1. Anne is Anne

Start bij het begin
                                    

Ik kijk op de klok en zie dat ik nog maar een uur de tijd heb voordat ik moet beginnen. Ik werk in een leuke bistro in het centrum; Remco's. Serveerster is nou niet echt mijn droom baan te noemen en elk jaar roep ik dat het dit keer echt mijn laatste jaar is. Dat roep ik nu al vijf jaar...

Nee, waar mijn passie ligt is kunst. Vooral in het schilderen. Mijn schilderijen kun je het beste omschrijven als expressionistisch, dus veel kleuren en vormen. Toen ik een keer een schilderij aan Remco gaf voor zijn verjaardag, hing hij het trots op in het restaurant.

Naar mijn verbazing werd er veel naar gevraagd, wat mijn zelfvertrouwen echt een enorme boost gaf. Twee en een half jaar geleden kwam er een galeriehouder lunchen en vroeg aan Remco wie al die schilderijen had gemaakt. Hij had er inmiddels meer opgehangen toen hij zag hoe enthousiast mensen er op reageerde. Toen hij trots als een pauw vertelde dat zijn meest loyale medewerkster deze gemaakt had, bood de man mij een stuk ruimte in zijn atelier aan. Ik geloof dat ik nog nooit zo blij geweest was als die dag.

In het begin was ik erg onzeker of mensen het wel zouden kopen. Ik kan mij nog zo herinneren dat de man, Vic, mij vertelde dat mijn eerste stuk was verkocht! Sinds die dag verkoop ik regelmatig een stuk en hoef dus niet fulltime bij Remco te werken en kan ik met iets meer gemak mijn appartement betalen.

Ik hoor een piep bij de voordeur en schrik op. Oddy kijkt mij aan met een blik die ik maar al te goed ken "Schiet op ik moet plassen". Hij is mijn vijf jarige border collie, die ik zo genoemd heb omdat hij een "odd eye" is. Wat betekend dat hij twee verschillende kleuren ogen heeft. Doordat de ene kant van zijn kop zwart is en de ander wit, gaf hij me een soort "Yin Yang" gevoel. Oddy komt uit het asiel en heette eigenlijk Jozef. Toen ik hem zo zag zitten, mij schuin aankijkend, wist ik dat die naam niet bij hem paste.

Altijd ben ik een hondenmens geweest, maar mijn ex Vincent was allergisch dus had ik er eigenlijk nooit meer aan gedacht. Vanaf mijn zestiende woonde ik met hem samen en heb daarom nooit echt alleen gewoond. Toen ik de eerste nacht, alleen, in mijn eigen appartement sliep, viel het mij erg zwaar.

De dag erna zag ik een advertentie van het asiel in de krant. Dier zoekt mens. Alleen zijn is maar alleen, misschien kunnen we samen minder alleen zijn? Ik ben meteen naar het asiel gereden en toen al het papier werk rond was kon ik Oddy mee nemen. Op de een of andere manier beland ik met tv kijken vaak bij het tv programma 'The Dog Whisperer' en daardoor wist ik dat ik voor een rustige hond moest kiezen. Toen ik er aan kwam zaten, op drie na, alle honden mij stil aan te kijken. Oké? En nu Cesar? Ik liep langs de kooien en bekeek alle honden aandachtig. Allemaal hadden ze hun eigen charme en bijzonderheden, maar toen ik bij Oddy kwam wist ik het.

'Volgens mij is deze een beetje getikt,' zei het meisje giechelig. 'Hij maakt altijd zo'n raar huppeltje!'

Toen ik hem voor de eerste keer uit ging laten zag ik dat ze het nogal mild uitgedrukt had. Het leek wel een show paard in zo'n wedstrijd. In een soort drafje paradeerde hij over het veld, waarna hij ineens stopte en keihard begon rond te racen. Dit doet hij elke dag standaard en hij is in de loop van de jaren een soort attractie geworden. Ik moet ook toegeven het ziet er nog al komisch uit. Sommige mensen maken er zelfs wel eens een filmpje of foto van.
Als dat het enige "aparte" aan hem is dan zou ik liegen. Nee, Oddy heeft de nare gewoonte om alles te eten wat los of vast ligt. Hoe vaak ik geen sokken kwijt ben of fruit. Ik kan echt niks laten liggen. De dierenarts kent mij inmiddels bij mijn voornaam.

Ik doe Oddy zijn halsband om, trek m'n jas aan en stap naar buiten. Met dat ik de deur dicht doe hoor ik een luide knal in het huis naast me. Mijn nekharen schieten overeind en Oddy begint luid te blaffen.

Een inbreker?!?! Schiet er twee tellen door mijn hoofd.

Het huis staat namelijk al maanden leeg. De vorige bewoonster, Mevrouw van de Velden, was op een punt gekomen dat ze niet echt goed meer voor haar zelf kon zorgen. Het was nogal sneu om te zien. Soms kwam ze met haar hemd half uit haar broek naar buiten of vergat haar schoenen aan te doen. Ik hielp haar regelmatig met kleine klusjes zoals een boodschapje doen of de vuilniszak weg gooien. Soms mis ik haar wel eens, want het was een rustige vrouw.

Wanneer Oddy stopt met blaffen hoor ik stemmen binnen en besef me dat het waarschijnlijke kijkers zijn voor het huis. Wat moeten inbrekers immers in een leeg huis? Ik besluit later wel te kijken of het nieuwe bewoners zijn, maar wanneer ik de trap afdaal gaat de deur achter me open en schrik ik weer op.

'Ik hoor wel wanneer je het bed neer gezet heb hè!' hoor ik een krassende stem zeggen.

Ik draai me om en kijk tegen twee lange blote benen aan in rode pumps. Als ik verder naar boven kijk zie ik een te strak spijkerjurkje en drie lagen make up.

'Oh pardon,' zegt de blondine als ze mij ziet staan.

Tijd om te antwoorden krijg ik niet. Ze passeert me vluchtig en zelfs tot buiten kan ik haar horen door het geklik van haar hakken. Bij zulke mensen word ik mij er altijd extra van bewust hoe 'niet modern' ik er zelf uit zie.

Ik heb lang pluizig donker bruin haar, wat ik meestal warrig omhoog steek. Behalve wat mascara en soms eyeliner gebruik ik nooit make up. Mijn kleding stijl kan je vergelijken met mijn kunst, expressief en kleurrijk. Mijn zus beschrijft het altijd als "bohemien" wat mij altijd het gevoel geeft dat ze me als een of andere zigeunerin ziet.

Vandaag kan ik haar geen ongelijk geven. Ik heb een bordeaux rood halter topje en een blauwe rok aan. Om mijn polsen heb ik wat zilveren armbandjes een paars doekje gewikkeld.

Wanneer ik buiten sta word ik overwelmd door de hitte. Het is verrassend heet voor de tijd van het jaar en even twijfel ik of ik niet met mijn blauwe Toyota met airco moet gaan. Alleen is er in het centrum "onbetaald" parkeren en besluit ik om toch maar met de bus te gaan. Oddy lijkt niet onder de hitte te lijden. Zijn vachtje werkt immers warmte afstotend. Toch laat ik mijn eigen vachtje nooit langer als twee dagen groeien of het nu wat zou uitmaken of niet.

De bushalte is gelukkig maar vijf minuten lopen. Wanneer ik er bijna ben zoek ik mijn ov-kaart in mijn zak en zie de bus al aankomen.

'Hoi schatje,' klinkt er als de deuren openen.

Zolang ik bij Remco's werk ken ik Stella de buschauffeuse al. Wonderbaarlijke vrouw als je het mij vraagt. Elke maandag, woensdag en donderdag zit ik bij haar in de bus. Stella is altijd vrolijk en staat echt haar mannetje als vrouwelijke chauffeur. Soms zitten er scholieren in de bus die voor problemen zorgen of stappen er mensen via de achterdeuren in die niet betaald hadden. Stella heeft zo een aanwezigheid dat ze iedereen op het rechte pad zou kunnen praten. Het kost haar dan ook geen moeite om zonder stemverheffingen de personen aan te spreken.
Ik zoek een plekje in het midden waardoor Oddy makkelijk naast mij kan liggen op de vloer. Zonder een paal aan te raken ga ik zitten. Mijn collega had ooit gezegd dat die palen vol bacteriën zitten en sindsdien krijg ik die gedachten niet meer uit mijn hoofd. Ik zie mijzelf niet als iemand met smetvrees, maar gewoon iemand die net wat meer behoefte heeft aan hygiëne.

Ik staar naar buiten en geniet van het zonnetje. Er vormt onbewust een glimlach op mijn gezicht. Ik heb het gevoel dat het vandaag een goede dag gaat worden.

Ik kan je niet uitstaan! [Deel 1]Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu