikt.

Ik trek hem in een knuffel en kus zijn voorhoofd. Zijn voorhoofd dat zo beschadigd was door mij. Er lijkt zich een soort rust in mijn lichaam te nestelen wanneer hij me terug omhelst en zich in mijn armen nestelt.

Ik haal een keer mijn hand door zijn oranje krullen en kus opnieuw zijn voorhoofd. Stil luister ik naar zijn ademhaling. De storm in mijn lichaam voelt ietwat kalmer.
Levi duwt zich een beetje uit mijn armen en kijkt me zoekend aan. Mijn hart neemt met elke bons steeds meer mijn keel in beslag. Licht pak ik zijn hoofd vast en streel zijn wang. Hij bloost en glimlacht. Het vrolijkt me op. Het maakt hem zo aandoenlijk en onweerstaanbaar. Opnieuw streel ik zijn wang.

'Ik ben zo blij dat Marc je vandaag niets aan heeft gedaan', zeg ik en laat mijn hand door zijn krullen glijden. Mijn lichaam tintelt.
'Ik ook', zegt Levi.
Ik glimlach, maar voel de glimlach traag wegtrekken wanneer ik mijn lippen op de zijne wil drukken. Tranen branden in mijn ogen. Levi heeft niet door wat ik voor hem voel.

Hij leek vorige week niet door te hebben dat het niet goed meer gaat tussen Bente en mij door mijn gevoelens voor hem. Hij was maar al te gedreven om te zeggen dat het weer goed zal komen tussen ons. Omdat hij weet dat dat het juiste is wat ik moet doen. Omdat hij me niet op dezelfde manier ziet.

Ik voel een paar tranen uit mijn ogen ontsnappen. Verdwaasd kijkt Levi me aan.

'Hé, je hoeft niet te huilen. Ik weet zeker dat Friekman ervoor gaat zorgen dat Marc zijn straf krijgt', probeert hij me gerust te stellen. Een harde snik verlaat mijn keel. Wist hij maar waarom ik huil.

Zacht veegt hij mijn tranen weg en kijkt me zorgzaam aan. Verlegen bloos ik. Hij veegt mijn laatste traan weg en kijkt kort naar mijn lippen. Ook ik richt nu mijn ogen op zijn mond.
'De laatste keer', fluister ik hees en wacht tot Levi me tegen zal spreken, maar het gebeurt niet. Ik pak zijn hoofd met beide handen vast en druk licht mijn lippen op de zijne.

Mijn hart klopt als een sneltrein. Ik kus hem opnieuw, vlecht mijn lippen tussen de zijne. Ik zou het niet mogen doen, maar het voelt zo op zijn plek. Maar ik mag niet toegeven. Iedereen om me heen verlangt van me dat ik een jongen met een leuk vriendinnetje ben, niet een fantastisch vriendje. Mijn voorkeuren worden niet als normaal gezien, dus moet ik ze voor mezelf houden. Bente is met wie ik moet zijn.

Levi is met wie ik verlang te zijn.

Je kan niet altijd al je verlangens uit laten komen. Blijf jezelf.

Opnieuw zoen ik hem en laat mijn tong voorzichtig langs die van hem gaan. Hij grijpt zich stevig vast aan mijn bovenarm. Mijn hoofd duizelt om hoe sterk hij is.
Ik duw hem op zijn rug en ga op zijn onderbuik zitten. Zo ruw als het vanochtend bij Marc ging, zo delicaat doe ik het nu. Levi mag niet bang zijn voor me.

Mijn handen glijden door zijn haren en ik wil dat deze kamer het enige was wat er bestond in de wereld.

Hoe kan het dat Levi me zo goed laat voelen? Sinds wanneer? Hoe kan het dat ik hier zo verstrikt in ben geraakt?
Wat is het dat Levi hierbij denkt en voelt? Waarom laat hij het me steeds doen, maar begint hij zelf nooit iets?

Abrupt breek ik van hem los en kijk hem buiten adem aan. Verwonderd kijkt hij me terug aan. Het is niet juist en ik weet dat ik zou moeten stoppen, maar hij is zo mooi en laat me zo juist voelen.
Ik breng mijn handen naar de boord van zijn lichtgele polo en begin ongeduldig de knoopjes te openen. Zijn ogen worden zo groot als satellietschotels. Ik buig naar hem toe en zoen hem opnieuw.

