4. Dit ga je niet menen

Start bij het begin
                                    

Ze kijkt me schuin omhoog aan en ik zie een twinkeling in haar bruine ogen. Ze neemt me van top tot teen op en neemt een kleine pauze voordat ze antwoord geeft. 

'Geef me je telefoon maar,' zegt ze verleidelijk terwijl ze haar borsten voor uit duwt. Waarom doen vrouwen dat toch altijd? Ze hoeven echt niet te benadrukken waar we van begin af aan al op letten.

Ik pak mijn telefoon uit mijn broekzak, scroll naar "nieuwe contact toevoegen" voor ik hem aan haar geef.  Wanneer ik de telefoon weer terug neem zie ik dat ze Amy heeft ingetoetst.

Amy ik heb zin om je te zoenen en misschien wel meer - schrap dat maar, zeker meer dan alleen zoenen. Dit zeg ik niet tegen haar. In plaats daar van zeg ik 'Amy, ik ga jou zeker bellen en misschien wel meer. Schrap dat maar, zeker meer dan alleen bellen.' Ik geef haar een flauw lachje, draai me om en loop weg. 

Wanneer ik alles gevonden heb kom ik weer vermoeid aan bij het appartement. Ik had gedacht dat het niet zoveel was, maar als ik achterom kijk zie ik dat mijn auto helemaal vol geladen is. Als ik voor de vierde keer naar boven loop vervloek ik dat er geen lift is. Zo'n appartement en geen lift hebben... het enige nadeel van deze plek. Toch wil ik het allemaal naar boven hebben en loop stug door. Na een uur loop ik terug naar de auto en pak de laatste doos. Helaas ben ik zo snugger om de zwaarste doos voor het laatst te bewaren. Een doos met tegels.

Mijn benen voelen als lood aan en het duurt dan ook even voor ik bij de deur ben. Binnen gekomen vliegt de rechter deur open en schrik ik op van mevrouw van Laren die met een glas - wat ik denk dat siroop is- voor me staat. 

'Zo dit kan jij vast wel gebruiken hè. Ik zie je al heel de tijd zo sjouwen met al je spulletjes.'

Ze maant me de doos neer te zetten en ik doe eigenlijk meteen wat ze zegt. Ik heb het flauwe vermoeden dat dit niet de laatste keer is dat ik haar ga zien. Het zou me niks verbazen als ze heel de dag voor het raam zit te gluren wie er allemaal voorbij lopen. Dat gaat nog wat worden. Wanneer ik een slok neem, vliegen mijn vullingen haast uit mijn mond. Jezus, wat zoet.

'Mmmm, bedankt,' zeg ik met een grote glimlach die ik normaal voor mijn oma bewaar.

'Drink op, Drink op... Je moet goed vocht binnen krijgen hoor anders droog je uit met al dat harde werken. En we willen niet dat die mooie gespierde armen van je uitdrogen.'

Zit ze nu met me te flirten? Verlekkert kijkt ze naar mijn armen en ik huiver. Hopend dat ze niks anders dan het halve blik siroop in het water heeft gedaan, gooi ik het glas achterover en drink het in twee grote teugen leeg. Mijn ogen beginnen samen trekken wanneer de zoete drab langzaam door mijn keel glijd. Ik geef het glas terug aan haar en wil de doos oppakken wanneer ze weer tegen me begint te praten. Ik weet dat ik niet de meest aardige persoon op aarde ben, maar tegen oude vrouwtjes ben ik niet opgewassen. Ik kan de klap tegen mijn achterhoofd nog bijna voelen, wanneer mijn moeder mij een tik gaf omdat ik weer eens 'je' zei tegen mijn oma. Nu, als een soort geconditioneerde pavlov hond, verschijnt er een domme grijns op mijn gezicht en spreek ik met u wanneer er een ouder iemand tegen mij praat.  

Mevrouw van Laren begint over haar bridgeclub te vertellen en ik heb het gevoel dat het nog wel even gaat duren. Mijn gevoel laat mij uiteraard weer niet in de steek en een uur later rond ze eindelijk haar verhaal af. De grijns op mijn gezicht lijkt wel vast geschroefd en mijn wangen doen er zeer van. Ze verteld me dat ze, als ik wil, wel een extra sleutel voor me wil bewaren. Voor het geval dat ik mijn sleutel een keer vergeet of als ze de planten water moet geven. Met die mentale notitie kan ik eindelijk de laatste doos naar boven brengen. Ik wil eerst weten of ze geen onderbroek stelende stalker is, voordat ik überhaupt maar overweeg haar een sleutel te geven.  

Tegen de tijd dat ik boven aan ben, ben ik uitgeput. Ik hoor de centrale voordeur beneden dicht klappen en kijk richting de trap om te kunnen zien wie het is. Voor ik het helemaal goed door heb, hoor ik een krassend geluid wat steeds dichter bij komt.
Instinctief zet ik mijzelf schrap, maar als ik een harde knal tegen mijn scheenbeen aan voel, raak ik uit balans en laat met een klap de doos vallen. Kapotte tegels vliegen over de vloer heen en er begint een hond luid te blaffen in de hoek tegen over mij. 

Ik kan je niet uitstaan! [Deel 1]Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu