"Haar mentor is een week geleden omgekomen, terwijl hij Stan escorteerde." 

Het werd plots muisstil in de zaal en ik voelde hoe de blikken van de toeschouwers moeiteloos overgingen van geamuseerd naar medelijdend. Ik slikte onopvallend - voor zover dat gaat als je midden in het licht staat op een leeg podium - en concentreerde me nog intenser op de deur terwijl mijn gedachten terugkeerden naar die zaterdag, een week geleden.

"Kaat?" 
Ik keek glimlachend op van mijn huistaak toen ik Finns stem herkende en draaide me half om. 
Hij glimlachte ook en trok de stoel die naast me stond onder de tafel uit. Terwijl hij zich liet zakken, keek hij even geïnteresseerd naar het blad dat voor me lag en glimlachte nog iets breder. 
"Mythologie?" 
Ik knikte en schoof het wat aan de kant terwijl ik mijn lichaam zo draaide dat ik zijwaarts op mijn stoel zat en hem recht kon aankijken. Verwonderd gleden mijn ogen over zijn leren jas. Hij droeg er normaal nooit één.
"Ga je weg?" 
Hij knikte en stak zijn arm naar me toe om me de armband te laten zien dat rond zijn pols hing. Ik herkende het koperen sieraad dat Claessens aan de Beschermers gaf als ze een net afgestudeerde leerling moesten escorteren naar zijn Beschermeling en fronste mijn wenkbrauwen. 
"Studeren de laatstejaars niet pas volgende week af?" Mijn stem was een echo van mijn verbazing.
"Jawel, maar Stan- "
Hij brak zijn eigen zin af en keek me vragend aan. 
"Ken je hem?" 
Ik knikte vaag en gebaarde hem door te gaan. Iedereen kende de jongen die vorig jaar niet afgestudeerd was, omdat er complicaties waren met het meisje dat hij toegewezen had gekregen. Ze was doodziek geweest en Claessens en zijn comité hadden zich terrecht afgevraagd of het dan wel nodig was om iemand toe te wijzen aan iemand die misschien over een maand dood zou zijn. Je verspilde een goede Beschermer aangezien die - vanaf het moment dat hij verbonden was met zijn Beschermeling - een speciale band had met hem of haar. Als hij zijn Beschermeling dan zou verliezen, kostte dat zodanig veel tijd om erboven op te komen, dat hij er minstens een half jaar uitlag. En ondertussen waren er zoveel andere kandidaten, dat het alleen maar negatief zou zijn om hem voor een maand toe te wijzen aan een hopeloos geval. Hoe cru dat ook mocht klinken.

"Het meisje is dus aan de beterhand", verklaarde Finn. 
Ik keek verrast op. 
"Dat is goed nieuws!" 
Mijn mentor knikte bevestigend. 
"Dat is het inderdaad en nu kan hij dus vertrekken." 
Zijn laatste woord deed me terug denken aan dat andere aspect dat mijn verbazing had gewekt. 

"Doet normaal gezien Gabriël die escortes niet?"
Finn glimlachte en leunde geamuseerd achteruit. 
"Je zegt het zelf al: 'normaal'. Maar vandaag ben ik dus van dienst." 
Tevreden met zijn antwoord keek hij me droogjes aan. 
Ik zuchtte en draaide me terug om naar mijn taak van Mythologie. Ook al wist ik dat ik hem op die manier alleen maar meer plezier gunde.
"Gabriël is ziek", vertelde hij plots geheel tegen mijn verwachtingen in. "Hij zou er een moord voor begaan om hier vandaag in mijn plaats te staan, maar hij kan nog niet eens twee passen zetten. Ik zou er ook een moord voor doen om hier niet te moeten staan - aangezien ik wel leukere dingen te doen heb (me bezig houden met jouw trainingen bijvoorbeeld) - maar het ligt niet in mijn aard om mensen te doden."
Ik keerde me terug naar hem toe en voelde een nieuwe glimlach over mijn lippen glijden.
"Veel plezier dan op je uitje."
Finn schudde glimlachend zijn hoofd.
"Des te eerder ik terug ben, des te beter. Jij zou het nog in je hoofd halen de hele dag hier in die bibliotheek te zitten met je taak van Mythologie, in plaats van ook maar iets te doen voor je Psychologie, hoewel dat even belangrijk, zo niet belangrijker, is."
Quasi verontwaardigd keek ik hem aan en schoof mijn papier voor een tweede keer van me af terwijl ik rechtstond.
"Nee hoor, kijk maar, ik beweeg ook af en toe!"
Als om mijn woorden kracht bij te zetten, zwaaide ik wat met mijn armen.
"God beware me," kermde Finn gespeeld, "als je dat bewegen noemt, ga ik me toch ernstige zorgen moeten beginnen maken als je vanavond zegt dat je iets voor Psychologie gedaan hebt..."
Ik trok mijn wenkbrauwen op en probeerde zo goed en zo kwaad als het ging om hem beledigd aan te kijken.
"En helemaal na zo'n blik."
Lachend duwde ik hem tegen zijn arm. Hij glimlachte terug en greep instinctief mijn hand vast met zo'n onverwachte snelheid dat ik mijn evenwicht verloor en half op zijn schoot belandde. 
Om te beletten dat ik op de grond zou glijden, sloeg ik mijn armen om zijn nek en drukte me tegen hem aan. Ik voelde hoe zijn lach vanuit zijn borst omhoog borrelde en vrolijk door de bbliotheek schalde terwijl hij zijn handen op mijn onderrug legde en me daardoor extra steun gaf. Langzaam liet ik me zakken tot ik zijn benen onder me voelde, legde mijn hoofd op zijn schouder en luisterde naar zijn lach die langzaam wegstierf.
"Alles oké?"
Zijn stem klonk zacht en bezorgd. Waarschijnlijk vroeg hij dat omdat ik anders nooit zo knuffelig was, concludeerde ik. Maar ik had gewoon nu even de behoefte om vast gehouden te worden. Ik weet niet waar dat plots vandaan kwam. Ik wist niet waarom. Ik wist alleen dat ik het wou.
Alsof hij mijn gedachten kon lezen, sloeg hij zijn armen beschermend om me heen en trok me dicht tegen hem aan.

BeschermerWhere stories live. Discover now