Proloog

127 15 6
                                    

Ik sla mijn arm om Rosalin, mijn nicht, heen om mijn evenwicht te bewaren. Wankelend loop ik mee aan haar zijde. Mijn nicht is druk aan het vertellen over de keer dat haar wiskundedocent was omgevallen, maar ik ben zo druk bezig met naar mijn voeten kijken om mijn balans te behouden dat ik er niet veel van meekrijg. Giechelend gris ik de autosleutels uit haar handen en druk op alle knopjes, waardoor haar kleine Fiat een geluidje maakt. Rosalin helpt me met instappen en lachend plof ik neer op de zachte stoel. Zonder te vragen of er muziek op mag, draai ik de volumeknop op honderd. De muziek schalt door de boxen van de auto en het gesuis in mijn oren verdwijnt. Ik kan me niet eens me herinneren hoeveel slokken ik heb genomen van de Whisky-fles in mijn hand. Ik neem aan dat ik er veel van heb genomen, want ik zie alleen nog maar een bodempje. Het dak van de auto staat open en de koele wind waait door mijn bruine haren. We rijden weg van de parkeerplaats af van de club. De naam van de jongen waar ik zo net mee heb gedanst, ben ik nu al vergeten.De lucht is donkergekleurd en de sterren fonkelen aan de hemel. De wereld lijkt drieduizend keer zoveel mooier als je gedronken hebt. Zonder een reden kijk ik lachend opzij, naar mijn nicht. Ze is een tikkeltje aangeschoten, maar nog wel in staat om te rijden. Ik pak mijn telefoon uit mijn zak en ik zie dat er weer eens iemand ongerust is om niks.

Louis > Hey Jill, is het gezellig? Ben je al onderweg naar huis? Rij voorzichtig! X

Lachend stop ik mijn telefoon weer weg. Ik heb geen zin in gezeik. Louis is een schatje, echt. Maar hij is zo voorzichtig en het leven is om van te genieten. Om de rit nog wat leuker te maken duwt mijn nicht het gaspedaal wat verder in en ik voel meteen dat de motor de auto nog harder aandrijft. Ik geef een kort gilletje van vreugde en ik steek mijn armen in de lucht. De gure wind glipt erlangs, wat me kippenvel bezorgt. De alcohol van deze avond loopt nog door mijn bloed heen. Ik kan het voelen lopen door mijn aderen, maar het kan me allemaal niks schelen. De lange weg voor ons is compleet uitgestorven. Soms is het toch ook heerlijk om alleen te zijn.

"Jill!" roept mijn nicht plotseling uit het niets. Ik draai mijn hoofd naar haar toe en kijk haar vragend aan. "Wil je rijden?" vraagt ze en mijn ogen lijken uit mijn oogkassen te puilen. Ik voel mijn mondhoeken omhoog krullen. Autorijden, dat heb ik altijd al willen doen. Het denkbeeldige engeltje op mijn schouder spreekt me dan snel streng toe. 'Foei Jillian, je mag niet autorijden, je hebt je rijbewijs niet.' Ik schud langzaam mijn hoofd heen en weer om de irritante stem, die klinkt als die van mijn moeder, uit mijn hoofd te schudden. Voor alles een eerste keer. Zonder er nog verder bij na te denken, knik ik.

"Niet zo verstandig," mompel ik grijzend, wanneer ik achter het stuur stap. Mijn nicht kijkt me teleurgesteld aan. "Ik heb gedronken!" gebruik ik als excuus.

"En dat mag je wel?" lacht ze spottend. Ik bijt op mijn lip. Het is wel waar, ik ben nog geen achttien. Hoewel ik wel op een achttienjarige kijk en ach, wat maakt het uit. Over een maand ben ik al achttien. Ik wend snel mijn gezicht af om het smekende gezicht van mijn nicht te kunnen ontwijken. Het pruillipje van mijn nicht werkte vroeger ook al en dat is door de jaren heen niet veranderd. Ik zou niks liever willen, maar Louis zal het meteen merken. En het laatste wat ik wil is Louis kwetsen, of teleurstellen. Hij is mijn beste vriend, wat moet ik zonder hem? Nu schud ik zelfverzekerder mijn hoofd. Hoe kan hij hier achterkomen? Hij is niet eens in de buurt en het is maar voor één keertje. "Breng jij ons nou maar veilig thuis, Jill." Haar hand legt ze op mijn knie en het brandt op mijn huid. Mijn hoofd tolt en ik wil niks anders dan in bed liggen. Misschien is het dan wel beter dat ik ga rijden, want mijn nicht is ook verreweg van nuchter. Bezwaar lijkt ze ook niet echt te trekken.

"Daar gaan we," zeg ik grijnzend en zet mijn voet op het gaspedaal. Zonder nog maar na te denken over de consequenties, druk ik het gaspedaal in en de auto gaat met een grote vaart vooruit. Ze mompelt wat terwijl haar hand naar het volumeknopje gaat. Genietend rijd ik over de weg en maak gebruik van de twee rijbanen. Er is toch niemand anders dan wij. Maar dan op een moment zie ik twee felle koplampen uit het duister verschijnen. Ik merk nu pas hoe gevaarlijk het is dat we op het midden van de weg rijden. Met trillende handen probeer ik de auto naar de andere kant toe te draaien, maar het is al te laat. Er volgt een geweldig harde toeter, een klap, de schreeuw naast me, en dan is het zwart.

Je hebt het einde van de gepubliceerde delen bereikt.

⏰ Laatst bijgewerkt: Jan 02, 2015 ⏰

Voeg dit verhaal toe aan je bibliotheek om op de hoogte gebracht te worden van nieuwe delen!

Over again > l.tWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu