Zelflust

289 18 11
                                    

'De baby heeft de klap niet overleefd.'
De arts houdt een eerbiedige stilte en laat de heftige informatie even bezinken. Carla brengt geschrokken een hand voor haar mond.
'Kunnen we naar haar toe? Is ze oké?' vraagt Fenna half opgestaan uit haar stoel.
'Ja, dat mag wel,' vertelt Herman.
Deze zin klinkt als een startschot op de Olympische Spelen bij de honderd meter sprint in de oren van de twee rechercheurs. De handtassen worden bij de daarvoor bestemde handvaten gegrepen en ze lopen snel de gang op.
'Welke kamer?' vraagt Fenna met een voet in de gang.
'186,' krijgt ze als antwoord. 'Ik moet u wel meedelen dat mevrouw van Kempen een hersenschudding heeft, waardoor ze zich enkele dingen niet zal herinneren. Dit zal echter snel weer opklaren.'
Carla bedankt de man met een kort knikje en rent achter haar collega aan de gang op.
Kamer 0/214 zijn te vinden op de eerste verdieping. Korte hakken klikken door de gangen en over de trappen.
Carla moet haar best doen om Fenna bij te houden. Zij is gewoon niet zo zwaar getraind op haar conditie als Fenna dat is. Maar dat is in de meeste gevallen ook niet nodig.
De rechercheurs staan weer even stil voor de bordjes die hen de weg wijzen. Voor kamer 182/214 moeten ze naar links. Opnieuw echoën de klikkende hakken door de gangen. Tegenliggers zetten een stapje om de vrouwen er langs te laten, wat natuurlijk erg gewaardeerd wordt.
182/190 naar rechts. De linkerkant van de gang is de kant met de even getallen. 182. 184. 186. 188.
Fenna stopt.
'Het was 186, toch?'
Carla knikt en zet een stap richting de deur. Ze hijgt een paar keer van het harde rennen en legt haar vuist op de zware houten deur. Zachtjes duwt ze hem naar achteren en naar voren waardoor een zacht geklop ontstaat.
Het blijft stil, maar toch opent Carla de deur voorzichtig. Eerst zet ze het op een kiertje en steekt haar hoofd naar binnen om zeker te weten dat ze welkom zijn.
'Liselotte?'
Liselotte schrikt op uit haar gedachten en kijkt Carla aan. Dan loopt Carla de kamer in met Fenna achter zich. In Liselottes ogen staan tranen. Snel kijkt ze weer terug naar de handen op haar nog steeds dunne buik. Een koude traan verlaat haar ogen en baant zich een weg over haar wangen. 
Carla schuifelt langzaam naar de zijkant van het bed en pakt de hand van Liselotte voorzichtig vast. Ze kijkt Fenna aan, die ook gaat zitten, niet wetende wat ze op zo'n moment moet zeggen.
Even valt er een stilte waarbij de tranen van Liselotte druppelen op het witte beddengoed. De tijd vertraagt. Liselotte onderbreekt de stilte en tilt haar hoofd paniekerig op.
'Waar zijn Evert en Bram? Zijn ze oké?' Ze kijkt Fenna in haar bruine ogen. Fenna schrikt van de schrammen in Liselotte haar gezicht die ze eerst niet goed had kunnen zien.
'Het gaat beter met ze dan met jou. Ze zijn hier ook in het ziekenhuis,' antwoordt Carla voor Fenna.
Liselotte knikt zachtjes en ontspant een klein beetje.
'Heb je veel pijn?' vraagt Carla waarbij ze op het bed leunt. 
Liselotte kijkt haar ex-korpschef aan en bijt op haar lip.
'Valt wel mee hoor,' zegt Liselotte, proberend dapperder te zijn dan ze zich voelt. Fenna en Carla waren hier echter aan gewend.
'Ik weet niet meer wat er gebeurd is,' verklaart Liselotte, met een verwarde blik in haar ogen.
'Ja, dat weten we. Je hebt een hersenschudding, maar je zult je snel weer alles herinneren,' informeert Carla haar. Ze vragen zich alleen af in hoe verre ze wilde dat Liselotte zich het ongeval weer zou herinneren.
