Hoofdstuk 26: Ik gok op Rein

Start bij het begin
                                    

'Daar komt het op neer,' mompel ik.

We komen aan bij Reins lokaal en we blijven even staan. Ik sla mijn ogen verlegen neer.

'Zie ik je na school?' vraagt hij.

Ik kijk door mijn wimpers naar hem op.

'Ja,' zeg ik zachtjes met een glimlach.

Rein kust me op mijn wang en loopt daarna zijn klas binnen. Ik leg een hand op mijn wang en loop blozend naar mijn lokaal.

===

De hele dag dwaal ik met mijn gedachten af naar Rein. Hij is het enige wat steeds terugkeert in mijn hoofd.

Na de laatste bel staat hij al voor de school als ik aan kom wandelen. Ally staat er ook bij en ze zijn in een gesprek.

Ik kom erbij staan en Rein begroet me met een kus op mijn wang. Mijn hart slaat een slag over en ik bloos.

'Urg,' zegt Ally gefrustreerd. 'Florian wist het ook niet. Ik heb hem de hele tijd gestalkt en niks.'

Ik haal mijn schouders op.

'Je hebt het zelfs niet tegen Rein gezegd!' zegt ze.

'Het spijt me,' zeg ik. 'Ik kan het toch niet gaan rondbazuinen op school?'

'Nee, dat snap ik wel,' zegt ze en we beginnen met wandelen.

Ally en Rein wonen hier niet zo ver vandaan. Als ik naar huis moet wandelen, moet ik langs hun huizen dus kan ik beter meelopen.

Eerst deed ik dat niet, maar nu Rein en ik, je weet wel, aan het daten zijn, vind ik het leuk om te doen.

'Ik moet het gewoon subtiel doen en vragen stellen waar hij niet zo slim op kan antwoorden. Ik zal er eind deze week achter komen,' zegt Ally vastberaden.

'Oké,' zeg ik.

Rein verstrengeld onze vingers met elkaar en Ally kijkt er glimlachend naar.

'O, ja, ik moest jullie nog iets vragen. Wie topte er nu?' vraagt ze.

Reins wangen krijgen een rode kleur net zoals die van mij. Ik knijp zachtjes in zijn hand.

'Ally,' mompel ik. 'Moeten we het daarover hebben?'

'Ik gok op Rein,' negeert Ally me en ik rol mijn ogen.

'Je doet maar,' zegt Rein en kijkt me daarna aan met een kleine glimlach.

Ik slik.

'Oké, het is Rein dus,' zegt ze en vervolgens komen we aan bij haar thuis.

Ze trekt ons in een groepknuffel en zwaait als ze haar oprit oploopt.

Rein en ik wandelen verder, maar Rein maakt geen aanstalten om zijn straat in te lopen.

'Moet je hier niet af?' vraag ik.

'Woon jij hier?' vraagt hij.

'Nee,' mompel ik. 'Waarom loop je me naar huis?'

'Omdat ik daar zin in heb,' zegt hij en hij glimlacht naar me vanuit zijn ooghoeken. 'Plus ik hoop dat ik je dan nog kan zoenen.'

Mijn wangen worden warm en ik voel mijn hart een slag overslaan van liefde en adoratie.

'Waarom kan je het nu niet doen?' vraag ik, want ik moet toegeven dat ik zijn lippen ook gemist heb.

'Omdat iemand ons dan kan zien,' zegt hij.

'Schaam je je voor mij?' vraag ik half grappend en ik stoot hem zachtjes met mijn elleboog aan.

Wat ik denkWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu