Hoofdstuk 14

76 5 1
                                    

Pov. Puck:
Als we opstaan, denk ik bij mezelf: ik heb gezoend! En ik heb nu zelfs verkering!
Ik maak me zorgen over wat er maandag gaat gebeuren, maar als ik naar Dylan kijk zijn al mijn zorgen vergeten.
Hij kijkt mij aan, en vraagt: waar zit je aan te denken?
Ik denk aan jou, zeg ik.
En ik bloos.
Maar ik denk ook aan Maandag, wat er dan gaat gebeuren.
Hij drukt me tegen zich aan en zegt:
Het komt goed! Dat beloof ik je.
Ik laat je niet in de steek!
Ik glimlach.
Ben je zenuwachtig voor de uitslag? Vraagt hij.
Ja, geef ik eerlijk toe.
Wat er ook gebeurt, ik blijf bij je! Zegt hij en hij geeft mij een zoen.
Dat weet ik, zeg ik en ik omhels hem.
Zullen we gaan? Vraagt hij.
Het is al half 11.
Is goed zeg ik, en ik pak zijn hand vast.
Ik ga achterop zitten en ik sla mijn arm om zijn middel heen.
Ik leg mijn hoofd tegen zijn rug en ik sluit mijn ogen.
Het voelt zo fijn, denk ik bij mezelf.
Als we thuis zijn, geft hij een kus op mijn voorhoofd en dan gaan we naar binnen.
Maya zit op de bank een film te kijken en haar moeder ligt al op bed.
Heey! Zegt Maya.
Was het gezellig? Ze kijkt mij aan.
Ik ga naar boven, zegt Dylan en hij geeft mij een knipoog.
Als Dylan boven is, vraagt Maya hoopvol: en??
Ik ga naast haar zitten, En dan begin ik te vertellen.
Als ik klaar ben met mijn verhaal, omhelst ze me en zegt: ohh wat fijn voor je!
Ik ben zo blij voor je!
Ik bloos.
Maar dan kijkt Maya opeens een stuk minder blij.
Wat is er? Vraag ik.
De dokter heeft gebeld, ze weten niet wat er is en je moet terug komen voor een scan.
Maar... waarom weten ze niet wat het is? Vraag ik.
Het leek ergens op, maar ze weten het niet zeker.
Waar leek het op? Vraag ik angstig.
Nou... euh, op een tumor.
De tranen zwellen op als ik dat woord hoor, en Maya probeert me te troosten.
Ze weten het niet zeker, zegt Maya.
Ze probeert me gerust te stellen, maar het helpt niet.
Ik ga naar boven, zeg ik kortaf.
Ik klop op de deur van Dylans kamer, en direct doet hij open.
Wat is er? Vraagt hij, en ik val hem om de hals.
Hij probeert me te troosten en zegt: kom even zitten.
Ik ga op zijn bed zitten en hij komt naast me zitten.
Ze.. ze.. stamel ik.
Word eerst even rustig, zegt hij en hij wrijft over mijn rug.
De uitslag van mijn bloed is er, zeg ik dan.
Zijn gezicht verstrakt.
En? Vraagt hij bezorgd.
Ik moet terug voor een scan, ze weten het niet zeker maar... maar... verder kom ik niet.
Sstt. Zegt hij en hij wrijft over mijn rug.
Wat is er?
Ze denken dat het een.. een... tumor is.
Ik zie dat hij schrikt.
Echt? Vraagt hij.
Ja.. zeg ik en ik kruip dicht tegen hem aan.
Hij slaat zijn arm om me heen, en zo zitten we een tijdje te denken.

Heey allemaal!
Ik weet niet wat im van dit hoofdstuk moet vinden.
Wat vinden jullie?
Laat het achter in de rea!

Xxx

VerziektWo Geschichten leben. Entdecke jetzt