1️⃣

69 0 0
                                    

TESSA
Ik ga met mijn vingers over de contouren van mijn zus' tekening - een zee van bloemen in de vorm van een paar longen. De twee ovalen zijn explosies van bloemblaadjes im zachtroze, helderwitte, zelfs blauwpaarse tinten, maar op een andere manier hebben ze allemaal iets unieks, een levendigheid die aanvoelt alsof ze voor altijd zullen bloeien. Sommige bloemen zijn nog niet uitgekomen; in de kleine knoppen onder mijn vingers voel ik het leven ongeduldig tintelen. Dat zijn mijn favorieten. Ik vraag me vaak af hoe het zou zijn om zulke gezonde longen te hebben. Zo vol van leven. Ik adem diep in en voel hoe de lucht zich een weg worstelt. Terwijl ik over het laatste blaadje van de laatste bloem strijk, beweegt mijn hand omlaag. Mijn vingers glijden over de achtergrond van sterren. Elk lichtpuntje dat Abby heeft getekend is een poging om het oneindigde vast te leggen. Ik moet hoesten en leun naar voren om een foto van ons samen van mijn bed te pakken. We staan in het park verderop in de straat. Twee precies dezelfde glimlachen kijken me van onder dikke wollen sjaals aan. Boven onze hoofden fonkelen de feestlichtjes als de sterren op Abby's tekening. Het had iets magisch: de zachte gloed van de lantaarns in het park, de sneeuw op de takken van de bomen; het straalde allemaal zo'n vredige stilte uit. We waren bijna doodgevroren voor die foto vorig jaar, maar het was een soort traditie van ons geworden: Abby en ik die de kou trotseren om samen de feestlichtjes te bewonderen. Deze foto roept altijd een bepaald gevoel bij me op. Dat gevoel van samen met mijn zus een groot avontuur aangaan. Alleen wij tweeën, terwijl de wereld aan onze voeten ligt. Ik pak een punaise en hang de foto naast de tekening. Daarna ga ik op mijn bed zitten en pak mijn notitieboekje en pen van mijn nachtkastje. Mijn ogen dwalen over de lange to-dolijst helemaal to aan '#22: nadenken over het leven na de dood. Nummer 22 was waarschijnlijk te veel van het goede, voor een vrijdagmiddag, maar nummer 17, 'wanden versieren' kan ik wegstrepen. Ik kijk naar de muren die voorheen nog zo kaal waren. de hele ochtend ben ik bezig geweest om de kamer weer echt van mij te maken. Overal hangen nu tekeningen die ik door de jaren heen van Abby heb gekregen, fragmenten kleur en leven die van de witte ziekenhuiswanden spatten, elk kunstwerk het product van een ander ziekenhuisbezoek. Ik met een infuus in mijn arm. De zal zit vol met vlinders in allerlei vormen, kleuren en groottes. Ik met een zuurstofslangetje dat is gekruld in het oneindigheidsteken. Ik met mijn vernevelaar, waarbij die eruit opstijgende nevel een stralenkrans vormt. En dan nog de meest verfijnde: een vervangende wervelwind van sterren die ze de allereerste keer dat ik hier was tekende. Het is niet zo geperfectioneerd als haar latere werk, maar op een of andere manier vind ik het daardoor alleen maar mooier. En vlak onder al die levendigheid... zit mijn medische apparatuur, naast een afzichtelijke groene neplederen stoel die in elke kamer van het St. Grace staat. Ik staar naar de lege infuuspaal en besef dat ik over precies een uur en negen minuten het eerste van vele shots antibiotica van deze maand ga krijgen. Jeej. 'Hier is het' roept een stem op de gang. Met een knerperend geluid gaat de deur langzaam een stukje open en verschijnen er twee bekende gezichten. Camila en Mya hebben me hier de afgelopen tien jaar wel honderd keer bezocht en nog steeds lukt het hun niet om van de centrale hal naar mijn kamer te lopen zonder Jan en alleman de weg te hoeven vragen. 'Verkeerde kamer,' zeg ik en ik grijns wanneer er een blik van pure oplichting op hun gezicht verschijnt. Mya duwt de deur lachend verder open. 'Had maar zo gekund. Het is hier verdorie nog altijd een doolhof.' 'Hebben jullie er zin in?' Zeg ik, terwijl ik van het bed spring om beiden een knuffel te geven. Camila doet een stap achteruit en trekt een pruillip. Haar donkerbruine haar hangt al net zo triest omlaag als haar mondhoeken. 'Weer een trip zonder jou.' Ze heeft gelijk. Dit is niet de eerste keer dat ik mijn cystic fibrosis een klassenuitje, zonvakantie of schoolevenement moet missen. Zo'n zeventig procent van de tijd gaat alles vrij normaal. Ik ga naar school, en trek Camila en Mya op en werk aan mijn app. Dat alles doe ik met slecht werkende longen. Maar de resterende dertig procent van de tijd is het de CF die mijn leven beheerst. Als ik dus voor controle terug moet naar het ziekenhuis, mis ik dingen zoals een bezoek aan het museum of dit laatste schoolreisje naar Cabo. Deze keer gaan ze me volpompen met antibiotica, die me eindelijk zal verlossen van mijn zere keel en hardnekkige koorts. Maar ook mijn longfunctie neemt af. Mya ploft neer op mijn bed, zucht overdreven en leunt achterover 'het zijn maar twee weken. Weet je zeker dat je niet mee kunt? Het is ons allerlaatste schoolreisje, Tessa!' 'Ja,' zeg ik resoluut, en ze weten dat ik het meen. We zijn al zo lang vriendinnen, ze weten inmiddels dat mijn ziekte het laatste woord heeft als het op plannen aankomt. Niet dat ik niet wil gaan. Het is gewoon letterlijk een zaak van leven of dood. Ik kan niet mee naar Cabo, of waarheen dan ook, en het risico lopen dat ik nooit meer terugkom. Dat kan ik mijn ouders niet aandoen. Niet nu. 'Maar je was dit jaar voorzitter van de activiteitencommissie! Kunnen ze je therapieën niet uitstellen? We willen niet dat je hier opgesloten zit,' zegt Camila, en ze gebaart naar de ziekenhuiskamer die ik zo zorgvuldig heb versierd. Ik schud mijn hoofd 'we hebben de voorjaarsvakantie nog samen! En ik heb nog niet een besties weekend gemist sinds groep acht, toen ik zo verkouden was!' zeg ik. Ik glimlach hoopvol en kijk van Camila naar Mya en weer terug. Maar beiden blijven kijken alsof ik hun huisdier heb vermoord. Ik zie dat ze zoals afgesproken allebei een tas met zwemkleding hebben meegenomen. In een wanhopige poging van onderwerp te veranderen ruk ik die van Camila uit haar hand. 'Yeah, zwemkleding! We gaan de mooiste uitkiezen!' Aangezien ik niet in de Cabo-zon zal liggen bakken in een door mij uitgekozen outfit, mag ik toch in elk geval dat van mijn vriendinnen uitzoeken! Hier fleuren ze allemaal van op. We schudden hun tassen leeg op mijn bed en creëren zo een berg van bloemmotieven, stippen en felle kleuren. Ik doorzoek Camilla's stapel badkleding en pak iets roods wat het midden houdt tussen een bikinibroekje en een reepje stof, ongetwijfeld een afdankertje van haar oudere zus Megan. Ik gooi het haar toe. 'Dit. Echt iets voor jou.' Haar ogen worden groot. Ze houdt het voor haar middel en kijkt ernaar van achter haar bil met metalen montuur. 'Zo krijg ik in elk geval geen witte strepen...' 'Camila,' zeg ik, terwijl ik een blauw-witte bikini oppak waarvan ik zeker weet dat die haar geweldig zal staan. 'Grapje. Deze is perfect.' Ze kijkt opgelucht en grist de bikini uit mijn handen. Ik kijk naar de stapel van Mya, die zelf met een lach van oor tot oor zit te appen in de groene stoel in de hoek. Ik pak een badpak dat ze al sinds het schoolzwemmen im groep zes heeft en houd het met een grijns naar haar uit.

