Proloog

14.7K 408 45
                                    

"Nee! Je mag haar niet houden!" schreeuwde mijn man. Hij sloeg met zijn vuist op de tafel om zijn woorden kracht bij te zetten. De tranen stroomden over mijn wangen terwijl ik mijn pasgeboren dochterje tegen mij aan drukte, "Het is mijn kind! Je kunt haar niet van me afnemen!" schreeuwde ik. Pijn, verdriet en wanhoop gingen door mij heen. Ik wilde mijn dochter houden. Ik wilde haar zien opgroeien. Ik wilde erbij zijn als ze haar eerste stapjes zette! Maar diep in mijn hart wist ik dat dat niet kon..

"Luister naar me Isabetta," zei mijn man dringend, "dit is niet mijn kind, daarom komt ze mijn huis niet in!" Ik keek naar mijn kleine meisje. Haar oogjes keken me afwachtend aan. "En als ze ouder is? Ze zou kunnen dienen als huwelijkskanidaat! Of ze zou licht huishoudelijk werk kunnen doen!" Hulpeloos keek ik naar mijn man. Hij keek mij vuil aan. "Dat zien we wel als ze oud genoeg is," zei hij met ingehouden woede, "Maar nu nog niet! Laat dat vervloekte kind nu verdwijnen!" schreeuwde hij.

Ik realiseerde me dat er met mijn man niet meer te praten viel. Het zou me niet lukken om hem te overtuigen. Ik moest een andere oplossing verzinnen. Zwijgend stond ik op en liep met grote passen richting de deur. Ik moest ervoor zorgen dat mijn kleine meisje goed terecht zou komen, want anders wist ik zeker dat mijn man haar op straat zou gooien. De gedachte daaraan wekte afschuw bij me op. Ik haastte me naar de stallen en beval de koetsier om me naar Federico te brengen. Hij is nu mijn enige hoop.. Federico. Wat hield ik veel van hem! We waren zo verliefd! Tot dat mijn man erachter kwam. Hij was razend. Ik mocht Federico nooit meer zien, maar een paar weken later ontdekte ik dat ik zwanger van hem was. De bevalling was nog maar een paar dagen geleden.

Ik heb mijn man gesmeekt of ik haar mocht houden. Vlak na de bevalling sloeg hij mij als ik erover begon, maar sinds gisteren lijkt hij afgekoeld. Ik ging met mijn hand over de pijnlijke blauwe plek op mijn wang. Het deed nog steeds pijn. Ik keek naar mijn kleine meisje, terwijl het maanlicht op haar onschuldige gezichtje scheen. Ik drukte haar tegen me aan en gaf een kusje op haar kleine hoofdje. Tranen stroomden over mijn wangen en vielen op mijn meisje. Hoe kon ik haar ooit loslaten?

"Signoria," zei de koetsier, "we zijn er." Ik haalde een keer diep adem en stapte uit de koets. Even later klopte ik op de deur van Federico's kleine huisje. Hij deed de deur open en toen hij mij zag werden zijn ogen groot, "Isabetta.." fluisterde hij. Ik liep naar binnen en sloot de deur achter me. Verdoofd staarde Federico mij aan. Ik viel meteen met de deur in huis. "Federico, ik mag haar niet houden!" zei ik snikkend. Tranen liepen over mijn wangen, "Kun jij haar verzorgen? Kun jij er bij zijn als ze haar eerste stapjes zet en haar verjaardag viert?" Ik hield mijn adem in.

Met mijn ondertussen verkrampte armen van het vasthouden legde ik mijn dochter voorzichtig op het kleine keukentafeltje. Met nieuwsgierige oogjes keek ze rond. "Ik zal maandelijks geld naar je sturen en misschien kan ik nog wat kleertjes voor haar regelen.." Nog voordat ik mijn zin af kon maken stond Federico voor me. Hij legde zijn handen om mijn gezicht en zoende me gepassioneerd, "ik moest dat nog een keer doen," zei hij, "ik zal onze dochter grootbrengen en voor haar zorgen. Ze is bij mij in goede handen." Bijna opgelucht haalde ik adem en sloeg mijn armen om Federico's nek. De tranen stroomden over mijn wangen en druppelden op Federico's overhemd. "Ik moet terug," fluisterde ik, "anders gaat mijn man zich afvragen waar ik ben.."

Ik zoende Federico nog een keer in de wetenschap dat dit de allerlaatste keer was. Ik kon hem niet meer zien. Nog een keer keek ik in zijn mooie bruine ogen, waarin nu tranen blonken. Voor de laatste keer keek ik naar mijn kleine meisje en aaide haar over haar hoofdje, "ooit zal ik je weer terugzien. Dat beloof ik je!" fluisterde ik. Ik draaide me om en wilde weg lopen. "Wacht!" zei Federico opeens, "Wat is haar naam?" vroeg hij. Ik haalde een keer diep adem, "Luciana," zei ik, "Haar naam is Luciana."

LucianaWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu