Zoekende

By mijnverhaaltjes

373 62 195

Ryven kon altijd iedereen vinden, iedereen behalve de mensen die hem dierbaar waren. Wanneer hij een gezocht... More

1. Ryven
2. Liris
3. Ryven
4. Liris
5. Ryven
6. Liris
7. Ryven
8. Liris
9. Ryven
10. Liris
11. Ryven
12. Liris
13. Ryven
14. Liris
15. Ryven
17. Ryven
Epiloog. Liris

16. Liris

7 2 3
By mijnverhaaltjes

Ryven ging op de bank zitten terwijl ik op de camera's bleef bekijken, mijn ogen waren altijd op Merijn gericht. Ik kon niet wachten tot hij eindelijk naar zijn kantoor zou komen en ik de angst in zijn ogen zou zien.

En ik zou genieten van elke seconde.

Ryven leek ook nerveus, althans hij ging voor de zoveelste keer verzitten. Hij speelde met de knoopjes van zijn blouse en ik keek naar zijn lange vingers die bedekt waren onder de grijze stof van Basal. Hij was toe aan een douche.

De camerabeelden flikkerden, ze waren al flink oud. Bekende gezichten flitsten over het scherm, het leek erop dat iedereen braaf achter Merijn aan was gegaan nadat ze me verraden hadden.

Ze waren hier naar boven gestormd om me aan te spreken en ik had gedacht dat het allemaal een grote grap was. Ik had mezelf nooit uitgeroepen als de leider van de Tijgerklauwen, iedereen wist mijn naam gewoon doordat ik gevreesd was. Maar Merijn had achter mijn rug om onder mijn naam bevelen gegeven, had me omhoog geheveld als een leider en een onverslaanbare tiran.

En ik had mijn ogen ervoor gesloten, want ik vond mijn situatie destijds prima. Ik wilde de status quo niet veranderen, ik wilde de mensen om me heen niet verliezen.

Maar ik was blijkbaar de enige die er zo over dacht.

'Ze komen eraan.' Merijn en Ari kwamen de trap op met hun vingers verstrengeld. Alsof het zoveel moeite was om te wachten, begonnen ze elkaar af te lebberen in de gang. Ik trok mijn neus op, hoopte dat ze van de trap zouden vallen.

Ryven schoot overeind, zijn blik naar de deur gericht. 'Ga achter het bureau zitten,' beval ik hem. We moesten ervoor zorgen dat Merijn geen hulp kon roepen. Ik trok het pistool uit mijn buidelzak, dook achter de deur.

Met mijn rug tegen de muur luisterde ik naar de geluiden van handen die de deurklink niet konden vinden en een hoop gekreun. Ik sloot mijn ogen, verbande de geluiden uit mijn hoofd voor er beelden vormden.

De deur ging eindelijk open en de twee struikelden naar binnen, shirts al bijna uit. Ik wilde bijna kokhalzen, maar gaf niet toe aan mijn lichaam.

Mijn voet duwde de deur dicht, waardoor de twee geschrokken omkeken. Met mijn wapen gericht op Merijn glimlachte ik onder mijn mondmasker. 'Goedemiddag tortelduifjes.' Merijn keek naar de deur, naar het slot dat ik niet kon omdraaien zolang ik mijn pistool op hem wilde richten.

'Waag het niet om domme ideeën te hebben, je denkt toch niet dat je sneller bij de deur bent dan ik een kogel door je heen jaag?' Ik zette een paar stappen richting de twee die angstig naar achteren deinsden. 'Dus, Merijntje. Ga naar de intercom en beveel iedereen te evacueren, of anders.'

Merijns blauwe ogen trilden, het voelde bijna als kinderspel. Hij was altijd al een watje geweest in zijn eentje en dat was nooit veranderd. De jongen knikte, hij draaide zich naar het bureau waar Ryven stond.

'Snoepje.' Ryvens ogen schoten naar me en ik greep Ari bij de arm, mijn grip misschien wat ruwer dan ik bedoelde. 'Niet loslaten, je weet wat er anders gebeurt.'

Hij stapte achter het bureau vandaan en ik duwde Ari in zijn armen. Hen was compleet bevroren op hun plek. Zodra niemand meer op de camera's te zien was, zette ik mijn hand op Merijns schouder. 'Goed gedaan.'

Nu iedereen in ieder geval uit het gebouw was, kon ik het sluiten. Mijn hand tastte onder het bureau af, waar een knop zat om het gebouw compleet af te sluiten. Een geweldig idee die Merijn had geïnstalleerd toen we nog met elkaar om konden gaan. Dit zou ons voorlopig veilig houden.

Merijn sloot zijn ogen, maakte een schietgebedje zodra de metalen deuren sloten op de camera's. Nu het grootste probleem geregeld was, kon niemand ons meer storen. De enige in- en uitgang was nu het raam, maar Merijn leek elk moment flauw te kunnen vallen.

'Je weet waarschijnlijk al waarom ik hier ben.' Ik greep naar het mes dat Merijn om zijn middel droeg, het gewicht voelde vertrouwd in mijn hand. Mijn vingers streken over het metalen blad. Het was bot, perfect om iemand te laten lijden.

Merijn viel, misschien was het de spanning of zijn spieren die het begaven. Het maakte me niet uit. Ik trapte de stoel aan de kant, Ari snikte. De jongeman kroop naar achteren tot de muur hem tegenhield. Angst vulden zijn ogen tot het te veel was en tranen ontsprongen.

'Liris...' Ik glimlachte alleen. Het had geen zin meer om te smeken. Torende over hem uit, nam al zijn vrees in me op.

Ik dacht dat dit me voldoening zou geven.

Merijn hyperventileerde, leek elk moment dood neer te kunnen vallen. Mijn vingers klemden om het mes. Hij was doodsbang voor me.

Maar waarom voelde ik me zo teleurgesteld?

'Je moet haar tegenhouden!' De krijsende stem van Ari sneed door de ruimte, overstemde mijn gedachten.

Waarom. Waarom. Waarom.

Een mes door zijn keel ging me niet helpen, toch hield ik het paraat. Dit was het moment waarvan ik gedroomd had, mijn wraak die ik uit zou voeren. Merijns blauwe ogen trilden, hij hield zijn hand voor zich.

'Liris, je hoeft dit ni-.' Merijn.

'Dit kan je niet laten gebeuren!' Ari.

Ze praatten te veel. 'Wees stil,' gromde ik. Mijn voeten waren aan de grond genageld, ze wilden me niet dichter bij Merijn dragen. Gelukkig slikte mijn voormalige vriend meteen zijn woorden in, zijn handen trilden. De enige handen die ik ooit had vastgehouden.

Waarom voelde ik me zo leeg?

'Waarom?' Het woord was mijn mond uit voor ik het doorhad. Ik begreep het niet.

'Kijk ik- Nee, de jongens die wilden dat ik...' Merijn brabbelde, hij staarde intens naar het mes bij elke lettergreep. 'Mensen waren ontevreden met je positie vanwege je zegel en ze voelden zich bedreigd, dus op een gegeven moment kwamen ze samen om je neer te halen, maar ik probeerde ze tegen te houden. Maar ze deden het toch, maar-'

Het mes schoot uit mijn hand in een moment van woede. Alsof een van de weinig touwtjes die me bijeenhield kapot schoot. Merijn schreeuwde het uit van pijn zodra mijn wapen in zijn schouder boorde. Ik wreef over mijn pijnlijk kloppende slapen, elk woord dat hij zei was een compleet lulverhaal. Ik kon Ari vaag horen schreeuwen naar me, en daarna weer naar Ryven dat hij niks deed.

'Bespaar me de leugens.' Ik probeerde niet eens meer te glimlachen, ik was moe. 'Jij was degene die zo geobsedeerd was met mijn zegel. Jij was degene die ze bij elkaar heeft laten komen.' Merijn kronkelde tegen de muur, waarschijnlijk waren mijn woorden niet eens aangekomen. Gefrustreerd stootte ik mijn vuist tegen de muur, de impact dreunde door mijn lichaam.

