1.

11 1 0
                                    

Ik loop de trap af en zien mijn ouders aan tafel zitten ik zie de tranen over mijn moeders wagen gaan er glijd een koude rilling over mij heen. ''Dayna kan je heel even komen zitten.'' mijn vader kijkt me keel aan. ''Is der iets aan de hand?'' mijn stem trilt. ''sorry we had je dit eerder moeten vertellen." wat hadden ze me moeten vertellen wat is der aan de hand? ''we zijn niet je echte ouders we hadden je geadopteert, je behoort eigelijk tot een familie van tovenaars en we hebben van de school waar je heen moed een brief gekregen.'' me moeder begon harder te huilen ze kon geen woord uitbrengen ze had het der net zo moeilijk mee als ik. ze pak een brief uit haar tas en legt het voor me neer.

Zweinsteins hogenschool voor hekserij en hocus-pocus.

hoofd; Albus Perkamentus. het doet me het genoegen u te kunnen melden dat u in aanmerking komt voor een plaat op Zweinsteins hogen school voor hekserij en hocus-pocus. bijgaand treft u een lijst aan voor schoolboeken en anderen benodigdheden. het school jaar begint 1 maart gelieft voor 29 februarie per uil te reageren.

Tijdens het lezen vallen mij tranen op de brief hoe hebben hun 11 jaar lang tegen mijn kunnen liegen. ''ik haat jullie!'' ik pak de brief en ren naar boven ik zak in elkaar en begin nog harder te huilen. wie zijn mij ouders dan wel en waarom hebben ze me weg gedaan. mijn moeder staat voor me deur. ''schat het spijt ons heel erg, maar we vinden het een goed iedee om morgen je benodigdheden te halen.'' ik slik morgen al ik heb geen iedee wat ik moet verwachten. ''oké tot morgen dan.'' ik weet niet hoe ik op haar moet regeren. ik hou van haar maar ze heeft gelogen heel mij leven lang. ik ga op bed liggen en begin wat te lezen maar al snel val ik in slaap.

~de volgende dag~

het is ochtend ik moet opschieten want we gaan al over 10 minuten. Ik doe me lagen blonde haar in een staart, pak een zwart jurkje en doe wat blush op. ik loop naar benden ik ben precis op tijd ik trek me jas aan en ga. we zitten ruim een uur in de auto onder weg naar de weg is weg niemand heeft een woord tegen elkaar gezegd ik voel me met de dag minder thuis. we zijn der aan gekomen het ziet der hier magich uit het is betoverend. we zijn onder weg naar de bank want we moeten ons geld in wisellen voor gouden giljoenen. toen we daar binnen stapten zag ik nergens mensen eer werkte kobolden.

Na dat we klaar waren bij de bank gingen we de boeken en mijn gewaad halen. toen ik mijn gewaad aan pasten en in de spiegel keek was ik verbaasd ik had me nog nooit zo goed in kleren gevoeld. toen we onderweg waren voor mijn toverstok botsten ik perongeluk tegen een jongentje met precies de zelfde haar kleur aan. ik keek me chagerijnig aan en zij ''kijk uit moderbloedje!'' wat betende dat nou weer. "hou tog je mond arogante kwal.'' We geven elkaar de doods blik en daarna gaan we veder waar we mee bezig waren.

We lopen een grote winkel binnen vol kleinen doosjes. der liep een man met ontploft haar naar ons toe. ''hoi ik ben Olivander.'' hij stak zijn hand uit en ik schut hem. ''hoi ik ben Dayna.'' hij loopt opeens weg en pakt een doos je. ''ik denk dat ik de perfecte stok voor jou heb.'' vertelt hij opgewonden en overhandigt mij het doosje ik open het en het is het meest volmaakten op heel dezen wereld. ik pak de staf beet en voel een warmen gloed door me ligaam stromen en allen lamoen in de winkel schieten aan. ''perfect perfect nog nooit eerder heb ik zo snel de perfecte staf gevonden.'' we hadden toen alles wat we nodig hadden en gingen naar huis. zo dra ik thuis kwam stuurde ik mijn uil der vandoor.

his sisterWhere stories live. Discover now