Hij werd verliefd, verliefd op een vrouw waar alle mannen naar hunkerden, maar zag afkeuring in de ogen van alle omstanders, hij zag die afkeuring als jaloezie en trok er zich niets van aan en vroeg de mooie vrouw na verloop van tijd en enkele ontmoetingen haar hand, hij wou ze huwen.

Eerst weigerde ze en zei driemaal moet je het me vragen en de derde maal zal ik ja zeggen, dat vond Jan wat raar, maar wie zou dit niet overhebben voor een mooie vrouw als zij, op drie maanden tijd vroeg hij voor de derde maal de hand van de vrouw en nu zei ze dus inderdaad wel ja, en drie maanden later huwden ze.

De eerste weken van hun huwelijk waren Jan en Miranda dolgelukkig, ook hun fortuin groeide, want Miranda hielp mee met het vergaren van have en goed, en ze was er goed in, misschien zelfs beter dan Jan, maar steeds bleef de gedachte van Miranda haar staalgrijze ogen in Jan zijn gedachte rond vliegen, waar zag hij die ogen toch ooit? Ogen die tot in het diepste van je ziel konden doordringen en daar je diepste geheimen konden zien.

Op een mooie dag kwam Jan thuis van één van zijn wandelingen, iets vroeger dan verwacht, en daar aan de deur van zijn huis stond de oude vrouw die hij zoveel tijd geleden had gezien, Jan zag dat ze wat aan het doen was maar kon niet uitmaken wat het was van op die afstand, toen hij naderde verdween de vrouw achter zijn huis en was niet meer te zien of te vinden, raar, dacht Jan maar was met zijn gedachte al bij zijn Miranda en liet de oude vrouw uit zijn herinnering verdwijnen, net zoals ze achter zijn huis verdween, alsof ze nooit bestaan had.

Toen Jan binnen kwam had Miranda lekkere soep gekookt en heel het huis hing vol met lekkere geuren, maar Miranda daar was geen spoor van, waar Jan ook zocht in het hele huis hij vond haar niet.

Radeloos liep Jan om het huis heen en riep Miranda haar naam maar antwoord kwam er niet, in een draf liep hij naar de stad, geen tijd nemend zijn paard in te spannen, in de hoop dat zijn Miranda daar te vinden was.

Na lang zoeken ging Jan met gebogen hoofd als een gebroken man naar huis terug om daar voor de deur die oude vrouw weer te zien, deze maal verdween ze niet en scheen op hem te wachten.

Met en gemene lach om haar lippen stond de vrouw voor Jan, zijn ziel weer doordringend met haat staalgrijze ogen, en plots herinnerde Jan zich die ogen, die ogen, had Miranda ook niet die staalgrijze doordringende ogen?

De oude vrouw sprak Jan een en zei, en Jan iets verloren?Met weer die gemene glimlach op haar dunne lippen, Jan huilde en zei, ja mijn lieve vrouw, Miranda, weet jij waar ze is vertel het me alstublieft, de vrouw maakt het haar zo vertrouwde gebaar en gooide haar hoofd in de nek en liet weer haar lach horen, Jan, zei ze, herinner je nog ons eerste gesprek?Je vroeg me iets.

Nu was Jan verbaasd, want hij herinnerde zich inderdaad hun eerste gesprek, weet je nog wat je me vroeg?

Maar zei Jan, jou vroeg ik toch niets?

Nu keek de oude vrouw streng in zijn richting, en Jan had het gevoel dat er diep in zijn hart duizend zwaarden aan het hakken en steken waren, aan de oude eik zei de vrouw, de eik die in deze streek de duivelseik genoemd word stelde je me een vraag, je bezegelde die vraag en je lot met drie druppels bloed, die nacht kwam ik bij jou om je ziel te halen en je wens in vervulling te doen gaan, je vroeg me een vrouw, en dat wat het dierbaarste bij je komt en bij je blijft, wel zei de vrouw je hebt je wens en ik, ik heb je ziel, je zal ook pas rust vinden zei de vrouw, als al je have en goed weg is en je de liefde die je had voor Miranda terug vind, of als je een ziel even zwart vind als de jouwe, iemand die ook zoveel wil en zijn fortuin als het meest kostbare aanziet en die je fortuin wil overnemen en zo ook je vloek, met een lach eigen aan deze vrouw verdween ze voor Jan zijn ogen in het niets en hij bleef heel alleen achter, met al het geld al het have en al het goed dat hij maar wensen kon, maar zonder Miranda.

Wat Jan de volgende jaren ook deed om zijn geld te verkwisten, gokken, slechte beleggingen, weggeven steeds kwam zijn geld in drievoud terug, en nog steeds vond hij zijn Miranda niet,zo vond Jan geen rust en was gedwongen zijn tijd te slijten met het proberen te verkwisten van zijn fortuin, en zelfs nu, heel veel tijd later, zie je soms Jan zijn geest aan de duivelseik, met al het geld dat hij ooit wenste, maar nog steeds zonder Miranda, zoeken naar haar, en Miranda?Die keek samen met de oude vrouw uit de hel met geamuseerde blik naar Jan, en als je heel goed zag, zag je dat Miranda en de oude vrouw veel op elkaar leken, ze hadden dezelfde staalgrijze ogen, dezelfde gemene lach om hun lippen, en hielden met twee Jan zijn ziel vast, een ziel die nooit rust zou kennen door zijn eigen hebzuchtigheid.

En als je heel goed luistert hoor je 's nachts Jan roepen op "zijn" Miranda, slechts driemaal, maar wel heel zacht, en je hoort hem dan ook huilen in de wind die om je huis heen waait, want nu, honderden jaren later, zoekt Jan nog steeds naar haar of naar een ziel even zwart als de zijne, even hebberig als de zijne om zijn vloek over te nemen, dus als je hier in de heide wandelt, en je komt hem tegen, en hij bied je zijn fortuin aan, bedank hem en ga verder


Tiernan Bhroin

You've reached the end of published parts.

⏰ Last updated: Apr 11, 2020 ⏰

Add this story to your Library to get notified about new parts!

Jan en MirandaWhere stories live. Discover now