Merijn hapte naar adem, met onrustige trappen probeerde hij me van hem vandaan te houden. 'Zegel dit, zegel dat. Als je hem zo leuk vindt, mag je hem hebben!' Mijn vuist belandde nogmaals op de muur, gips brokkelde op Merijns blonde haren terwijl mijn knokkels prikkelden. 'Maar weet dat je je niet zo voelt omdat ik een zegel heb, maar omdat jij je stomme minderwaardigheidscomplex niet kon tegenhouden.'

'En jij dan?' Ik verbaasde om het volume van Merijns stem. Hij had dezelfde razernij in zijn ogen als op de dag dat hij een mes in mijn rug stak. 'Jij was degene die je zegel op elk moment wilde gebruiken zonder ook maar na te denken over de consequenties. Je wist dat je het niet kon onderdrukken. Kan je mij wel leuk de schuld geven dat niemand je mocht, maar dit was te verwachten!' Ik leunde dichterbij, Merijn kromp in elkaar. De moed die hij tijdens zijn uitbarsting gehad had, was gesmolten als sneeuw voor de zon.

Waarom was ik zo boos? Waarom kon ik er niet koeltjes tegen aankijken zoals ik me dat voorgesteld had.

'Je hebt zóveel meer dan ik gehad.' Met mijn hand greep ik naar Merijns kraag, nog brandend van alle woede bracht ik zijn gezicht naar me. Ik had zoveel manieren waarop ik hem kon laten lijden, snel en langzaam, maar mijn vingers verkrampten bij het idee dat ik hem zou vermoorden. Hij probeerde weg te komen, sloeg in het wild, maar zijn klappen waren zo zacht als een strandbal die tegen me aankwam. 'Ik haat het hoe iedereen zo trouw is aan je, ik haat het hoe de solidariteit die je gecreëerd had geen plek overliet voor mij.'

Ik was nooit daadwerkelijk de tiran van Basal geweest, ik was alleen het aanhangsel van Merijn die grootse plannen had die ik hem hielp uit te voeren. Want hij was de enige die ik hier had. Helaas begon Merijn me op een gegeven moment als zijn rivaal te zien. Woest sloeg ik zijn lichaam tegen de muur, mijn arm trilde door het gewicht. 'Je bent zo dom als je denkt dat ik het beter had dan jij.'

Ari flipte helemaal achter me. Hun smeekbedes was omgeslagen tot gillen.

'Wat voor broer ben je nou? Je hebt mijn leven miserabel gemaakt eerst, en nu kom je het hier ook verpesten!'

Iets knapte.

Mijn hand bewoog uit zichzelf. Ik liet Merijns lichaam tegen de muur omlaag glijden en met stampende passen maakte ik mijn weg naar Ari. Ryven had hun vastgehouden, zoals hij me beloofd had. Hun lange blauwe haren waren in de worsteling aan alle kanten gaan uitsteken. Ari zette een stap achteruit zodra ik dichterbij kwam, Ryven liet haar los.

Ari was niet snel genoeg.

Mijn platte hand belandde op hun wang en de sanfia viel op de vloer. Hun gezicht was rood en met betraande ogen hield hen hun vingers tegen de gloeiende jukbeender. Voor het eerst was hen stil.

Als een vis uit het water schokte hen naar achteren, maar hun hakken maakten het hen niet makkelijk. Ik liet me zakken op mijn knieën, klemde hun benen tussen de mijne terwijl ik hen aan de trui vastpakte.

Ik haatte dit. Het stekende gevoel in mijn hart. Mijn handen die brandden door al het vechten tot dit punt.

Ik haatte alles.

'En jij.' Ari snikte terwijl hen geklemd was onder mij, de zwarte stof van hun trui nestelde zich onder mijn nagels terwijl ik er een ruk aan gaf. 'Jij moet stoppen met janken.'

Ari's lippen trilden, hun lippen waren helemaal gesnoerd. Mijn mond was droog door al het schreeuwen en ik kon mijn hart in mijn tenen voelen kloppen. Zwaar ademend keek ik naar de bange Ari met vuurrode wangen.

Wat was ik aan het doen?

'Heb je je ooit afgevraagd...' Ik trok Ari naar me toe, stootte mijn voorhoofd zachtjes tegen die van hen. Hun adem stokte in hun keel terwijl ik hun blik vasthield. '...hoe eenzaam Ryven zich had gevoeld al die jaren?'

Ik haatte hoe mijn mond uit zichzelf praatte, hoe de tranen in mijn ooghoeken brandden.

Ik haatte alles.

Maar Ryven iets minder dan de rest van de wereld.

'Liris,' murmelde Ryven, hij legde zijn hand op mijn bovenarm. Zijn blik was zacht en ik besefte me dat ik zijn sanfia in elkaar had geslagen. Ari's trui gleed door mijn vingers waar het naaiwerk in mijn vingertoppen gegraveerd was. Gauw kwam ik van Ari af, duwde hen in Ryvens richting terwijl ik subtiel met de paarse mouw van mijn trui langs mijn ogen ging. De stof verkleurde door mijn tranen.

'Sorry, ik liet mezelf gaan.' Zuchtend draaide ik mijn rug naar hem toe, mijn blik was naar de vloer gericht. Alsof ik het koud had wreef ik over mijn arm. Ari snikte op de vloer, hun vingers hielden hun gezwollen wang vast.

'Dankje.' Onverwachts legde Ryven zijn hand op mijn hoofd, zijn stem was zacht. Ik bevroor. Wat een dom gebaar, dacht ik terwijl meer tranen zich naar boven vochten.

'Merijn,' fluisterde Ari met haar bibberende stem. Ze keek naar de muur, naar de plek waar Merijns lichaam hoorde te zitten. Alleen hing hij nu half uit het raam met zijn lichaam. Met wijde ogen keek ik naar zijn laatste ontsnappingspoging, de sprong vanuit het raam naar de brandtrap was makkelijk te halen, maar niet als je in paniek was. Ik wist het uit ervaring.

Merijn gleed uit, zijn hand gleed van de vensterbank en hij gilde zijn laatste schreeuw voor hij de grond bereikte met een klotsend geluid. Een rilling ging door mijn rug, een idioot in paniek maakte de slechtste beslissingen.

Ari had hun hand tegen hun mond aan geslagen, tranen liepen over hun beurse wangen.

De val uit het raam was te overleven met wat geluk, ik had het een keer overleefd zelfs nadat mijn armen in elkaar gerammeld waren. Ryven naderde het raam, keek naar buiten met een moeilijk gezicht, voor hij hoofdschuddend terugkwam.

'Hij is dood.' Alsof de Tijgerklauwen buiten net tot dezelfde conclusie gekomen waren, begonnen ze te schreeuwen. Een pure en rauwe kreet voor hun leider.

Ik sloot mijn ogen, als we nu naar buiten zouden gaan, dan zouden we zeker neergemaaid worden. Mijn blik ging naar de camera's, naar de horde mensen die buiten op de deur stonden te bonken alsof het een zombie invasie was.

'Jullie moeten hier weg.' Ik telde minstens vijftig man en dat was absoluut onmogelijk te verslaan. Wegsluipen was ook geen optie meer, tenzij we ze afleidden.

Tenzij ik ze afleidde.

'Hoe bedoel je, jullie.' Ryven was te slim voor zijn doen. Ik keek naar hem met een glimlach.

'Als jullie hier zijn, dan gaan jullie me alleen maar in de weg lopen.' Mijn blik viel op Ari die nog steeds op de grond zat, hun ogen ongefocust. Ik had hier geen tijd voor, ik moest het gebouw voorbereiden mocht ik een minuscule kans willen hebben om te overleven. Om de prikkende angst in mijn bloed te verbergen, glimlachte ik breed naar hem. Loom strekte ik me uit. 'Daarnaast is onze deal voorbij niet? Je kan gaan nu, onze wegen scheiden hier.'

Ryven greep mijn pols vast, hij opende zijn mond om hem vervolgens weer te sluiten. Er kwam geen woord uit hem.

Ik staarde hem aan met een vragende blik, zijn vingers verstrakten om mijn pols. Warm en pijnlijk.

'Ari,' doorbrak ik uiteindelijk de stilte, Ryven leek niet te gaan praten. Ari keek me bevend aan, hun wangen gloeiden nog rood. 'Merijn was niet zo'n goed persoon als je denkt dat hij was. Hij had al zijn misdaden onder jouw naam gezet in het geval ze door de mand vielen. Dat is zijn standaard tactiek.' Merijn was creatief en dit idee had hij ooit aan mij voorgesteld, maar ik was er destijds niet geïnteresseerd in. Ik had nooit gedacht dat ik daadwerkelijk gepakt zou worden.

Ryvens sanfia reageerde niet, hen staarde me alleen met trillende ogen aan. Ik zuchtte. 'Ik weet niet wat je hebt gedaan vroeger om het gevoel te hebben dat je niet meer thuis kan komen, maar iedereen houdt zo erg van je dus maak je daar niet zo druk om. Ga naar huis.'

Ari sloeg hun ogen zwijgend neer, ik voelde me ontzettend dom om deze woorden te zeggen. Ik had geen idee wat hen dwarszat, dus kon ik hun alleen de woorden geven waarvan ik wenste dat iemand anders ze tegen me had gezegd.

'Weet je het zeker?' Ryven die al de hele tijd iets probeerde te zeggen, wist eindelijk wat woorden eruit te persen.

Nee. Laat me niet achter.

'Ja.' Ik glimlachte. Mijn maag had zichzelf in een zeemansknoop gebonden, maar één leven kwijt was beter dan alle drie. Bang dat Ryven door mijn glimlach heenkeek, draaide ik mijn gezicht weg alsof ik aan het zoeken was naar iets.

'Ik weet ni-'

'Alsjeblieft, Ryven.' Hij moest zich ook realiseren hoe erg de situatie op dit moment was. Ik had geen energie om ze te overtuigen en Ryven had niet de energie om me tegen te spreken. Hij stopte ook met terneergeslagen ogen.

'Als dit voorbij is, ga ik je zoeken.' Zijn woorden rammelden aan mijn hart, brachten tranen in me op. Het klonk als een belofte, een valse hoop dat ik misschien Ryven weer zou zien. Ik lachte, in mezelf, in mijn naïeve zelf die besloot om hoop te houden.

'Dat is waarom ik een crush op je heb.'

'Wat?' Mijn stem was zacht genoeg dat hij het niet hoorde en ik wuifde het weg. Ik moest nog veel voorbereiden, de kelder was vol met wapens en ik had geluk met de nauwe gangen van het gebouw. Mobiliteit en omgeving was in mijn voordeel vergeleken met de menigte.

'Ga wanneer je schoten hoort. Dan zullen de meeste mensen niet meer op de brandtrap letten. En als je echt terugkomt, wacht dan twee dagen tot het veilig is.' Mijn lichaam trilde terwijl ik de deur van het kantoor opende. Ryvens ja achtervolgde me de hal in en ik glimlachte in mezelf.

Bedankt, Snoepje, dat je me een kans hebt gegeven om mijn zegel voor iemand anders te gebruiken. 

Continue Reading

You'll Also Like

30.2K 1K 82
Ik ben Chloé. Chloé Whoods. 17 jaar en dochter van een maffia baas. Mijn vader is één van de grootste maffia groepen van het land en omstreken. Ik be...
316K 10.7K 46
Zijn ogen blikten naar beneden. 'Sh*t, je bent zo sexy', gromde hij. Hij pakte mijn heupen vast en drukte me op het bed. Hij ging snel tussen mijn be...
Ultraviolet By Evita__M

Science Fiction

40.4K 2.5K 109
Een nieuwe ziekte, de Zwarte Pest, teistert de inwoners van Valis. Kinderen worden verplicht om zich te laten vaccineren, maar dit alles blijkt een l...
33.6K 1.5K 36
✵ WATTYS 2019 WINNER - FANTASY ✵ Ze had zich voorbereid op een saai leven, maar toen veranderde alles. ~ ...