-1-

41 3 1
                                    

Zoals het begin van mijn vaders verhalen start die van mij niet met een situatie waarin ik in een grote stad ben, zonder bemanning of schip. Omdat ik die alweer eens ben kwijt gespeeld. Nee, we doen het dit keer anders. De slag om de haven leek al een eeuwigheid geleden. Sins dien hebben ik, Erik, James en Storm niets anders gedaan dan schepen gestolen en steden geplunderd. We zochten schuilplekken om deze schepen te verbergen en mannen om deze schepen te onderhouden. En dat, tot zo ver, onopgemerkt. Want als je nu eenmaal zeven schepen tot je beschikking hebt waarvan je maar met vier bent om deze te commanderen, dan is het een vereiste dat je kunt multitasker. Want het is net als bij het koningschap, schepen veroveren is één ding, ze behouden is iets heel anders. En dat geld ook voor eilanden, ook al komt er zelden iemand voorbij, laat staan dat ze aan land komen, toch moeten we klaar zijn voor een mogelijke aanval. We hadden al zes eilanden veroverd. De ene belangrijker dan de andere, maar stuk voor stuk onmisbaar. Ik zat in mijn grote luie stoel in de kapiteins vertrekken van Storm, James Erik en ik, een namaak bootje te bewonderen. Hij stelde de Leviathan voor. Ons eerste en grootste schip. Hij lag wat verder aangemeerd. Barbados was onze hoofdbasis, en daar was ik ook nu. We hadden er tenten gebouwd voor de mannen die zich bij ons hadden aangesloten. De meeste waren criminelen die tot de dood waren veroordeeld door hun land. Of mensen die gewoon dronken waren op het moment dat we hen meenamen. Ook zaten er wat vrouwen bij en kinderen die van de straat wilden. Of gewoon mensen die het piratenleven wilden proeven. We hadden ook opslagplaatsen, voor voedsel, drank en munitie. Natuurlijk waren ze niet zo groot als Moor Rock en Isla de Salamanca. Maar genoeg om ons te kunnen bevoorraden. We hadden een natuurlijk, zeven aanlegsteigers. De grootste was natuurlijk voor de Leviathan, maar daar naast lagen er ook voor De Serpent, Santa Maria, Vasa, Bloodhunt, Triton en San lago. We hadden ieder een schip waarmee we het liefste vaarden. Natuurlijk was mijn voorkeur de Leviathan. Maar Storm had het liefst de wendbaarheid van de Serpent, voor James was Bloodhunt heilig terwijl Erik het liefst de Triton had. De overige gebruikten we af en toe als we ons lieveling schip niet het risico willen laten lopen te zinken of te verliezen.
   'Nina!' Riep Storm. Ik werd genadeloos uit mijn dagdroom gewekt en keek recht in die grijze ogen.
   'Alle goden! Storm! Weet je niet dat een slapend persoon wakker maken ongeluk brengt? Dat zei meneer Gibbs altijd.' Zei ik nors terwijl ik me recht in mijn zetel ging zitten en de mini Leviathan op de tafel zette.
   'Laat maar komen dan,' zei ze en ze liep weg verder de hut in. Deze was, door toe doen van mij uiteraard, erg gezellig ingericht. Er hingen verschillende wapens aan het plafond, een machtige houten ronde tafel stond in het midden van de hut met vier grote stoelen aan. We hadden er ook een open haart geïnstalleerd voor de koude nachten. Met daar rond zetels en sofa's. Een paar leuke gouden beelden stonden op kasten en kleine tafeltjes te glimmen. Ook ene boekenkast mocht niet missen, natuurlijk.
   'Nog iets gehoord van John?' Vroeg Storm terwijl ze een glas rode wijn inschonk voor haarzelf.
   Ik wreef vermoeid in mijn ogen en probeerde me brieven te herinneren van de jongen die weken met me had meegereisd na zijn zielige poging me terug te brengen naar de smidse waarvan ik ontsnapt was. We hadden bij zijn zus en vader achtergelaten in Londen. 'Nee, niets,' zei ik. Ik keek haar aan terwijl ze tegen één van de kasten geleund stond met haar wijn glas in haar hand, starend naar de boekenkast in de hoek. 'Wat zijn James en Erik aan het uitspoken?' Vroeg ik. Voor ik in slaap viel waren ze hier nog, administratief werk aan het doen. Het was ondertussen waarschijnlijk een paar uur later.
   'De mannen aan het trainen,' zei ze.
   Ik knikte en stond op uit de sofa. Mijn benen waren stijf en deden pijn bij de eerste stappen.
   'Ah ja, Dikkie is weer spoorloos.' Melde ze terloops. De jongen die ik met tegenzin had meegenomen na de slag om de haven. Ik grinnikte en liep naar de ronde tafel die onder de kaarten lag. 'Ik weet niet hoe hij zou willen ontsnappen, we hebben alle vloten opgeborgen op Isla de Salamanca. Speciaal voor hem, je kunt hier enkel weg met één van de schepen en dat zou opvallen.'
   'Dan nog, Nina, hij mag niet ontsnappen. Hij weet al te veel over ons. Hij zou alles in duigen kunnen laten vallen.'
   'Dood hem dan als je daar beter van slaapt,' snauwde ik. We hadden dit gesprek al een miljoen keer gehad. En ik had echt geen zin in nog een keer.
    Storm zuchtte diep en wierp een snelle blik naar buiten. 'We moeten beginnen met verkennen, Nina, we hebben zeven schepen tot onze beschikking, morgen misschien zelf acht na de verovering van de dorpen aan de kust. We hebben meer informatie nodig over de locaties van het triumviraat. Die krijgen we niet door op Barbados te blijven.' 
   Ik zal het ontkennen als ze het vragen, maar ik was bang, bang om hen weer onder ogen te komen, de tweeling van Blackbeard. Paris... 'Ja, we gaan dan verkennen, maar we zullen daar eerst over moeten vergaderen met James en Erik erbij. Ze zouden boos zijn als ze erachter komen dat we dingen beslissen zonder hen.'
   Storm haalde slechts haar schouders op en kwam naast me staan. 'We moeten de aanval nog bespreken,' zei ze.
   Ik knikte, uitstelgedrag was iets waar we allemaal mee kampten.

Ik zei toch dat er een vervolg kwam😌. Deze is misschien erg kort maar vergeef me, ik moet er terug in komen en er springen nog zo veel ideeën rond in mijn hoofd. Het ONTPLOFT!!😅
Bye😴

The sea gods sonWhere stories live. Discover now