De Wezens

57 3 0
                                    

Vanaf het dak bekeek ik samen met mijn 2 kameraden, Jake en Mary, de vluchtelingen. In de tuin van mevrouw Dekkers, dit wist ik want ik ben hier vroeger wel eens geweest. Ik sprong van het gebouw af zo in de tuin, Jake en Mary vlak achter me, ik keek de tuin rond op zoek naar de ogen. Iedereen in de tuin staarde angstig naar het wapen in mijn handen. Ik keek in ieder mens zijn of haar ogen maar er was niemand. Shit! Ik wist zeker dat er hier een was... Ik kon het voelen! Uit mijn ooghoek zag ik iets bewegen, ik draaide me om en daar, in het hoekje van de tuin, zat een kat me griezelig intelligent aan te kijken, ik keek naar zijn ogen en zag die witte gloed, ik begon te rillen en richtte mijn geweer. Alles leek in slow-motion te gaan, ik richtte op de kat maar die had mij al lang in de gaten, hij viel aan zonder enig voorteken. Ik ontweek de eerste aanval van de kat, maar die gaf zich niet zo makkelijk gewonnen, net zomin als ik zelf zou doen. Ik dacht eraan hoe dit eruit zou moeten zien: een volwassen man met blond haar in een pak zo zwart als de nacht, die op de grond een duel met een kat uitvecht, op leven en dood. Jake probeerde me te hulp te schieten, maar was te laat en hij kon niet schieten, anders zou hij mij raken. Ik voelde pijn waar de kat me aanraakte, al bloedde ik nergens. Ik verzette me uit volle kracht maar ik wist dat het maar weinig nut had. Ik voelde een pijnscheut in mijn hand, eerst voelde ik niks maar toen kwam er een helse pijn opzetten die elke gedachten uit mijn hoofd baande. ik schreeuwde het uit, maar ik moest nog één ding doen voor ik me overgaf aan de pijn, ik moest de kat doden. Die instelling nam ik als laatste doel in mijn leven, ik moest en zal de kat doden, in naam van alle mensen op de wereld die nu in angst moeten leven. ik pakte mijn geweer en deed mijn uiterste best om hem op de kat te kunnen richten, hij beet me zo vaak hij kon om te voorkomen dat ik op hem schoot. Ik stond op het punt om de trekker over te halen, toen alles voor mijn ogen zwart werd.

Toen ik bijkwam lag ik op de grond, ik had moeite met ademhalen. Ik wist dat het voor mij voorbij was. Eenmaal gebeten door die wezens is er geen uitweg meer, het gif verspreidt zich door je lichaam en er is geen remedie. De troepen die de wezens moesten elimineren hadden dan ook de opdracht gekregen om alle vergiftigde soldaten te vermoorden. Het gif zorgt alleen voor lang lijden, en je lichaam wordt nooit weer beter. Één week is het langste dat iemand het ooit vol hield, en van beter worden is nooit gehoord. Ik hoorde stemmen... Al klonk het erg zacht, net hard genoeg om het te kunnen verstaand, ik hoorde een trieste stem zeggen "Nee! Dit kan ik niet... Is er geen mogelijkheid om...." Maar de stem werd onderbroken "Die is er niet, dat zou jij toch moeten weten! Het gif zal zich door zijn lichaam verspreiden en na veel lijden, zal hij toch sterven." Even was het stil. Toen kreeg ik door dat het over mij ging, ik gebruikte al mijn kracht om te zeggen; "Schiet.....Het is de enige..manier.". Ik hoorde het geluid van een geweer dat gericht werd en was blij, ik zou eindelijk mijn familie weer zien. Ik had gedaan wat ik kon en nu was alles voorbij..

*BANG!*

De Wezens (On Hold)Where stories live. Discover now