The Meeting

3 0 0
                                    

Daar zat ik dan. Tussen al deze mensen in deze verdomde ruimte. Wat heb ik hier in hemels naam te zoeken? Ik zou het echt niet weten. Ik bevind me in de woonkamer met mijn familie. Mijn vader en moeder zitten tegenover me. We zitten in een gekke kring. Iedereen is sentimentele verhalen aan het vertellen over hun verleden. Ik ben nog lang niet aan de beurt. Dit voelt een beetje als geforceerd in de klas vertellen hoe je weekend. Ik besluit op te staan en naar boven te gaan. Het moment dat mijn moeder me ziet opstaan, pakt ze me bij de kraag. Er valt een doodse stilte en mijn nicht, die naast me zat, staat direct op en roept: 'Miranda! Laat haar gaan! Als ze geen zin heeft in dit "sentimentele gedoe" kan ze maar beter oprotten!' Ik voel de woorden als kleine mesjes in mijn rug snijden. Ooit deed ik mijn best voor deze familie, maar nu. Nee. Alles is anders.

Ik loop naar boven en pak een grote tas voor mijn sportkleding. Ik dump de spullen die ik nodig heb erin en sluip zachtjes de gang op. Ik zie de van  mijn nicht onder de kapstok op de schoenenkist staan. Ik loop naar de tas en kijk er snel even in. Wat make-up, sleutels, zakdoekjes, oplader. Aha, haar portemonnee. Ik gris de portemonnee uit haar tas en loop richting de deur. Ik hoor de stem van Miranda in de achtergrond piepen. Vroeger is ze een verslaafde geweest, dus ze zou daar wel weer wat over vertellen. Ze denkt de enige te zijn met een zwaar leven. Egoïstische trut.. Ik open de voordeur en terwijl ik een stap naar buiten zet 'Gwen wacht! Waar ga je heen?'. Ik herken de stem meteen. Het is Alex, het zoontje van mijn tante nu ongeveer 5 denk ik, staat achter me met zijn grote bruine ogen. 'Uhh, ik ga even naar Olivia. Tel maar tot 100, oké? Daarna mag je het aan iedereen vertellen.' 'Maar ik kan maar tot 20 tellen..' Alex kijkt me droevig aan. 'Je gaat niet naar Olivia hè..' De tranen branden achter mijn ogen. 'Alex tel maar 3x tot 20.' Ik ga op mijn hurken zitten en geef hem een dikke knuffel. Ik ga hem waarschijnlijk nooit meer zien. 'Goed op jezelf letten, jongen.' Ik sta weer op en zie de tranen over Alex zijn wangen lopen. 'Niet vergeten dat ik van je hou...' zegt Alex. De tranen vechten om uit hun gevangenis te komen. 'Ik ook van jou. We zien elkaar vast nog wel.' Ik draai me snel om en voel een traan over mijn wang lopen. Snel veeg ik hem weg met mijn mouw van mijn vest. Ik begin te lopen. De straat uit, naar rechts, naar het busstation. Ik pak de eerste bus die aankomt. Ik zoek een plekje achterin de bus waar ik alleen kan zitten. Voorin zit een jongen. Grijs haar naar een kant geborsteld, maar toch rommelig. Het deed me denken aan zo'n emo popster. Hij had nog net niet van die dikke eyeliner strepen onder zijn ogen.

Ik kijk naar buiten. Veel weilanden met koeien. 'Niet vergeten dat ik van je hou.' De woorden spoken door mijn hoofd. Alex had door dat ik niet meer thuis zou komen. Het huis waar ik in woonde, kon ik moeilijk thuis noemen. Mijn ouders hadden altijd ruzie en reageerden het af op mij. Want ik ben volgens hun de oorzaak van hun ruzies. Hoe die logica werkt, snap ik ook niet. Ik heb het een hele tijd over me heen laten komen, maar na gisteravond heb ik besloten weg te lopen.

Gisteravond hadden mijn ouders ruzie, zoals altijd. Tijdens deze ruzie kwam ik naar beneden lopen met mijn koptelefoon op om te voorkomen dat ze tegen mij gingen ruziën. Alleen maakte de koptelefoon het alleen maar erger. Ik wilde mijn oplader van het aanrecht pakken, maar ineens voelde ik een prikkende, akelige pijn in mijn wang. Mijn moeder had me geslagen. Niet de eerste keer, maar dit keer leken de klappen anders bij me binnen te komen. Mijn moeder pakte me bij mijn arm en keek me recht in mijn ogen aan. ' Ik praat tegen je, trut! Jij met die verdomde koptelefoon. Je maakt dit gezin alleen maar erger. Jij bent het probleem Gwen. Jij, en jij alleen.' De woorden doen me weinig, ik heb dit al vaker gehoord. Iets terugzeggen heeft geen zin, dus ik houd me stil. Mijn moeder laat mijn arm los, maar grijpt nu mijn schouders beet. Haar kille blik geeft me een milliseconde voorbereidingstijd voor wat er gaat gebeuren. Ze smijt me met mijn rug tegen de koelkast. Ik voel de pijn tot mijn hielen doorlopen. Het is alsof mijn zenuwen even in brand staan. Ik heb mijn ogen gesloten om de pijn te incasseren. Ik open mijn ogen en merk dat ik op de grond zit in de keuken. Mijn moeder staat buiten. Mijn vader zit bij me en kijkt me zorgwekkend aan. 'Gwen? Gwen?' Hoor ik in de verte. 'GWEN!!!' Ineens is de stem heel luid en duidelijk. 'Gaat het?' Mijn vader zit nu voor me. Ik probeer op te staan. Het lukt, ook al heb ik het aanrecht nodig om te blijven staan. Ik negeer mijn vader. Hij is een lafaard. Het enige wat hij heel goed kan is "Gaat het?" vragen. Ik loop naar de koelkast en haal een koelelement uit de koelkast. Ik hou het tegen mijn onderrug. Even voelt het weer alsof al mijn zenuwen in brand staan. Ik pak mijn oplader en probeer naar de trap te lopen. Mijn vader komt achter me aan. 'Gaat he..' mijn vader wordt onderbroken door mijn moeder. Ik voel de angst bij me naar boven komen. De pijn boeit me niet meer, ik sprint de trap op en doe zachtjes deur van mijn kamer open en dicht. Beneden hoor ik geschreeuw. Ik word voor kuthoer en psychopaat uitgemaakt. Ik bekijk in mijn spiegel mijn rug. Het begint al op te zwellen. Mijn wang valt mee, het is alleen rood. Ik kijk mezelf aan in de spiegel. Ik zie hoe wazig ik uit mijn ogen kijk en schrik er een beetje van. 'Ik moet hier weg, zo snel mogelijk. Weglopen. Ja. Dat wordt het plan.' Fluister ik tegen mezelf. Ik ga in mijn bed liggen. Ik staar naar het plafond en daar is het weer. Dat gevoel van leegte. Mijn rug doet nog steeds zeer, maar het is te verdragen. Terwijl ik naar het plafond staar, voel ik de tranen weer over mijn wangen lopen. Het is weglopen of hier doodgaan, ik weet het zeker.

Ik schrik wakker door iemand die naast me gaat zitten. Ik kijk snel om me heen en merk dat ik nog steeds in de bus zit. De persoon naast me kijkt me raar aan. Ik kijk even terug en herken het gezicht meteen. Dat is de jongen die voorin in de bus zat. Waarom is hij hier gaan zitten? Ik kijk nog een keer naar buiten en weer naar binnen. 'Je weet dat je al 2 uur in dezelfde bus zit?' Ik kijk verbaasd naar de jongen. Hij praat tegen me. Shit, denk na. Slaapkop... 'Uhh ja, nou eigenlijk nee.' Een ongemakkelijk lachje komt zonder dat ik toestemming geef naar buiten. 'Ik ben Maikel. Mag ik vragen wat er met je wang gebeurd is?' Oh ja fuck, die wang. Die is nu dus wel blauw geworden. Ik kijk hem aan. 'Ik ben met me domme hoofd met mijn fiets gevallen.' Jezus, je kon ook niks beters verzinnen Gwen. 'Het ziet er niet best uit, mag ik even kijken? Hoe heet je eigenlijk?' 'Gwen en je doet maar. Zolang je er niet aankomt vind ik het prima.' Hij komt dichterbij zitten en de lucht van aftershave komt op me af. Dat ruikt best lekker... Hij komt nog iets dichterbij. Ik draai mijn gezicht weg om mijn wang te laten zien. Ik zie zijn hand naar mijn wang gaan en spring zowat van mijn stoel. 'Niet aanraken! Het doet nog pijn...' Hij kijkt me verschrikt aan en trekt zich een stukje terug. 'Sorry, waar ga je geen Gwen?' Ik kijk hem weer aan. Wat is dat toch dat ik hem blijf aankijken. 'Ik heb geen idee. Ik ben een soort van op de vlucht.' 'Wat, ben je een crimineel ofzo?' Zegt hij lachend. 'Nee, ik ben weggelopen van huis.' Zijn gezicht vertrekt. 'Maar dan heb je helemaal geen slaapplaats of iets, toch?' Ik kijk hem wat wazig aan, de pijn in mijn rug komt iets terug. 'Gwen?' 'Sorry, wat zei je? Ik raakte even afgeleid.' Door de verschrikkelijke pijn ja... 'Kom met mij mee.' Ik kan de woorden haast niet geloven. Deze halve emo rockster wilt dat ik met hem mee ga. 'Ik ken je net twee minuten en je wilt nu dat ik met je mee ga?' 'Ja.' Zegt hij op een hele rustige toon. 'Maar da...' Ik word onderbroken. 'Wat heb je te verliezen? Je bent weggelopen van huis, weet niet waar je bent.' Hij stopt even met praten. Ineens fluistert hij: 'en volgens mij zie ik er niet zoals die man daar uit.' Hij knikt naar een wat oudere man met een uitstraling van een pedo. Ik begin te lachen door zijn opmerking. 'Oké dan.' Zeg ik een beetje onzeker. Hij kijkt me aan. Wow die ogen. Ik had ze nog niet goed bekeken door al het gedoe om me heen, maar wauw. Ze zijn aan de buitenkant bruinig en wat meer naar binnen groen. 'Wat sta jij nou te staren?' 'Staar ik? Oh vast vermoeidheid.' 'Je hebt net anderhalf uur geslapen ofzo...' Hij kijkt me lachend aan. 'Ja, maar ik kan nooit genoeg slapen, sowieso ligt het raam van een bus niet heel lekker.' Hij kijkt naar het raam en gaat er zelf ook even tegenaan liggen. 'Nee, dat is geen aanrader nee. Maar als je toch zo moe bent. Hij pakt mijn hoofd voorzichtig en legt het tegen zijn schouder. Weer die aftershave geur. Het ruikt verdomd lekker. 'Ga dan maar zo slapen.' Ik zeg niks en laat mijn hoofd op zijn schouder liggen. Ik voel me wegzakken. Langzaam sluiten mijn ogen. Het wordt zwart en uiteindelijk val ik in slaap.

Je hebt het einde van de gepubliceerde delen bereikt.

⏰ Laatst bijgewerkt: Jul 31, 2019 ⏰

Voeg dit verhaal toe aan je bibliotheek om op de hoogte gebracht te worden van nieuwe delen!

Trust? What a Joke.Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu