Met grote ogen kijk ik door het raam, als een klein kind dat met handen en neus tegen de etalageruit van een speelgoedwinkel gedrukt staat. Het voelt bijna alsof ik de stad in kan ademen, kan ruiken, kan proeven… het is een gevoel dat ik nog nooit eerder gevoeld heb.

“Zin in een tosti zonder kaas?”

Verward draai ik me van het uitzicht weg. “Eh, zonder kaas?”

Kristina zet haar handen op haar heupen en draait een rondje. “Hoe denk je anders dat ik aan dit figuur kom, lieverd?”

“Maar op een tosti hoort kaas,” zeg ik koppig.

“Hemel, weet je wel hoeveel vet er in kaas zit?” De blondine kijkt me doodserieus aan.

Voordat ik kan reageren verdwijnt ze uit de slaapkamer. Zuchtend sleep ik mijn koffer naar het bed vlakbij het raam. Ze mag mij dan wel het eten van kaas ontzeggen, ik pak mooi het gunstigste bed.

Met tegenzin begin ik mijn koffer uit te pakken. Het liefst ga ik gewoon terug naar huis, alhoewel het vooruitzicht van mijn ouders me ook niet bepaald aanstaat. Ik wil hier helemaal niet blijven, maar het kan niet anders.

Wanneer ik halverwege ben verschijnt Kristina in de kamer.

“De tosti’s zijn klaar!” gilt ze. Haar ogen worden groot. “Is dat alles wat je hebt?”

Ik kijk van mijn stapel kleding terug naar het gezicht van mijn nicht. “Eh, ja, hoezo?”

“Hoe wil je daar de hele zomer mee doorkomen?” Kristina schudt wild met haar hoofd. “We moeten morgen maar eens gaan winkelen dan.”

Ik snak naar adem. “W-winkelen?”

“Zeg nou niet dat je daar een hekel aan hebt,” verzucht de blondine met een pruillipje.

“Dat is helemaal niet nodig,” zeg ik gehaast. “Ik heb hier genoeg aan. Heus.”

Kristina snuift. “Dat zullen we nog wel eens zien, Noa. Nou, kom mee, voordat de tosti’s koud worden.”

Die avond zitten we samen voor de tv een film te kijken. Kristina heeft een salade gemaakt. Na het opscheppen had ze me een strenge blik geworpen: mijn portie was ruim twee keer zo groot als die van haar.

Maar zelfs wanneer ik mijn bord leeg heb is de honger niet helemaal verdwenen. Ik kan me niet voorstellen dat een normaal mens op een kost als dit kan overleven. Kristina is model en moet voor haar vak slank zijn, maar betekent dat dan ook dat ik dit knaagdierendieet moet volgen?

Wanneer de film is afgelopen staat ze op. “Het spijt me lief nichtje, maar ik moet je een paar uurtjes alleen laten. Ik heb een afspraak die ik niet kon verzetten, en je moeder kwam nou niet bepaald op tijd aan met het idee jou bij mij te dum-, ik bedoel, te laten logeren.” Als een heuse chaoot zoekt de blondine in het rond om haar handtas te vullen. “Mijn telefoonnummer hangt op de koelkast, mochten er problemen zijn. Doe maar alsof je thuis bent.”

En met die woorden is ze het huis uit en valt de voordeur in het slot. Opgelucht haal ik adem en wrijf met mijn hand over mijn halflege maag.

Zonder aarzelen spring ik op en ga op zoek naar Kristina’s extra mobiel die ze voor het moment aan mij geleend heeft. In de slaapkamer vind ik ook haar laptop en na even zoeken heb ik een telefoonnummer voor me van een pizzabedrijf.

Hongerig staar ik naar de foto’s van enkele pizza’s uit het menu wanneer er opgenomen wordt. Plompverloren begin ik in het Nederlands, om halverwege te stoppen en hakkelend in het Frans met hier en daar Engelse woorden verder te gaan.

Even later sta ik onder Kristina’s maar al te luxe douche, nog steeds verbaasd over het feit dat ik in Parijs een pizza besteld heb zonder uit schaamte over mijn gebrabbel op te hangen, genietend van vanille geuren die rondom me opstijgen.

Misschien is het leven hier zo slecht nog niet. Hoewel ik mijn vertrouwde, donkere kamertje en laptop mis – dit is niet het eind van de wereld. Het is hier mooi, groot en Kristina zal wegens haar werk toch niet veel thuis zijn. Uiteindelijk zal ik het hier net zo rustig vinden als thuis – ondanks de stadsgeluiden die van buiten klinken.

Net wanneer ik mezelf in een dikke witte handdoek heb gewikkeld, klinkt de deurbel. Dat is snel. Vluchtig knoop ik de stof nog iets strakker onder mijn oksel en sprint richting de keuken. Nadat ik het klaargelegde geld van het aanrecht grijp, open ik de voordeur.

“Bonjour,” zeg ik, klaar om met gretige handen een warme pizzadoos aan te pakken.

Maar er staat geen pizzakoerier voor me. In plaats daarvan trekt een lange jongen een zeiknatte muts van zijn hoofd, waardoor vochtige plukken honingblond haar verschijnen en druppels op de vloer lekken.

Mijn voorhoofd rimpelt. Zijn bruine ogen verwijden.

“Amsterdam?” weet ik stomverbaasd uit te brengen.

Duae [Inactief]Where stories live. Discover now