Gejaagd ga ik door met het openen van het andere knoopje terwijl ik smal mijn mond voor Levi open. Hij gaat op de vraag in en zoent me vurig terug. Het is de laatste keer, Felix, dus haal eruit wat je eruit kan halen.

Ik breek een milliseconde van hem los om zijn polo uit te trekken, druk daarna meteen weer mijn lippen op de zijne. Levi's handen bijten zich nu vast aan mijn schouders.
Ik zoen zijn mondhoek en daarna zijn kaaklijn. Mijn handen dwalen over de zachte, warme huid van zijn gespierde bovenlichaam. Ik zoen achter zijn oor en zoen zijn nek. Ik kus hem tussen zijn sleutelbenen. Ik plaats een zuigzoen op de overgang van zijn nek naar zijn schouder.

Ik kijk naar hem op wanneer hij voorzichtig zijn hand onder mijn shirt glipt. Tranen bijten in mijn ogen terwijl ik naar de zwarte vlek op de lichtblauwe stof van mijn shirt kijk. Het was een waarschuwing van Marc, en toch zit ik weer hier met Levi.

Buiten adem kijkt hij me bestuderend aan. Mijn droom van een paar dagen geleden speelt zich voor mijn ogen af, maar deze keer met de rollen omgedraaid. Hij mag mijn shirt niet uittrekken. Hij mag mijn lichaam niet zien. Dan knapt hij misschien op me af.

Opnieuw plaats ik een zuigzoen, deze keer aan de andere kant van zijn nek. Ik dwaal af met mijn kusjes. Ik kus zijn borst terwijl ik mijn hand over zijn sixpack laat glijden. Mijn eigen lichaam bruist erdoor. Hij heeft zo'n verdomd goed lichaam.
Ik kus zijn borstbeen en plaats er een derde zuigzoen. Mijn handen grijpen zijn middel stevig vast. Zijn handen glijden hoger over mijn lichaam terwijl mijn lippen verder afdwalen over zijn lichaam.

Mijn buik kriebelt wanneer ik het begin van zijn sixpack zoen. Ik plaats duizenden kusjes op zijn gespierde buik terwijl ik steeds verder naar beneden ga. De zachte haartjes onder zijn navel strelen mijn lippen. Mijn hemel, wat heb ik lang gewacht om dat te kunnen voelen.

Levi schiet overeind wanneer ik bij de rand van zijn zomerbroek aankom. Uitdagend kijk ik naar hem op. Ik zoen hem onder zijn navel, recht boven zijn gulp, en pak deze vervolgens vast. Levi duwt licht buiten adem mijn hoofd weg.

'Felix, je kan dit niet doen', zegt hij hees. Verontwaardigd kijk ik hem aan en plaats mijn hand op zijn kruis. Er schiet een rilling over zijn rug.
'En dat toen op het toilet dan?' vraag ik verward. Levi wordt nog roder dan ik had verwacht dat hij kon. Hij stottert en stamelt wat. Diep kijk ik hem aan terwijl ik opnieuw zijn onderbuik zoen, zijn kruis masseer. Mijn lippen tasten voorzichtig de rand van zijn broek af. Maar abrupt schiet Levi onder me uit en kijkt me pissig aan.

'Dat op het toilet was een fout', zegt hij. De woorden komen als een harde stomp op mijn neus binnen. 'Ik was zat en dom. Het had nooit mogen gebeuren. Je hebt verdomme een vriendinnetje, Felix', zegt hij woest.

Verdwaasd kijk ik toe hoe hij zijn shirt oppakt van de grond en hem lopend aantrekt. Overrompeld klauter ik omhoog en strompel achter hem aan.
Ik grijp zijn pols vast voordat hij mijn kamer verlaten heeft. Boos draait hij zich naar me om en rukt zijn pols los. Hij stormt mijn kamer uit en laat me zo verstomd achter.

Ik breek echter vrij uit mijn trance wanneer ik hem de trap af hoor gaan. Vlug volg ik hem. Hij kan niet alleen naar huis met Marc op vrije voet. De voordeur wordt echter al dichtgesmeten.
Ik ren de gang door en trek de voordeur open, waar Levi net buiten op zijn fiets stapt.

