Mirror.

12 1 2
                                    

Dit is het verhaal voor @StoriesByCaya ! Opdracht 1 ofzo..... Idk. ^^ de titel :)
~ Maud

***

Wezens die dood en verderf zaaien, zeiden ze.
Wezens uit de hel, zeiden ze.

Ik dring naar voren. Blijkbaar is er een belangrijke vergadering bezig waarvan ik niets vanaf wist. Ik weet niet precies of dat het geval is, maar ergens wil ik dat aannemen. Een vrouw staat voor ons, naar de richting van het geluid van haar stem. De vrouw spreekt luid, met een kraakheldere stem. Ik zie haar niet, veel langere mensen blokkeren mijn zicht. Terwijl ik naar voren dring stopt ze met praten, en ik word er nerveus van. De prachtige kamer, groot met een beschilderd plafond, valt stil. Niemand spreekt of fluistert nog. Je zou een speld kunnen horen vallen. Alleen nog blikken op mij, blikken met gemengde emoties. Verwardheid, verbaasdheid en zelfs..

Haat.

Nou, mensen, wezens, wat dan ook, jullie weten eindelijk hoe ik me mijn hele leven heb gevoeld. Applaus. Ik ben intussen, diep in gedachten, stil gaan staan. Allemaal wenden ze hun hoofden weer af, en kijken ze verwachtingsvol naar de vrouw, wachtend op wat ze te zeggen heeft. De vrouw begint weer te spreken, en deze keer zie ik het afschuwelijke tafereel dat die verschrikkelijke stank voortbrengt. Lijken liggen overal, en de vrouw staat ertussen. Ze lijkt niet bang, meer.. Zelfzekerd, op een vreemde manier. Deze keer neem ik de tijd om te luisteren naar de woorden van de vrouw. '-We kunnen er niet meer tegen! Daarom moesten deze.. Wezens dood. Ze komen uit de hel. Ze zijn mislukkelingen van God! Ze mogen zichzelf dan Yarouti noemen, of wat voor verschrikkelijke naam dan ook, het zijn demonen! Ze spelen onder één hoedje met de duivel!' Ze maakt grote handgebaren, die wijzen naar de lijken, en weer naar ons. En terug. Mijn ogen verwijdden en mijn hart lijkt te kloppen. Lijkt.

Heeft de duivel een hoedje? Het schiet zomaar door mijn hoofd heen, en ik zucht geïrriteerd door mijn naïefheid. Het ding bestaat niet eens. De vrouw lijkt mij op te merken, en even probeert ze me overduidelijk te negeren. 'Allis, wil jij daar nog iets aan toevoegen?' zegt ze. Niemand lijkt de dreigende toon in haar stem op te merken. Ik schud mijn hoofd van nee. 'Nee, mevrouw.' Hoe weet ze mijn naam? De vrouw knikt en loopt gracieus van het kleine verhoginkje af. Haar elegantie is bijna irritant. Ze staat een meter voor me als ze stopt, en ze lijkt deze afstand te houden omdat ze me verafschuwt. 'Dan waarom doe je alsof je een mens bent?' Haar handen staan op haar heupen, en haar beigegekleurde jasje kreukt onder haar armen. Mijn ogen schieten heen en weer en deze keer ben ik er bijna zeker van: mijn hart klopt. Dat kan toch niet? Geen idee. Mijn volk hoort geen hart te hebben. Misschien hebben ze er wel een.

'Ik ben wel een mens, ik zie er toch uit als een? Ik ben zelfs gedoopt.' mompel ik, met een nep-geïrriteerde ondertoon. De vrouw fronst en draait zich dan weer snel om, waarmee haar bruine haar op en neer springt als springveren. Ze draait zich om met een grijns op haar gezicht. 'Is dat zo, Allis?' Ze spuugt mijn naam uit, alsof ze allergisch voor het zeggen van mijn naam is. 'Er is altijd tijd.' zegt ze, en een geamuseerde uitdrukking verschijnt op haar gezicht terwijl ze naar een kleine spreekstoel loopt.

Stomme kerk.

Na een tijdje bladeren gooit ze het boek hard op de grond. 'Je staat er niet in, Allis. Heb je een reden om te liegen, lieffie?' Het woord lieffie klinkt alsof ze het eigenlijk niet wilt zeggen. En nu weet ik het. Dit is het einde. Het einde van alles. Het einde van me. Ze pakt het boek op en gooit het tegen een spiegel aan. Terwijl het glas van de spiegel breekt, brokkelt mijn leven al in duizend stukjes. Ik heb altijd gedacht dat spiegels iets magisch hadden. Ze reflecteren de echte jou. Wacht maar, pas op jezelf. We zijn verliefd. We dansen. We zijn gelukkig. We zijn gebroken. We huilen. We zijn woedend. Verdrietig. Een spiegel neemt je waar als een foto, een foto die het zal vasthouden tot alles voorbij is. En op dit moment ben ik blij dat ik geen spiegelbeeld heb. Ben ik de enige die ik ken? Die ik ken? Niemand kent me. Niemand kent mij zoals ik echt ben. En het doet pijn als een migraine. Terwijl de vrouw een scherf van het glas oppakt, denk ik aan hoe mijn leven is geweest. Hoe ik het kan samenvatten in één woord. En ik weet het al de hele tijd. Verschrikkelijk. De schaduwen zullen naar me schreeuwen dat ik me moet redden. Ze zullen ook naar me gillen dat ik afschuwelijk ben, alleen. Ik wou dat ik een doosje van licht had om me te beschermen. Om bij te houden terwijl ik beland in het niets. Het rustgevende niets waar ik zo veel over heb gehoord. De vrouw staat met een gestoorde grijns voor me terwijl ze langzaam mijn keel doorsnijdt. Haar haar zit door de war, haar ogen staan op stand: gestoord. Dit is het einde. Het waardeloze einde aan een waardeloos leven.

En ik heb niet eens haar naam gekregen.

(btw dit is niet bedoelt om iemand te kwetsen :D)

You've reached the end of published parts.

⏰ Last updated: Jun 16, 2016 ⏰

Add this story to your Library to get notified about new parts!

Verhalenwedstrijdjes enzoWhere stories live. Discover now