12. Het meisje

828 93 54
                                    

Nee! Ze was toch niet? Ik begon zacht in mezelf te lachen en haalde mijn capuchon van mijn hoofd. Nooit gedacht dat ik haar weer tegen zou komen.

Ik bekeek haar gezicht, ja zij was het. Ik leunde over haar heen en legde mijn hand tegen haar hals aan... En ja, ze leefde nog. Ik moet toegeven dat ik dat een beetje jammer vond. Haar korte bruine haar haalde ik uit haar gezicht, wat nu? Opeens voelde ik het nabij zijn van iemand en ik draaide me om. Een man van, wat zal het zijn? Leeftijden zijn niet echt mijn sterkste punt... Ik ga voor drieëntwintig. Dus een jonge man van ongeveer drieëntwintig jaar stond achter me. Zijn haar was verdacht wit voor zijn leeftijd en hij droeg kleren die bij erbij matchte. Hij keek me met zijn grijze ogen argwanend aan waardoor ik me af ging vragen wat ik nu weer fout had gedaan.

'Kan ik je ergens mee helpen?' vroeg ik aan de man, zijn ogen versmalde. Ik keek hem raar vragend aan, wat moest hij nou weer van me?

'Wat wil je met haar doen?' vroeg hij alsof ze zijn bezit was. Ik dacht even na, ik had van Dood geen opdracht gekregen om haar te vermoorden, dus dat werd het antwoord niet. Verder moest ik haar herinneringen aan het feest zien te verwijderen. Hmm, moeilijke vraag als je je in mijn positie bevind...

'Ik wil haar naar huis brengen,' zei ik heel gewoon. 'Weet je misschien waar ze woont?' Hij keek me nog steeds argwanend aan, maar knikte. Beter dat hij dat wist. 'Oké, tof,' zei ik, vraag me niet waarom ik tof zei... 'Zou je het op kunnen schrijven?' vroeg ik terwijl ik mijn ene arm onder de benen van het meisje schoof en mijn andere onder haar schouders.

'Ik breng je,' zei de man monotoon.

'Heb je een auto?' De man knikte. 'Nice,' zei ik, tilde het meisje van de vloer en volgde de man naar buiten. Zonder enig woord te zeggen legde ik het meisje op de achterbank en schoof naast haar de auto in, haar hoofd liet ik op mijn benen rusten. 'Is het lang rijden?' vroeg ik.

'Nee, kwartiertje,' antwoordde wit haar. Hij startte de auto en begon te rijden.

'Wat ben je eigenlijk van haar?' vroeg de man toen we voor een stoplicht stil stonden.

'Een medestudent,' zei ik en realiseerde me dat dit een van de weinige keren was dat ik eerlijk die vraag had beantwoord. 'En jij?'

'Ik ben haar broer.'

'Aha.' Altijd leuk broers ontmoeten, het liet me altijd een beetje leeg achter als iemand zei dat ze familie hadden... Ik zuchtte en dacht onvrijwillig terug naar een hele tijd geleden... Ik schudde mijn hoofd, gelukkig was de man in het wit te gefocust op de weg om mijn depressieve gezicht te zien.

'We zijn er,' zei de man droog en ik realiseerde dat ik hem in mijn hoofd hij niet anders dan "de man" heette.

'Heb je eigenlijk nog een naam?' vroeg ik.

'Is dat nodig?' schoot hij terug.

'Het is wel handig.' De auto stopte voor een simpel rijtjeshuis.

'Ik heb geen naam, maar je kan me Mike noemen.' Geen naam? Dat was raar, zo iets zou een normaal persoon nooit zeggen... 'Mag ik ook jouw naam weten medestudent?'

'O, ja,' zei ik uit mijn gedachten gehaald en opende de portier. 'Mijn naam is Nick.' Mike knikte en voorzichtig haalde ik het hoofd van het meisje van mijn schoot af. Waarom kon ik nou niet op haar naam komen...? Ik stapte uit en pakte haar weer op. Mike sloeg de autodeuren dicht en zette hem met een klik op slot. Ik volgde witte Mike naar het huis toe. Hij had de sleutel die bij het huis hoorde, waardoor ik het iets meer geloofde dat hij haar broer was.
'Waar is haar kamer?' vroeg ik toen we binnen waren.

'Boven, haar naam staat op haar deur.' Ja, want daar had ik veel aan. Ik zuchtte onhoorbaar en begon mijn klim omhoog. Ik moet je even zeggen dat het alles behalve makkelijk is om met iemand in je armen een smalle trap op te lopen. Gelukkig kwam ik zonder naar beneden te vallen op de eerste verdieping aan en liep over de gang. God zei dank, dat ik zal dat Yee maar niet laten horen, er was maar een deur met een naam erop.

Linde

Langzaam las ik de letters, keek naar het meisje in mijn armen en opende de deur. Ik keek snel rond en zocht naar een lichtknop. Met Linde's voeten klikte ik het licht aan en kon nu goed zien waar ik was. Voorzichtig legde ik haar op het bed dat een paar stappen van de deur verwijderd was. Het bed was zo'n bankbed, vreselijke dingen vind ik dat, een keer erin geslapen en werd de volgende dag wakker met blauwe plekken door het slaan tegen de zijkanten... Ja, ik slaap alles behalve rustig. Maar even weer focus op de kamer. Een houten vloer en zee blauwe, afgewisseld met hier en daar wat groen, muren waar twee ramen in zaten. Bij het hoofd van het bed, dat was aan de rechter kant, stond een bureau. Ik pakte de paarse bureaustoel en trok hem naast het bed om erop te kunnen zitten. Aan de kant van het voeteneind stond een klerenkast, klein, maar fijn. Verder stond er naast de deur een dichte kast die een boekenkast bleek te zijn, ik kon mijn nieuwsgierigheid niet onderdrukken.

Toen ik de kamer helemaal in me had opgenomen zette ik mijn gedachten op een rijtje.
Het verwijderen van herinneringen is makkelijk als de persoon waarvan je de herinnering verwijderd wakker is, Killian en Rea zouden geen moeite moeten hebben met die hele menigte. Máár als de persoon slaapt, buiten bewust zijn is of zelfs in coma ligt is dat uiterst moeilijk. Als dat dus het geval is, wat nu zo was, moet je je fucking hard concentreren. Daarom ademde ik diep in en bereidde me voor, nog iets wat belangrijk was. Je moet weten waar je begon, waar je was op het moment dat je iemands gedachten binnen drong, daarom moest ik de hele kamer, kosten wat het kost, goed in me opnemen. Elk detail is belangrijk, want het kan zomaar zijn dat je in een waanbeeld komt en niet door heb dat je verkeerd zit... Met het gevolg dat je vast kan blijven zitten in iemands hoofd en dat lijkt me alles behalve prettig.

Ik schoof met de stoel dichter naar het bed toe en leunde naar voren. Mijn vingers legde ik op haar slapen. Nog een keer ging ik alle kenmerken van de kamer langs. 'Oké Nickolas, dit kun je!' zeiden mijn gedachten als aansporing. Ik haalde nog een keer diep adem, sloot mijn ogen en liet me naar de duisternis toe trekken.

Leerling van De Dood [OUD]حيث تعيش القصص. اكتشف الآن