'Wat dacht je van deze, Mya?' 'Super! Ziet er tof uit!' zegt ze terwijl ze driftig verder typt. Camila snuift, stopt haar zwemkleding terug in de tas en kijkt me met een sluw lachje aan. 'Mason en Brooke zijn uit elkaar,' zegt ze. 'Niet! Echt?' zeg ik. Dat is nieuws. Fantastich nieuws. Nou ja, niet voor Brooke. Maar Mya is al gek op hem sinds de lessen Engels van mevrouw Wilson in de tweede. Dit tripje is haar kans om er eindelijk werk van te maken. Ik baal ervan dat ik er niet bij kan zijn om haar te helpen een waanzinnig 'Wilde romance met Mason in 10 stappen'-plan op te stellen. Mya legt haar telefoon weg en haalt nonchalant haar schouders op. Ze komt overeind en doet alsof ze naar de tekening aan de muren kijkt. 'Ach, boeie! We zien hem en Taylor morgenvroeg wel op het vliegveld.' Ik kijk haar aan en glimlach breed. 'Oke,  heel erg boeie dan!' We gillen het uit opwinding. Ik houd een schattig gestippeld badpak omhoog dat hartstikke vintage is en haar echt goed zal staan. Ze knipt, pakt het aan en houdt het voor zich. 'Ik hoopte al zó dat je die zou kiezen!' Ik kijk naar Camila, die zenuwachtig op haar horloge kijkt, wat me niet verbaast. Het is een enorme treuzelaar, en ze heeft vast nog niets voor Cabo gepakt. Behalve de bikini, natuurlijk. Ze ziet me kijken en lacht schaapachtig. 'Ik moet nog een badlaken kopen voor morgen.' Typisch Camila. Ik stap van het bed en krijg een triest gevoel bij de gedachte dat ze weggaan, maar ik wil ze niet ophouden. 'Wegwezen nu! Jullie vliegen morgenochtend hartstikke vroeg.' Mya kijkt somber de kamer rond en Camila draait haar badkledingtas terneergeslagen om haar hand.

