Hoofdstuk 1

22 1 2
                                    

Vivianne had zich op de hagelwitte tegelvloer van de douchecabine laten zakken. Ze zat verslagen,weggekropen in een hoekje. De glazen deuren van de cabine, waren volledig aangeslagen. Als je er doorheen had willen kijken zou je niets anders gezien hebben dan stoom of waas van de waterdamp. Ze had geen enkel benul van de tijd en hoelang ze daar al zo zat. Haar blonde haren zaten volledig in de war en haar handen en vingertoppen waren gerimpeld, net zoals oude omaatjes huid. Haar normaal stralende, smaragd groene ogen, waren rood en bloed doorlopen. De stralen van het water verwarmde haar naakte lichaam, maar ze leek er niets van te merken. Ze zat te trillen als een rietje. De zilte tranen die langzaam uit haar ogen druppelden vermengde zich, op haar wangen, met het warme water van de douche. Ze probeerde, met alles wat ze in zich had, haar gierende emoties onder controle te krijgen.Met een diepe zucht trok ze zichzelf omhoog. Ze schuifelde wat meer onder de straal en spoelde de shampoo uit haar lange haren. Nadat ze een handdoek gepakt had en om zich heen had gewikkeld, stapte ze uit de cabine. Haar spiegelbeeld verscheen, voor haar ogen, in de spiegel die ontwasemde. Ze zag eruit alsof ze door de bliksem getroffen was. Opnieuw raakte ze totaal overstuur. Ze rende snel naar haar slaapkamer en liet zich ontredderd en snikkend op bed vallen, haar teddybeer in haar armen klemmend, als een klein meisje. Vivianne was inmiddels zeventien.

De teddybeer die ze in haar armen hield, heette Mas. Dat was Vivianne haar afkorting van Thomas, sinds ze twee jaar oud was. Het was een cadeautje wat ze van haar moeder had gekregen voor Kerstmis. 'Mas wat gebeurd er toch allemaal?' De bruine beer keek haar aan vol medeleven, maar zweeg verder in alle toonaarden. Was mama maar hier, dacht ze. Haar moeder Jeniffer van de Laar was overleden op de leeftijd van zevenendertig jaar. Kleine Viv was nog maar net vijf geworden, toen haar moeder het gevecht verloor. Jeniffer was ongeneeselijk ziek. Op een zonnige zondag morgen, vond dat lieve, kleine meisje met haar sprankelende ogen en blonde haar, haar mama bleek en levenloos op de bank in de huiskamer. 'Mama, mama, word wakker de zon is ook al opgestaan.' Helaas kreeg ze geen antwoord. Later werd haar verteld dat Mama nooit meer wakker zou worden en naar de hemel was gegaan. Vivianne was ontroostbaar geweest en in dat kleine koppie begreep ze niet waarom mama haar niet had meegenomen. Haar grote broer Rogier vertelde altijd, dat ze vaak vroeg of ze in de hemel geen koffie dronken. Ze wilde mama koffie brengen en ontbijt op bed, zoals ze vroeger altijd deden op moederdag. Op andere dagen vroeg ze waar de hemel lag en of ze er niet naartoe konden met de auto. Rogier legde haar uit dat er geen weg is naar de hemel en dat deze tussen de sterren ligt. Kijk maar naar de sterretjes en zwaai maar zusje. Mama zal je zien. Ze is nu een engel geworden.

Vivianne schrok op uit haar eigen gedachtengang omdat ze de voordeur met een klap hoorde dichtgaan. Ze stond op en keek uit haar slaapkamerraam. Ze zag haar vader, Roderick Diepstraate, in zijn peperdure Jaguar stappen. Haar vader was negenenveertig en de adjunct directeur van een groot multi media concern. Hij was een workaholic sinds zijn vriendin was overleden. Haar ouders waren nooit getrouwd en zowel Vivianne als Rogier heette van de Laar. In nagedachtenis aan hun liefhebbende moeder. Ze wist dat haar vader op donderdagavond altijd werkoverleg had en niet vroeg thuis zou zijn. Dus werd er gestemd voor een pyama party en Thomas de bruine beer was nog steeds stil. Wie zwijgt stemt toe, sprak ze tegen de zwarte kraaloogjes. Gekleed in een beige flanellen pyama en met poezenhoofden pantoffels, liep ze de trap af richting de keuken. Er stond een ,innmiddels afgekoelde, zuurkoolschotel in de oven. Vivianne schepte wat op een bord en schoof het in de magnetron. Ze pakte bestek en een glas melk ,met een lepeltje honing, voor zichzelf. Pling! Zei de magnetron. Na drie happen viel haar blik stil bij haar polsen. Ze waren pijnlijk en kleurde een beetje blauw. Zachtjes wrijvend trok ze een beetje wit weg. Intens verdrietig keek ze naar haar zuurkool. Het was haar lievelingseten, maar ze had spontaan geen trek meer. Vergeten, dat wenste ze. Alles zo snel mogelijk vergeten. 'Daag zuurkool' zei ze toen het prutje de prullenbak in gleed. Na sjokkend de trap naar boven op te zijn geklommen, kwam ze terug op haar kamer. Ze kroop diep weg onder de dekens. Totaal emotioneel gedrained voelde ze zich en het was pas acht uur. Het kon haar niet schelen, slapen was het enige wat ze wilde. Ze rolde zich op , maar ze zakte onrustig, woelend en tollend weg .

Het was die middag dat Vivianne vroeg thuis was van school. Ze zat boven op haar bed aan haar huiswerk te werken, toen haar vader thuis kwam. 'Viv?' 'Ja, ik ben boven papa!' Riep ze. Roderick liep, zijn das losknopend, de trap op. Hij keek om de hoek van de kamer van zijn docher. 'Hey Viefje.' Hij noemde haar al zo sinds ze zich kon heugen. Ze glimlachte liefdevol naar haar vader, waar ze zo tegenop keek. 'We gaan even een geprekje hebben over de bloemetjes en de bijtjes in de vorm van een praktijkles,' sprak hij, terwijl hij de deur achter zich sloot. Vivianne vroeg lachend 'Ow wat ga je doen? Bloemetjes plukken? Pap, ik heb biologie op school dus dat hoeft echt niet.' Hij was inmiddels naast haar komen zitten op bed. Ze rook zijn aftershave. Dat was een vaderdag geschenk van haar geweest. 'Je bent echt het evenbeeld van je moeder. Net zo mooi en lief.' Hij aaide met zijn hand over haar wang. Ineens veranderde de uitdrukking op zijn gelaat van affectie in serieus en sinister. Hij duwde zijn dochter hardhandig achterover in de kussens en hield haar polsen vast. Vivianne voelt instinctief dat dit niet deugd. Voor ze zich kon verzetten had haar vader haar handen al vastgemaakt aan de spijlen van het bed.


Verstrikt  Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu