H 2. Witte tunica's

24 3 0
                                    

 Terwijl Mirthe de wonden van de jongens verzorgde met hun laatste water en brood, piekerden ze over het gedicht. Dez, die al door Mirthe ‘geholpen’ was, beklopte alle muren, maar dat had geen resultaat, op twee wondjes op zijn knokkels na. “Het zou ook wel te mooi voor woorden zijn, als de holte zich op ooghoogte bevond.” Zei Dex, waarna hij een schreeuw van pijn gaf omdat Mirthe zijn wonden weer liet bloeden. “Wat in Hadesnaam doe je?” Riep hij uit, waarop een bewaker naar de deur van de cel liep en met zijn zweep op de vloer knalde. “Houd je koest, begrepen? Dat ik jullie laat praten is tot daar aan toe, maar met dat gevloek haal je de torn van de goden over ons heen.” Sloffend liep hij weer terug. Mirthe wist wel honderd brutale antwoorden, maar ze hield wijselijk haar mond dicht, zoals altijd. Ze ging al 16 winters mee, en zo verstandig was ze wel. “Het spijt me, maar ik moet de wond schoon maken.” Fluisterde ze. “Het is al goed, het is al goed. We moeten minder hard praten, straks horen de bewakers nog waar we over praten.” Bromde hij. Mirthe en Dez stemden in. Dez maakte nog een ronde door de cel, en kon zich haast niet beheersen toen een holle ‘pok’ door de ruimte klonk. Hij klom met behulp van de niet erg recht gemetselde stenen zo hoog tegen de muur op, dat hij de steen los kon wrikken. Toen hij de steen op de grond wierp, en in de holle ruimte erachter keek, floot hij van verbazing. “Hoe ze hier aan is gekomen wil ik niet weten.” Hij liet aan Mirthe en Dex een klein mes en een sleutel zien. Dex ging rechtop zitten, zijn behandeling was klaar. Mirthe ging liggen, Dex boog zich over haar rug terwijl hij een plan maakten.
“Met één mes gaan we het nooit redden tegen al die bewakers. We kunnen beter wachten tot zonsondergang. Dan gaan alle bewakers toch naar de tempel van Helios. Als we met deze sleutel alle cellen kunnen openen, zal het vast lukken die paar bewakers te verslaan. Dan kunnen we weg.”
“Maar waarheen dan?” Vroeg Mirthe. “Is het niet verstandig om de raad van het briefje op te volgen, en naar het Heilige Huis te gaan. Ik denk dat daar het een en ander voor ons klaar ligt. Anders zou ze het niet opschrijven. Ze was geen domme vrouw.” De tweeling stemde in. De andere slaven zouden pas tegen zonsondergang terug komen, dus maakten ze van de overige tijd gebruik om een dutje te doen. De nacht erna zouden ze er toch niet aan toe komen.

Halverwege hun dutje werden ze voor de tweede keer die dag gewekt. “Wat dachten jullie? Laten we lekker een dagje vrij nemen? Slaven moeten werken. Opstaan, buiten staat een kar met stro. Alle deuren zijn open, ga het stro in de kooien maar verversen.” Riep de bewaker in één adem door. Snel krabbelden Mirthe en de tweeling omhoog, en liepen hun cel uit. Terwijl ze naar de kar liepen, onder begeleiding van een andere bewaker, hoorden ze de eerste bewaker tekeer gaan tegen Anastasia Antolina, totdat hij erachter kwam dat deze dood was. Mirthe pakte een enorme hoop stro, en liep daarmee naar de eerste cel, waarvan het oude stro door Dez op een andere kar werd gelegd. Het nieuwe stro was niet veel schoner dan het oude. Het enige verschil was dat het vochtig was, terwijl de zon op hun hoofden, nek en ruggen brandde. Dex sloeg hun eigen cel over, stel dat de bewaker die hem op de voet volgde het mes, de sleutel en het graspapier zag. De bewaker was blijkbaar niet erg wakker, want hij zei er niets van. Toen Mirthe de laatste bos stro uit de kar haalde, zag ze een paar witte lappen op de bodem van de kar liggen. Ze keek vlug om zich heen, en verstopte ze in de bos stro. Snel liep ze het slavengebouw weer in, hopend dat het niet opviel. Ze liep naar de cel waar Dez instond, om het stro van de grond te rapen, en schoof twee lappen onder het vieze stro. Dez begreep wat er van hem verwacht werd, en schoof ze snel onder zijn tunica. Mirthe liet voor het gebaar ook wat stro achter. Daarna haalde ze hetzelfde kunstje uit bij Dex, waar een bewaker met zijn neus op stond. Toen alle cellen enigszins waren verschoond, werden ze weer in hun cel teruggeduwd en bekeken ze de buit. “Waar heb je dit vandaan Mirthe?” Vroeg Dex vol bewondering, terwijl hij de witte doeken tevoorschijn haalde. “Lag in de kar. We hebben er zes.” Was Mirthes korte antwoord, die haar doeken tevoorschijn haalde. “Misschien kan ik er drie tunica’s van naaien. Dan vallen we wat minder op.” Dat was waar, alleen slaven droegen bruine tunica’s, en als die zo vies waren als die van Mirthe, Dex en Dez mocht je er wel vanuit gaan dat ze slaven waren. Snel ging Mirthe aan het werk. Met het mes sneed ze de stof, en maakte ze kleine gaatjes, waar ze het buigzaamste stro doorheen reeg dat ze kon vinden. Dex en Dez vlochten linten van de overgebleven repen stof. De stof was ruw, en op sommige plaatsen geschuurd en vies, maar in het donker zou dat vast niet zo erg opvallen. Al snel waren de tunica’s van de tweeling af. Ze verstopten ze in het stro, stel dat de bewakers ze zagen! De zon begon zijn weg naar beneden, en het altijd knagende gevoel in Mirthes buik bereikte een hoogtepunt. De bewakers gooiden een homp brood naar binnen. Het was taai, hard en oud, en maakte de slaven alleen maar dorstig. De honger werd  niet gestild. Na nog een kort slaapje werden ze gewekt door de terugkomst van de andere slaven. Enkele werden door hun vrienden op de rug gedragen. Ze hadden gewerkt in de boomgaarden. Mirthe ving op dat één jongen dood was gegaan omdat hij een wespennest moest weghalen, iets wat de wespen niet fijn vonden. Al snel was het doodstil in het gebouw, iedereen wilde zo veel mogelijk  slapen. Ze kregen geen voedsel, ze mochten het rotte fruit en de resten van de rijke Atlantianen. De armen hadden net zo weinig te eten als de slaven. Toen de schemer inviel, vertrokken de bewakers, op twee na. Ze gingen offeren in de tempel van Helios, de zonnegod, om er zeker van te zijn dat het morgen weer licht zou worden. Dit was hun kans!

Hoi wattpad-ers!Leuk dat jullie (of in het slechtste geval jij) nog doorlezen. Even voor de duidelijkheid, Atlantis is een stad en is de hoofdstad van het land/rijk Atlantis. Net zoiets als eehm.... Ik had misschien beter op moeten letten bij topo vroeger... Veel plezier met het verdere lezen!

Groetjes me!

Volgende updatedatum: 10 April (sorry, ik heb toetsweek...)

Weg naar vrijheidWhere stories live. Discover now