'Je kan niet alleen naar huis!' roep ik. Kwaad kijkt hij me aan.
'Als jij er niet was geweest, was er geen reden geweest dat ik niet alleen naar huis kan', spuugt hij uit en crost weg. Mijn hart zakt in mijn schoenen. Hij heeft gelijk. En ik blijf het elke keer maar weer doen.

Beduusd kijk ik hem na. Hoe kan ik elke keer zo naïef zijn? Ik heb vorige week letterlijk nog zijn armbandje gezien, duidelijk opzettelijk vernield door hem. Hij wil niets te maken hebben met me.

Verslagen sluit ik de voordeur en sjok terug naar mijn slaapkamer. Ik probeer mijn sportkleren bij elkaar te vinden in de puinhoop. Misschien kan ik mijn hoofd leeg rennen.

Mijn hart raast in mijn borst wanneer de deur naar mijn kamer opent. Daar waar ik had gehoopt dat het Levi zou zijn, is het juist Bente wie binnenkomt. Overdonderd zucht ik.
'Oh, hoi', stamel ik en forceer een glimlach. Wat als ze drie minuten eerder binnen was gekomen?
'Hey', groet ze me en glimlacht lief. Ik schud vragend mijn hoofd. 'Ik zag dat Levi weg was, dus wilde ik toch nog even komen.'

Opnieuw verbaast het me hoe erg ze me in de gaten houdt. Gepijnigd glimlach ik naar haar.

'Lief. Maar we hadden eigenlijk afgesproken om samen naar de sportschool te gaan. Hij is naar huis om zijn spullen te pakken', zeg ik terwijl ik mijn eigen gympen optil om mijn leugen aan te dikken.
'Ik weet ook wel een work-out voor je', zegt ze sluw. Radeloos zucht ik.
'Bente, ik kan hem niet laten zitten in de sportschool', zeg ik en kom omhoog van mijn hurken. Grijnzend stapt Bente op me af.

'Je gaat liever sporten met Levi dan zweten met mij?' zegt ze en drukt speels een kus op mijn nek. Mijn hoofd wordt licht. 'Ik dacht dat je zo van me hield.'

Ze heeft gelijk. Ik hou van haar. Dat wat er gaande is met Levi, zou niet plaats mogen vinden. Ik moet me overgeven aan Bente, niet aan hem.

'Je hebt gelijk', zeg ik en probeer een grijns rond mijn mondhoeken te krijgen.
Ik plaats mijn handen op haar kont en trek haar tegen me aan terwijl ik haar bezitterig zoen. Het helpt dat mijn lichaam nog deels opgewonden is van Levi.

Het duurt niet lang voordat we op mijn bed eindigen en elkaars kleren uit beginnen te trekken. Ik vermijd het openen van Bentes knoopjes op haar blouse, te bang dat het beeld me aan Levi's polo doet denken. In plaats daarvan scheur ik de blouse open. Een plezierig geluidje verlaat Bentes keel en tevreden zoent ze mijn nek.

Al snel heb ik een condoom uit mijn nachtkastje gegrist en laat ik mijn show beginnen. Alles om niet meer aan Levi te denken en te bewijzen dat ik hetero ben. Ik had ook nog wat goed te maken met haar na vanochtend en onze ruzie vanmiddag.

--------------------

Wil je sneller verder kunnen lezen? "40 seconden met één jongen" is te koop via Brave New Books, verschillende webshops en boekenwinkels! Door het boek te kopen kun je helemaal zelf bepalen wanneer je verder leest. :)

Heb je iets meer geduld? Dan kan je elke woensdag en elke vrijdag een nieuw hoofdstuk verwachten!

Continue Reading

You'll Also Like

116K 8.4K 35
Een vervolg op My American Apparel Underwear, maar is los te lezen. Zoë is niet bepaald het soort meisje dat bulkt van de vrienden en elke week een a...
4.8K 160 23
Voor de camera heeft hij altijd een lach op zijn gezicht en doet altijd gezellig mee. Ook op kantoor en tijdens feestjes doet hij gezellig mee. Maar...
15.5K 421 20
Hoi ik ben Lucy maar mijn schuilnaam is Roxy mijn broer is de badboy van de school toen wij gingen verhuizen werd hij weer de badboy ik ben zangeres...
519K 31.6K 61
Stel: je bent zestien en je zit in de vijfde klas. Je hebt negentien andere klasgenoten in je stamklas en met hen heb je de meeste lessen samen. Één...