Even valt er een stilte. Er stromen nog steeds doorzichtige tranen over Liselottes wangen.
'Ik mis hem nu al,' snikt Liselotte. Snel wrijft ze haar tranen weg.
Fenna zucht meelevend.
'Nu is het kindje bij Thomas,' probeert ze haar gerust te stellen.
'Dat ligt eraan.'
Opnieuw valt er een stilte. Liselotte drukt haar handen naast haar zij en gaat iets rechter opzitten waarbij ze zachtjes kreunt. 
Carla verplaatst zich naast het bed.
'Kunnen we nog iets voor je doen? Zoals kleren meebrengen of tijdschriften kopen?'
'Zolang ik hier nog niet weg mag, heb ik niks aan kleren,' zegt ze botter dan ze eigenlijk bedoelde. Liselotte schudt haar hoofd en legt haar handen opnieuw op haar buik.
Op dat moment opent de deur. Er stapt een vrouw de kamer in met dezelfde haarkleur als Liselotte en een mapje onder haar arm. Een wenkbrauw schiet omhoog wanneer ze Fenna en Carla aan de bedrand ziet staan.
'Jullie weten dat het geen bezoekuur is, toch?' vraagt ze een tikje geïrriteerd.
'We mochten even langs van Herman euhm...' Fenna kijkt Carla vragend om hulp aan. 
'Visser,' helpt Carla.
'O, oké! Houd het kort alstublieft, Mevrouw van Kempen heeft veel rust nodig,' zegt de vrouw vriendelijk.
'We moeten toch gaan, Bram en Evert wachten ook nog op ons,' antwoordt Fenna. Ze geeft Liselotte een stevige omhelzing, waarna Carla haar voorbeeld volgt.
'We komen morgen weer langs Lies!' glimlacht ze. De twee dames lopen naar de deur.
'Wacht,' zegt Liselotte zachtjes. Carla en Fenna kijken op.
'Bedankt voor alles.' Ook Liselotte glimlacht.
'Geen idee waarvoor je óns moet bedanken, maar heel graag gedaan,' antwoordt Fenna lachend en ze opent de deur. Net wanneer Carla de drempel passeert, komt er een jonge man met krukken binnen gestrompeld.
'Bram? Wat doe jij hier? Moet je niet in bed liggen?' vraagt Fenna verbaasd. Na dat ze even gewend zijn aan de situatie geven Carla en Fenna hem een knuffel. Ondanks dat hij hier nu voor hen staat, waarschijnlijk zonder permissie, zijn ze evengoed blij dat het goed met hem gaat. Tenminste, hij ziet er redelijk uit voor iemand die in een ontploffing was beland.
'Meneer Amezian? Mag ik u vriendelijk vragen om niet meer zonder toestemming uit uw bed te komen. U heeft uw ribben gekneusd!' zegt de vrouw een beetje verschrikt.
'Het gaat prima, ik moet weten hoe het met Liselotte gaat.'
Liselotte kijkt hem aan, nog steeds op haar lippen bijtend. Ze glimlacht door haar sombere blik heen.
'Nee, sorry. We zullen ervoor zorgen dat u zo snel mogelijk bij haar kan, maar u moet eerst zelf herstellen.' De vrouw probeert Bram een zetje te geven richting de deur, maar Bram laat zich niet kennen en probeert tegen te stribbelen. Een forse steek trekt door zijn ribben. Even leunt hij weer wat meer op de krukken onder zijn ellebogen.
'Bram, doe nu maar wat het beste is,' probeert Carla.
''t Is niet erg,' zegt Liselotte zacht.
Bram ontspant. Een zucht ontsnapt uit zijn mond en hij draait zich langzaam om. Hij hinkt op zijn goede been en loopt de kamer uit. Eén voor één vertrekt iedereen uit kamer 186.
De deur sluit en Liselotte hoort het slot in de opening glijden.
Zonder enig besef begint ze te huilen. Harder dan net. Nu hoefde ze geen rekening te houden met bezorgde vrienden.

You've reached the end of published parts.

⏰ Last updated: Feb 28, 2017 ⏰

Add this story to your Library to get notified about new parts!

Moordvrouw- Onbegonnen BezigheidWhere stories live. Discover now