Ze maken dit nog moeilijker dan ik verwacht had dat het zou worden. Ik slik het schuldgevoel en de irritatie die ik voel opkomen weg. Zij zijn niet degenen die hun schoolreisje naar Cabo hoeven missen. En ze hebben in elk geval elkaar. Ik zet een brede glimlach op en sleep mijn vriendinnen dan praktisch naar de deur. Mijn kaken doen zeer van alle gespeelde positiviteit, maar ik wil het gewoon niet verpesten voor hen. 'We sturen een heleboel foto's oké?' zegt Camila, en ze geeft me een knuffel. 'Doe dat! En fotoshop mij eraf en toe bij,' zeg ik tegen Mya, die een ster is in Adobe. 'Dan hebben jullie niet eens in de gaten dat ik er niet bij ben!' In de deuropening treuzelen ze, en met een overdreven zucht duw ik de meiden de gang op. 'Opzouten nu. Heel veel plezier,' 'We houden van je Tessa!' Roepen ze terwijl ze door de gang weglopen. Ik kijk ze na en zwaai tot Mya's dansende krullen volledig uit zicht zijn verdwenen. Ineens wil ik niet liever dan met hem meelopen, mijn spullen in- in plaats van uitpakken. Mijn glimlach vervaagt terwijl ik de deur dichtduw en naar een oud familiekiekje kijk dat netjes op de achterkant van de deur is geplakt. Hij is een paar jaar geleden opgenomen op de veranda voor ons huis tijdens de barbecue op Onafhankelijkheidsdag. Ik, Abby, pap en mam, alle vier met een sullige glimlach op ons gezicht, terwijl de camera het moment vastlegt. Even heb ik heimwee en hoor ik het gekraak van de versleten, gammele planken van de trap aan de voorzijde, terwijl we lachen en voor die foto dicht bij elkaar gaan staan. Ik mis dat gevoel van wij allemaal samen, gelukkig en gezond. Nou ja, grotendeels dan. Dit helpt niet. Met een zucht draai ik me om en kijk naar de medicijnkar. Als ik eerlijk ben vind ik het hier best leuk. Het ziekenhuis is al sinds mijn zesde mijn tweede thuis, en meestal vind ik het niet zo erg om hier te zijn. Ik onderga mijn therapieën, slik mijn medicijnen, drink mijn lichaamsgewicht aan milkshakes, zie de zusters Barb en Julie en vertrek weer. Zo simpel is het. Maar dit keer ben ik angstig, onrustig zelfs. Want nu wil ik niet alleen beter worden, maar moet dat. Voor mijn ouders. Ze hebben namelijk alles overhoopgehaald door te gaan scheiden. En nu ze elkaar kwijt zijn, kunnen ze het natuurlijk niet aan om ook mij nog te verliezen. Dat weet ik wel zeker. Als ik beter kan worden, misschien dat... Stapje voor stapje. Ik loop naar het zuurstofapparaat aan de muur, check nog een keer of de flowmeter goed is aangesloten en luister naar het langzame gesis van de zuurstof die eruit stroomt. Dan trek ik de slang om mijn oren en duw de plastic hulsjes in mijn neus. Met een zucht leun ik achterover op het oncomfortabele ziekenhuismatras en haal diep adem. Ik pak mijn notitieboekje om het volgende op mijn to-dolijst te lezen en mezelf bezig te houden - '#18: een vlog opnemen.' ik pak mijn pen en bijt er peinzend op, terwijl ik naar de woorden staar die ik eerder heb opgeschreven. Vreemd genoeg lijkt nadenken over het leven na de dood me nu makkelijker. Maar dit is DE lijst en dus strek ik me met een zucht uit naar mijn nachtkastje om mijn laptop te pakken. Ik plof kleermakerszit neer op het dekbedovertrek met bloemetjes. Dat heb ik gisteren gekocht toen Camilla en Mya op kledingjacht waren voor Cabo. Ik had helemaal geen dekbedhoes nodig, maar ze hielpen me zo enthousiast met iets uitzoeken voor mijn trip Nasr het ziekenhuis dat ik hem wel moest meenemen. Hij past in elk geval goed bij mijn muren: fleurig, levendig en kleurrijk. Ik typ nerveus op het toetsenbord en knijp mijn ogen samengaat mijn reflectie in het scherm terwijl mijn computer opstart. Met een zuur gezicht bekijk ik mijn warrige bos lang haar. Ik probeer het glad te strijken door mijn vingers erdoorheen te halen. Gefrustreerd trek ik het Haarelastiekje van me pols en zet mijn haar vast in een slordige knot, want ik wil er nog wel een beetje toonbaar uitzien.

You've reached the end of published parts.

⏰ Last updated: Oct 12, 2020 ⏰

Add this story to your Library to get notified about new parts!

Vijf stappen van jou ( Hardin & Tessa editie ) Where stories live. Discover now