Opdr. 1 Thriller

3 0 0
                                    

Het was mijn verjaardag, maar het had net zo goed mijn sterfdag kunnen zijn. Dat was het ook bijna geworden. Ik heet trouwens Victor. Ik woon in Deventer in een flat. Ik woon op de derde verdieping. Mama, papa en ik. Geen broers, geen zussen. Ze denken dat je als enig kind vreselijk verwend word, maar dat word ik niet. Integendeel: ik moet karweitjes doen om mijn zakgeld te verdienen en zelfs dan krijg ik nog niet al te veel. Ik spaar al het hele jaar voor zo'n klein digitaal cameraatje. Het is net of je met je neus een pinda tegen de Mount Everest omhoog probeert te duwen. Maar daar kwam op mijn verjaardag een eind aan. Ik heb een oom, oom Harry, enbdie gaf me als cadeautje een digitale camera. Het allernieuwste model, niet groter dan een luciferdoos en met een buitenkant van geborsteld staal. Ik was er erg blij mee. Ik popelde om naar buiten te gaan en een paar plaatjes te schieten. Mijn vriend Barry vindt me een zielig geval omdat ik graag fotos maak, maar daar trek ik me niets van aan. Ik zei tegen hem: 'het is beter dan roken, zoals jij, of stelen, zoals jullie Tel.' Barry rookt als zijn moeder het niet kan zien en zijn grote broer Tel is een winkeldief, een zakkenroller en nog meer van dat fraais. Hij heeft twee keer vastgezeten. Wat een oen. Barry gaf me een stomp toen ik zijn broer zo noemde, maar het is zo. Van fotograferen krijg je geen kanker en ze sluiten je er ook niet voor op. Maar fotograferen kan gevaarlijk  zijn. Dat was het voor mij op die dag zeker...
'Waar ga je naar toe?' vroeg mijn moeder. Ik stond bij de deur mijn jacket capuchon aan te trekken. Ik liet haar het cadeautje van oom Harry zien: mijn nieuwe digitale camera. Ik zwaaide ermee boven mijn hoofd. 'Even een paar fotos maken, mam,'
'Waarvan dan?' vroeg ze. 'Buiten zijn alleen maar straten.'
Straten zijn prima, mam,' zei ik tegen haar. 'Er zijn een heleboel mensen die fotos van straten maken.'
'Ja, en er zijn ook een heleboel domme mensen,' bromde ze. 'Ga niet te ver weg, want het is zo donker.' En dus liep ik de galerij af en ging via de trap naar beneden. Er is wel een lift, maar die stinkt en via de trap ben je trouwens sneller beneden. Het begon al donker te worden en het motregende. Het wegdek glom in het licht uit de etalages en de koplampen van de auto's. Het is een straat met tweerichtingsverkeer. Als ik een foto had gemaakt, had je daarop aan de ene kant het felle licht van de koplampen gezien en aan de andere het rood van remlichten en achterlichten. Met hier en daar ook nog een oranje knipperlicht. Dat staat mooi op een foto, en volgens mij kwam het er allemaal goed op. Maar goed, daar stond ik dus aan de rand van de stoep de ene foto na de andere te maken toen er een auto aan kwam rijden

You've reached the end of published parts.

⏰ Last updated: Mar 05, 2023 ⏰

Add this story to your Library to get notified about new parts!

Schrijfwedstrijd OpdrachtenWhere stories live. Discover now