Hoofdstuk 1

94 7 16
                                    

Rafael

Na vijf uur werk is het eindelijk tijd om naar huis te gaan. Ik ben bek af. Eerst acht uur school en dan ook nog eens vijf uur werken. Ik hou geen tijd meer over. Maar ik ben eindelijk klaar, en onderweg naar huis. Op de fiets zie ik de schaduw van een draak overvliegen, die vervolgens hard land in een veld niet ver van me af. Zodra ik in de buurt ben van het veld stap ik af, om zo stil mogelijk voorbij de draak te gaan. Een tak kraakt onder mijn schoenen. Zodra dat gebeurt zie ik de draak recht naar mij kijken. Meteen blijf ik doodstil staan, om te voorkomen dat hij me aanvalt. Helaas is het te laat. Zonder waarschuwing gaat de draak in de aanval, en neemt mij in de bek. Zijn tanden doorboren de huid. Pas als hij ziet dat ik niks terug doe laat hij me gaan en vliegt hij ervan door. Vreemd. Waardoor viel die draak nou aan? De wonden doen redelijk veel pijn, maar ik kan nog naar huis fietsen. Daar aangekomen zet ik mijn fiets in de schuur, plak pleisters op de wonden en duik snel mijn bed in. Tijd om te gaan slapen. Mijn ouders liggen toch al op bed.

De volgende dag heb ik de kans om uit te slapen. Wanneer ik wakker wordt zijn mijn ouders beiden pleiten naar hun werk. Dan is het nog een kwestie van mijn tas inpakken, lunch klaar maken en naar school. Door de tijd die ik te sparen heb besluit ik maar even in de tuin te gaan zitten. Het is toch zonnig. Met mijn tas naaste de ligstoel gewoon lekker zonnen. De rust wordt al snel verstoord door het geklap van vleugels. Alweer? Wat hebben al die draken hier te zoeken? Dit is een onbelangrijk dorp. Ze hebben vast betere plekken om heen te gaan. Een groene draak duikt naar beneden... en landt in de tuin. Lekker. Daar gaan mijn ouders blij van worden. De tuin is de trots van mijn moeder, dus ook in perfecte conditie. De draak neemt meteen het woord. 'Weet jij waar ik de jongen kan vinden die gisteren is toegetakeld door een draak?'

Daarmee stap ik uit de ligstoel. 'Ik kan je inderdaad naar hem verwijzen. Sterker nog: je kijkt naar hem. Of je aan je mededraken wil doorgeven dat wij mensen geen tandenstokers zijn.'

De draak kijkt tevreden. 'Dan heb ik het goed geroken. Iedereen die door een draak is gebeten heeft een subtiele geur om hem heen hangen die alleen draken kunnen opvangen. Ik rook die geur in de buurt, dus besloot ik een kijkje te nemen. Mijn neus heeft me niet misleid.'

Hij gaat nu languit liggen. Mijn kansen om het gazon nog te herstellen zijn nu verdwenen. 'Als je het niet erg vindt zou ik je graag mee willen nemen voor observatie, tot de volgende volle maan voorbij is getrokken.'

Dacht het dus niet. 'Dat gaat hem dus niet worden. Ik heb school, en een gazon dat je zojuist vernield hebt om te herstellen.'

De draak blijft liggen. 'Het was geen verzoek. Voor veiligheidsredenen kan ik je niet alleen laten. Klim op mijn rug.'

Na gisteren wil ik niet weer aangevallen worden door een draak. Ik heb al genoeg last van de tientallen bijtsporen van gisteren. Daarom pak ik maar mijn rugzak en klim ik op de draak. Doordat hij languit ligt valt het nog redelijk te doen. Zodra ik op zijn rug zit stijgt hij op. De stekel voor me knalt tegen mijn hoofd aan, waardoor ik meteen knock-out ben.

Als mijn ogen eindelijk weer open willen ben ik ergens waar ik nog nooit eerder ben geweest. Een enorme marmeren stad. De draak die me eerder vandaag, als het al vandaag was, ophaalde ligt een meter van me vandaan. 'Zo, eindelijk wakker?'

Met een bonkend hoofd ga ik rechtop zitten. De draak kijkt ernaar met een grote glimlach. 'Lukt het?'

Ik wrijf met mijn hand tegen mijn voorhoofd aan. 'Als je nou daarstraks had aangegeven dat je zou opstijgen dan zou ik nu niet hier hebben gezeten met zware koppijn.'

De draak lacht om die opmerking. 'Dat was eergisteren. Je bent twee dagen knock-out geweest.'

Fijn. Twee dagen lang verslapen. Ik weet dat ik van slapen houd, maar dit is wel erg extreem. De draak blijft lachen. Het laatste waar ik zin in heb: uitgelachen worden. Een beetje bozig laat ik mezelf zakken op een van de treden. Zodra hij klaar is met lachen gaat hij naast me liggen. 'Het was niet de bedoeling dat je boos wordt. Het spijt me als ik offensief overkom.'

Dat ontketent mijn woedegolf. 'Nee, hoor. Je bent totaal niet offensief. Je ontvoerd me van mijn huis, naar een stad waar ik niemand ken, om redenen die alleen maar met de draken te maken kunnen hebben, om me vervolgens uit te lachen als ik door jouw fout twee dagen van mijn leven in coma heb doorgebracht. Nee, dat is niet in het minste offensief.'

De draak wordt er even stil van. 'Daar had ik niet over nagedacht. Sorry daarvoor. Dat was niet mijn bedoeling. Het enige wat ik momenteel kan doen is een van die bezwaren weghalen. Daarom stel ik voor dat we onszelf even introduceren aan elkaar.'

We zitten en liggen even, zodat mijn woede kan kalmeren. Dan besluit ik om zijn voorstel maar te accepteren. 'Mijn naam is Rafael.'

De draak bromt diep. 'Mijn naam is Ronestar. Aangenaam om kennis met je te maken, Rafael.'

We zitten weer even in stilte. Weer ben ik het die de stilte verbreek. 'Waarom ben ik hier?'

De draak kijkt dromerig voor zich uit. Het is dan ook een complete verassing als hij reageert. 'Je weet toch nog dat die draak je gebeten heeft?'

Dat verrast me. 'Ja, maar wat heeft dat ermee te maken?'

De draak laat zijn groene ogen op me vallen. 'Het heeft ermee te maken door iets wat elke draak in zijn bek heeft. Een draak heeft iets in de bek zitten waardoor alle dieren en mensen met een bepaalde vorm van acceptatie na een beet ook in een draak veranderen of kunnen veranderen. Maar dit komt niet uit zichzelf naar voren. Als de gebeten mens of dier veranderd dan gebeurt dat tijdens de eerste volle maan na de beet. Dit betekent dat als jij de vorm van acceptatie hebt, jij morgennacht de eerste transformatie ondergaat. We kunnen het niet veroorloven om iemand die misschien een draak wordt in de mensenwereld te laten. Daarom moest ik je hierheen halen. Als je na morgen nacht geen draak bent of erin kunt veranderen zal je vrij zijn om te gaan. Anders zullen we je hier houden en je leren wat het betekent om een draak te zijn. Maar tot die tijd moet je hier blijven, waar we een oogje op je kunnen houden. Oh, verwacht trouwens dat je hier voorlopig hier blijft, gezien het feit dat de geur die de drakenbeet aangeeft redelijk goed te ruiken valt.'

Die avond probeer ik te ontsnappen. Al snel kom ik een donkerbruine draak tegen, die me terug sleept naar het huis van Ronestar. De draak waarschuwt me niet nog een keer te proberen te ontsnappen en vliegt er dan vandoor. Daarmee sluip ik maar terug naar de kamer die Ronestar me heeft toegewezen, waar ik stilletjes blijf liggen. De volgende ochtend haalt Ronestar me uit de kamer op. 'Goedemorgen. Kom je mee?'

Als ontbijt verorber ik mijn boterhammen van de vorige dag. ze zijn niet echt lekker, maar er zit tenminste wat in mijn buik. De rest van de dag spenderen we in de tempel, die in het midden van de stad is gebouwd boven op een heuvel. De tempel bestaat grotendeels uit de vier rechthoekige vleugels die naar de vier kompas punten wijzen, in Griekse stijl. Het midden van de tempel is perfect cirkelvormig, met een gat in het dak. In de tempel legt een oudere draak uit waarom de tempel hier staat en waar het voor gebouwd is. 'Deze tempel is niet gebouwd voor een godheid of voor godheden. Wij aanbidden geen hogere machten. Deze tempel is juist gebouwd voor iets anders. Wij draken, hoewel aanbidden een groot woord is, aanbidden onze voorouders en de hemellichamen. Op de belangrijkste dagen, namelijk de zonnewendes en de volle manen, kan het licht van de zon en de maan door het gat in het dak naar binnen stromen, en wordt het mozaïek in het midden geraakt door het licht. Dit fenomeen wordt tegenwoordig door weinig draken nog gezien. Elk van de tempelkanten heeft een eigen betekenis. De noordkant is de kant van de zomer, met vele ramen om het licht van de zon naar binnen te laten. Dan is de oostkant de lente, om de hergeboorte van het leven te symboliseren, naast de hergeboorte van de zon. Het zuiden is de winter, met de kou en de afzondering. Het westen is de herfst, met het verdwijnen van de zon en het leven. Een onderzoek van een van ons verteld ons dat dit niet alleen een symboliek is, maar ook nog eens hoe het universum werkt.'

Wauw. De draken weten dus precies hoe alles werkt, alleen al vanwege deze tempel. De draak loopt snel weg naar de zomerkant, neemt een aanloop en springt de lucht in. Daardoor laat hij me alleen met Ronestar. Door de lange tour door de tempel heen is het ondertussen al avond. Ronestar brengt me naar de Herfstkant. Daar kijken we naar het zakken van de zon. Het helpt enorm om me af te leiden van wat er vanavond te gebeuren staat. Als de zon onder de horizon is gezakt neemt hij me terug naar het middengedeelte.




De Groei Van De DrakenWhere stories live. Discover now