[] 13 []

92 6 0
                                    

De volgende dag stonden we bij de stallen. Caddock hield mij de hele tijd in de gaten. Niet dat ik ergens heen kon. Aangezien na mijn ontsnapping iedereen me scherper in de gaten hield. Caddock liep op het grootste en woeste paard af. Hij pakte de teugels beet. Ik liep naar het witte paard. Ze snuffelde aan mijn hand. Ik glimlachte. 'Mijn kleine Karah' zei Caddock achter me.

Ik keek om. Hij stond nog steeds bij het paard. 'Stijg op' zei hij 'hoe eerder we kunnen vertrekken.'

Ik knikte en steeg op. Hij deed dat ook. Toen de rest was opgestegen zei Caddock: 'dan kunnen we vertekken.'

We spoorden de paarden aan. Al had mijn paard het niet nodig. Ze begon vanzelf al te galoperen. Ik reed naast Caddock door het bos. Na een tijdje vroeg ik: 'hoe heet ze?'

'Hoe bedoel je' vroeg hij.

'Mijn paard, wat is haar naam?'

'Ehm... geen idee. Die heb je haar zelf gegeven. Als het goed is.'

Ik dacht na. Hoe zou ik mijn paard noemen? 'Luna' zei ik na een tijdje opgewonden.

Het paard hinnikte. 'Luna dus' zei ik.

Caddock knikte.

'En uw paard?'

'Mac' zei hij terwijl hij het paard op de hals klopte. Ik knikte. In de middag kwamen we in het kasteel. Er stonden wat mannen te wachten. Blijkbaar werkten er dus geen vrouwen op zijn kastelen. Daar moest verandering in komen vond ik. We stegen af. Twee mannen liepen naar onze paarden en namen ze mee naar de stallen. Caddock liep voor iedereen het kasteel in. Dit kasteel was minder duister. Hier was meer licht en de bloemen stonden in bloei. Hij liep voor me uit naar een troonzaal. Deze had wel twee tronen. Drie eigenlijk. Caddock keek naar mij. 'Welkom mijn kleine Karah' zei hij 'in het zomer kasteel.'

Ik keek rond. De troonzaal was anders hier. Het was lichter hier en zag de uitnodigender uit. In tegenstelling tot het andere kasteel. 'En waarom heeft u me hier nooit mee naartoe genomen?'

'Omdat hier geen cellen zijn. En jij kan geheime uitgangen vinden dus...'

Ik knikte.

'Goed' zei hij 'rondleidinkje door het kasteel.'

Ik liep achter hem aan door het kasteel. Toen we bij de bibliotheek kwamen zei hij dat de mappen met verborgen gangen weg waren gehaald. Zo kon ik niks doen. 's avonds aten we en speelden we nog een keer schaak. En ook deze keer won ik. Daarna moest ik gaan slapen. Ik vond het niet erg. Wat ik wel raar vond was dat ik me moe voelde ook al was het pas ergens in de namiddag.

Aiden

Karah was weg. Ik ijsbeerde door de cel. Ik voelde me moe. Dat kon zijn omdat ik weinig had geslapen vannacht. Wat ik nog steeds vreemd vond was dat Karah en ik elkaars gedachten konden horen. Ze zou het vast al uitgezocht hebben. Maar ze was het niet komen vertellen en Caddock was het ook niet komen vertellen. Of vragen. Maar waar ze heen waren wist ik ook niet. Niemand wilde me het vertellen en ik was bang dat hij haar iets aandeed. Dan kon ik haar niet beschermen. Ik voelde me verplicht om haar te beschermen tegen iedereen in dit vreselijke kasteel. Dit kasteel vol duisternis!

dark kingWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu