3. Zonko's Fopmagazijn

68 5 7
                                    

Het duurde ons in totaal 14 seconden om bij Bill en Charlie weg te komen. We probeerden niet eens stiekem te zijn, toen ze even afgeleid waren, renden we recht de fopshop in. Gelukkig was het druk, en konden we ons goed in de menigte verschuilen. Ik en George waren een keer eerder in Zonko's fopmagazijn geweest. Toen hadden we zoveel chaos veroorzaakt dat ma ons niet meer alleen door de Wegisweg liet lopen. Dat had duidelijk niet gewerkt.

    "Moet je zien", zei George, wijzend op een grote bak met hikgum; een soort snoep dat je de rest van de dag liet hikken. Toen viel mijn oog op een stel theekoppen, die goed beveiligd in een glazen kast stonden. Ik liep eropaf, en las op het etiket dat het neusbijtende theekopjes waren.        "Die moeten we aan ma geven", grijnsde ik naar George, die ook naar de theekopjes was gelopen. Er waren nog veel meer vreemde dingen in de winkel, zoals kikkerdrilzeep, dat op een stuk zeep leek, maar explodeerde in kikkerdril wanneer het nat werd, en een soort vreemde taartjes, die er heerlijk uitzagen, maar verschrikkelijk smaakten. Er waren stinkkorrels, een soort fijngemalen zand dat je over iemand heen kon gooien om hem te laten stinken. Meerdere kinderen stonden te kijken naar een grote demonstratie van het nieuwste vuurwerk dat werd verkocht. Een van de soorten was kaarsvuurwerk, vuurwerk vermomd als een onschuldige kaars. Het zou perfect zijn om op Rons verjaardagstaart te doen, wanneer hij in maart eindelijk tien werd. Helaas zaten wij dan op Zweinstein. Misschien kon ik pa overtuigen om mee te werken? 

Toen pas viel mijn oog op het beste van allemaal; mestbommen. Een soort kleine balletjes die explodeerden wanneer ze de grond raakten en een smerige geur verspreden, die nog maanden bleef hangen. Simpel, maar effectief. Een van mijn favoriete spullen. Ik liep eropaf om te zien welke soorten ze hadden. Zelfaanvallende mestbommen leken wel handig; mestbommen die zelf op een slachtoffer afvlogen, waardoor je minder snel betrapt werd. Er waren ook onzichtbare mestbommen, die door hun onzichtbaarheid, op de stank na, geen verdere sporen achterlieten. Ik voelde in mijn zak, en realiseerde me dat ik nog drie sikkels had, precies genoeg! Ik wou net een pak zelfaanvallende mestbommen pakken, toen ik een hand op mijn schouder voelde. Ik draaide me om, en zag Charlie. Hij was niet blij. Ik wierp een blik op George, proberend hem te seinen om te vluchten. Het werkte niet, Bill had hem al gevonden. Ik wist snel nog een pak mestbommen te pakken, en legde mijn sikkels op de plek. Ik hoopte dat dat niet als diefstal gelde, maar dit was de enige kans in tijden om mijn voorraad te vergroten, en die kon ik niet laten liggen. 

    "Wat dachten jullie wel. Iedereen is naar jullie op zoek", siste Charlie boos. Bill mompelde een spreuk, en een blauwe bol onstond. Ik herkende het als een gedaanteloze patronus. Hoewel Bill het vaak had geprobeerd, was het hem nog niet gelukt om een volledige patronus op te roepen. De bol licht vloog met veel vaart de weg op, en ik realiseerde me dat hij een boodschap naar ma en pa stuurde. Die zouden niet blij zijn.


Het leven van ... Fred en George Wemel (WORDT HERSCHREVEN)Where stories live. Discover now