Vandaag was echter niet een leuke dag.
Je voelde je niet goed.
Je ademde moeizaam.
En ik was bij je.
Ik weet niet wat ik moet doen.
Waarom weet ik nou niet wat ik moet doen?
Waarom nu?
Waarom op dit moment?
Ik ren.
Weg van jou.
Weg van jouw gepijnigde blik.
Opzoek naar hulp.
Want ik kan jou niet helpen.
Ik ben hulpeloos.
Wanhopig.
Maar bovenal bang.
Bang om jou kwijt te raken.
CITEȘTI
Maybe one day
Proză scurtăIk zit naast je. Jij en ik altijd onafscheidelijk. Tenminste dat dachten we, totdat het lot ons het tegendeel bewees. Dit voorheen nog sterke meisje loopt op de rand. Op de rand van een klif. Een hoge klif. Telkens dreig ik te vallen...