{Chapter 2} Dát was een druppel teveel.

650 31 8
                                    

Ik ga naar de andere kant toe zo snel mogelijk naar de andere kant van de gang toe en begin daar te vegen zodat ik hem zolang mogelijk kan ontwijken. Ik begin wat zwaarder te ademen omdat ik zo angstig ben. Wat als hij mij iets aan doet?

Ik kijk subtiel zijn kant op en zie dat hij rode wangen heeft. Wat de fuck heeft hij nou weer. Het kan mij helemaal niks schelen eigenlijk. Als ik zie dat hij mijn kant op komt, veeg ik in tegenovergestelde richting. Hij. Blijft. Uit. Mijn. Buurt

Hij wilt me vast weer laten struikelen ofzo. Hij is net zoals Joost en Harm. Eén grote pester. Als ik merk dat ik hem ben kwijtgeraakt door aan de andere kant van de aula te vegen, verlaat opgelucht een zucht mijn lippen. Als ik even niet oplet struikel ik over mijn eigen voeten en val ik op de grond. Over struikelen gesproken..Ik doe het te vaak. Random staat Link achter me en knielt naast me neer. "Gaat het?" Vraagt hij bezorgd. Ik geef hem een duw tegen zijn schouder en sta op. "Laat me godverdomme met rust." En na dat gezegd te hebben klinkt de bel. Het volgende lesuur is begonnen. Ik zet de bezem terug bij de conciërge en pak mijn tas. Moeizaam loop ik naar Nederlands.

Ik loop het lokaal Nederlands in en ga weer op mijn vaste plek alleen zitten. Ik ben er aan gewend om alleen te zitten en ergens vind ik het fijn om alleen te zitten. Dan heb ik eindelijk de rust die ik altijd wil hebben op school. Ik vraag niet veel en het enige wat ik vraag is om met rust gelaten te worden.

Is het goed als ik naast je kom zitten?" Vraagt Link opeens. Ik kijk hem aan en zucht diep. "Rot toch op. Dan kan je me zeker weer pesten hé? Ga lekker naar Joost en die andere sukkel toe." Bijt ik hem toe. Ik zie Link slikken en opeens staat Harm achter hem. "Wie noem jij hier nou een sukkel?" Roept hij boos. En voor ik het door heb krijg ik een klap tegen mijn wang aan en gooit hij mijn tas in de prullenbak. "Wat doe je nou?" Hoor ik Link zachtjes vragen. Denk ik dan. Ik sta op om mijn tas te pakken maar Joost houd me tegen om een klap tegen mijn andere wang te geven. En dat was een druppel te veel.

k geef Joost een klap tegen ZIJN wang. Althans, probeer. Opeens staat Harm achter me en trapt me in mijn rug, waardoor ik op de grond val. Ik sta op en voel een trap tegen mijn schenen. Maar toch blijf ik staan. "Waarom ik.." Fluister ik. "Omdat jij de grootste sukkel van deze hele fucking school bent, Jeremy Frieser." Zegt Joost. Ik pak mijn tas en loop het Nederlands lokaal uit. Nog in dezelfde gang kijk ik de klas na. Ik zie mensen klappen en mensen lachen. Sommige mensen zijn ook stil en doen helemaal niks, zoals Link. Ik loop naar de wc toe en kijk in de spiegel. Mijn lip is dik en hij bloedt. De woorden van Joost doorboren mijn gedachtes. 'Omdat jij de grootste sukkel van deze hele fucking school bent, Jeremy Frieser.' Dan voel ik dat mijn wangen nat worden en ik leg mijn hoofd in mijn handen.

Ik veeg met mijn handen de tranen ruw weg. Mijn mouw gooi ik omhoog en dan word ik er weer aan herinnert hoeveel ik waard ben. Ik ga met mijn vinger over de kleine sneetjes heen en er beginnen nog meer tranen te komen.

Plots hoor ik de deur open gaan. Ik schrik en doe snel mijn mouwen omlaag. Ik draai mijn hoofd om te kijken wie het is. Het is Link... Stalkt hij mij of zo? "Jeremy? Gaat alles met je?" Vraagt Link opeens bezorgd. Wtf heeft hij opeens? Eerst kijkt hij toe hoe Joost en Harm mij in elkaar slaan, en nu is hij opeens 'bezorgd' hier ga ik echt niet intrappen. "Alsof jou dat wat kan schelen." Zeg ik kwaad. "Ja Jer...het kan mij wat schelen." Zegt hij zachtjes. Zo zacht dat het lijkt alsof ik het me inbeeld. "Rot toch een eind op met je hoofd!" Zeg ik kwaad tegen Link. "Jer ik-" "Noem. Me. Geen. Jer." En na dat gezegd te hebben smijt ik de deur dicht en ren ik naar mijn fiets toe.

k fiets weg, weg van school. Ik kom aan bij het park. De bomen hebben geel-oranje bladeren. Het is een prachtig gezicht. Ik stop bij het meer die midden in het park ligt. Wat bladeren zijn in het water gevallen. Ik ga zitten voor het water met mijn hoofd in mijn handen.

Mijn tranen die ik blijkbaar al die tijd heb ingehouden bevrijd ik eindelijk achter de barrière die ik had gebouwd. "Hé Jer." Ik herken de stem uit duizenden. Het is mijn kleine broertje Enzo. Hij weet niet wat er allemaal in mijn leven gebeurt, eigenlijk niemand niet, behalve de mensen op school dan die mijn leven zuur maken.

"Huil je nou? Vraagt Enzo aan me. "Wat? Natuurlijk niet. Het is gewoon water. Met gym had ik het nogal benauwd en toen heb ik water in mijn gezicht gegooid." Lieg ik snel. Enzo kijkt me verdacht lang aan. "Je hebt vandaag geen gym." Zegt hij. "Dus waarom huil je?" Vraagt hij terwijl hij naast me komt zitten. Ik draai mijn hoofd om en sta op. "Jer...je kan het me echt vertellen." Zegt Enzo. Maar ik ben al weggelopen.

Not MeWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu