-7-

26 3 5
                                    

We zaten vanachter, wat afgezonderd van het feest dat steeds luider en drukker werd. Dit was meer mijn ding. Toen drong het tot me door dat ik hier met een vreemde op een bankje zat. Nu ja, ik weet wel wie hij is. Kennen is iets anders. Ik wou hem vragen naar zijn leven maar hij was me weeral voor. "Ik heb je naam eens gegoogeld. Of beter gezegd, ik zocht de vlinder. Moerasspinner was het toch? Ik werd gewoon bang door ernaar te kijken. Het spijt me, maar het is echt een rare vlinder." Hij had mijn naam opgezocht? Wacht, Ronan dacht aan mij? Nu wist ik eindelijk wat te zeggen: "De vlinder is zeker anders dan andere. Net daarom vind ik hem zo mooi. Anders is anders en anders is prachtig. Je moet gewoon aandachtig zijn." Ik heb nog nooit zo snel gepraat. "Je fascineert me, Laelia, elke keer opnieuw en ik kan er geen genoeg van krijgen", zei hij met een hese stem. "Wil je weten waarom mijn moeder deze naam heeft gekozen?", vroeg ik twijfelend. Nu was ik hem voor. "Toen ze 14 jaar oud was, vloog er een witte vlinder in haar kamer. Ze landde meteen op haar hand. Mijn mama vond het wonderbaarlijk. Ze besloot om de vlinder na te maken uit papier. De echte vlinder zou heel binnenkort sterven maar haar replica niet. Ze maakte er meer als 1000 en hing ze over heel haar kamer. Laelia Coenosa. Het werd haar favoriete woord. Ik denk dat ik haar favoriete kind ben, hoe kinderachtig het ook klinkt. Ik hou van mijn naam en zou hem voor geen geld van de wereld willen veranderen." Hij keek me nog steeds indringend aan, alsof ik nog niet klaar was met mijn uitleg. Dus ging ik gewoon verder. "Maar euhm, 2 jaar geleden kreeg mijn mama kanker en de v...". Plots begon mijn gsm te rinkelen. "Het spijt me, ik moet deze opnemen", zei ik verward. Het was papa. Ik had een briefje achtergelaten en hij lag rustig te slapen. Waarom belde hij me? "Papa?" De enige dingen die ik had onthouden van het gesprek waren mama, ziekenhuis en kritieke toestand. Mijn hart stond stil en even voelde het alsof alles en iedereen verdween. Alsof ik alleen was. Al snel drong het tot me door dat ik in beweging moest komen. Ronan keek me bezorgd aan. Groen werd weer bruin. "Kom snel! We moeten Jake vinden! Nu!", riep ik als een bezetene. Ik was doodsbang. Hier was ik niet klaar voor. Hier zou ik nooit klaar voor zijn. Samen liepen we terug naar het huis en begonnen met zoeken. Ronan had Jake vrijwel meteen gevonden in de woonkamer. "Kom mee naar buiten J, het is mama", zei ik terwijl de tranen over mijn wangen rolde. We liepen samen naar mijn auto. Maar toen besefte ik dat ik mijn autosleutels in de auto had laten liggen. "Fuck! Fuck fuck fuck!" "Wat doen we nu?!", roepte Jake wanhopig. Ik begon steeds harder te wenen en ik vergat bijna dat Ronan er nog steeds was. "Ik kan rijden. Mijn auto staat een straat verder. Ik rijd wel. Kom mee", stelde hij voor. "Ron, u sure?", vroeg Jake. Maar we waren al bijna bij de auto. "Wacht, heb je gedronken?", vroeg ik nog maar meteen onderbrak Jake me. "Laelia, hou je fucking mond! Dat is nu niet belangrijk. We moeten zo snel mogelijk bij het ziekenhuis geraken!" Ronan startte de auto en ik zag dat zijn handen beefde. Hij had geen idee van wat er gaande was. Jake ook niet. En ik eigenlijk ook niet. Geen van ons drieën wist wat er op ons te wachten stond. Ik vreesde voor het ergste en alleen de gedachte dat ze er niet meer zou zijn brak mijn hart. Of beter gezegd: wat er van over bleef.

Het Vlindereffect Where stories live. Discover now