Auteur note & Proloog

132 21 43
                                    

Hallooooo iedereen,

Yeahhh, eindelijk weer een Nederlands boek. Na twee jaar in het Engels te hebben geschreven merk je wel dat je je eigen taal wel gaat missen.

~Tweedelig boek~
Boek 1: Niet Alleen (tot H10)
Boek 2: In de Schaduw

Het zijn twee boeken in één boek. Na hoofdstuk tien komt deel twee. Het wordt een spannend, mysterieus en angstaanjagend verhaal.

Ik ben zo benieuwd wat jullie ervan gaan vinden.

Feedback wordt altijd gewaardeerd en stemmen en reacties wat je ervan vindt ook. :)

Hieronder volgt de proloog.

Veel leesplezier!

Groetjes,

Me

***********************************************************************************************

~Proloog~

Ahhhh nee! Ik ben te laat voor werk. Alweer. Zo onopvallend loop ik naar de achterkant van de winkel en doe een schort voor. Vervolgens doe ik mijn lange blonden haren in een staart. Mijn beste vriendin wacht al voorin de zaak. Gelukkig is vandaag de bazin niet in de winkel. Anders moet ik weer tien euro van mijn loon terug geven aan haar. Je denkt vast dat is veel. Eigenlijk was het twee euro maar naarmate je iedere keer weer te laat bent komt er twee euro bij. Dus dan kom je na vijf keer op tien euro terecht.

"Je bent er eindelijk!" zegt Clair en ze steekt haar hand in haar zij.

"Sorry sorry," zeg ik tegen haar en ze schud haar hoofd.

"Dit keer is het niet het weer, je hond, je zusje of school maar vast een vrachtwagen die je heeft aangereden?" mompelde ze in haarzelf en ik weet dat ze geïrriteerd is dat ik alweer te laat ben.

Ik loop naar haar toe en geef haar een knuffel.

"De volgende keer als ik weer te laat ben, betaal ik je een liter ijs." Claire's ogen beginnen te twinkelen.

"Nou dan mag je zondag weer te laat komen," zegt ze blij. Ik schud mijn hoofd en begin het ijs voor me recht te strijken.

Ik werk samen met mijn beste vriendin Sofie twee dagen in de week in een ijszaak. We werken hier al twee jaar. Toen we vijftien waren wilde we zo graag een bijbaantje bij de ijszaak. En toen er twee vacatures open stonden waren we de eerste die al voor de ijszaak stonden. Over twee weken werken we er twee en half jaar.

De eerste klanten komen en Sofie en ik bereiden ijsjes voor ze klaar. Naarmate de dag vordert wordt het wat donkerder en zit onze tijd er al bijna op.

We sluiten de deuren samen en we gaan het ijs opruimen in de grote vriezers.

"Zin om bij mij af te spreken?" vraag ik tijdens het opruimen aan Sofie.

"Nee, sorry. Ik moet echt geschiedenis leren voor morgen. Het is mijn tweede kans," verontschuldigde Sofie en ik geef haar een knikje.

"Natuurlijk!"

Als alles is opgeruimd sluit ik de deur achter me en loop samen met Sofie naar onze fietsen.

Het is een uurtje of negen en we fietsen richting mijn huis. Sofie woont vijf minuten van mijn huis.

"Tot morgen", zeg ik als ik naar rechts afbuig en zwaai naar Sofie.

"Tot morgen", zegt ze blij en ik fiets verder. Ik moet zo'n driehonderd meter langs een klein landhuis. Het landhuis geeft me altijd kippenvel. Niemand woont er meer sinds de oude vrouw die daar gewoond heeft vijf jaar geleden is overleden. Het staat leeg en soms heb ik het gevoel dat er toch iemand stiekem woont. Een zwever of erger.

Ik fiets verder en gelukkig is de weg een beetje verlicht door straatlantaarnpalen en fiets ik niet in het pikkie donker.

Ineens scheurt een busje langs het kleine landhuis op de weg en rijdt in tegenoverstelde richting naar me toe. Het busje rijdt midden op de weg en mijn handen houden stevig het stuur vast.

Ik rijd steeds meer naast de weg en ik zie het busje van richting veranderen. Het busje rijdt steeds meer naar links en ik rijd voorzichtig naar links om het busje te ontwijken maar tot mijn grote schrik verandert het busje weer van richting en volgt mijn kant op.

Ik voel paniek opkomen en begin steeds langzamer te fietsen. Als het busje zo'n vijf meter van me vandaan is spring ik van mijn fiets en val in het gras.

Ik hoef maar twee keer te knipperen met mijn ogen en een afschuwelijk geluid scheurt door de lucht en ik weet dat mijn fiets is overreden.

Zo snel ik kan sta ik op en ren richting mijn huis. Het is maar zo'n tweehonderd meter verderop. Ik kan mijn huis al zien liggen. Gillend schreeuw ik "help" en ren zo hard ik kan naar huis.

Achter me hoor ik piepende banden en het busje hoor ik dichterbij komen. Mijn hart gaat tekeer in mijn borstkas. Ik durf niet achterom te kijken. Bang dat het busje dichterbij is dan verwacht.

"Help!" schreeuw ik zo hard ik kan maar ik ben te ver om gehoord te worden.

Mijn gedachten slaan op hol en snel kijk ik achterom en zie het busje zo'n tien meter achter me. Ik weet dat naast me een vijver is en duik opzij. De auto scheurt net langs me en ik val in de vijver.

Het koude water voelt ijskoud en laat me klappertanden. Zo snel ik kan sta ik op en klim uit de vijver.

Mijn knie bloed en mijn lichaam is vermoeid.

Het busje is maar liefst zes meter verderop en rijdt weer naar me toe. Mijn ledematen beginnen te trillen en tranen stromen over mijn wangen.

Ik adem diep in en uit en draai me om en ren weg maar botst tegen iemand op. De klap is zo hard dat ik achteruit val op de weg..

"Asjeblieft. Doe me niks", schreeuw ik hard, hopend dat iemand me kan horen.

De persoon voor me is lang, breed en draagt een zwart masker.

Het busje stopt naast me en de persoon met het zwarte masker pakt me me arm stevig vast en ik begin te gillen.

"Nee, nee!" gil ik zo hard en ik begin te trappen. Ik doe er alles aan om me te bevrijden. Het lukt bijna en de hand van de persoon glipt weg en ik wil opstaan maar voel ineens een harde klap op mijn hoofd. Ik val op de grond en zie onder het busje mijn huis liggen.

Duizeligheid voel ik opkomen en dan zie ik de deur open gaan van mijn huis en mijn jongere zusje loopt naar buiten.

"Sara!" schreeuw ik zo hard ik kan en een naald voel in mijn arm prikken, een traan rolt over mijn wang en een het laatste wat ik zie is de silhouet van mijn kleine zusje.

Pauze "Niet Alleen" {Thriller} (Dutch/Nederlands)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu