De ontdekking

12 2 1
                                    

Mason genoot van zijn wandeling door het woud, dit deed hij vrij regelmatig om zijn gedachten op een rijtje te zetten. De temperatuur was aangenaam en de sterren kon je zien stralen op de plaatsen waar de bomen iets verder uit elkaar stonden zodat je ze net door het bladerdek kon zien. De nacht leek zoals elke andere nacht. Plotseling hoorde Mason wat ritselen in de struik rechts van hem. Snel draaide hij zich om en liep voorzichtig naar de struik toe. Toen hij de bladeren opzij duwde om beter te kunnen kijken zag hij echter niks. Hij zou het zich wel hebben verbeeld dacht hij en vervolgde zijn weg over het pad die hij altijd liep. Naarmate hij verder liep werd het een stuk kouder als een paar minuten terug, ook merkte hij dat het mistig werd, er zal vast een verklaring voor zijn dacht hij. Het is immers niet de eerste keer dat het mistig word in het woud, zeker midden in de nacht. De mist werd steeds dikker en dikker totdat Mason niet meer dan een meter voor zich uit kon kijken. "Gelukkig ken ik de weg uit mijn hoofd." dacht hij. Hij volgde het pad verder en ging links bij de eerste splitsing in de weg. "Nog even doorlopen tot de volgende splitsing en daar moet ik rechtdoor, als ik dan het pad verder volg kom ik weer thuis." Mason liep verder het pad af maar de splitsing kwam niet. "Veel langer lopen kan het toch niet zijn? Ik had al lang een splitsing tegen moeten komen volgens mij." Toen hij nog een stukje verder liep kwam hij toch een splitsing tegen, maar deze ging niet rechtdoor. Mason voelde zich ineens een stuk minder prettig. Was hij verdwaald? Waar moest hij heen? Wacht, wat is dat? In de verte zag hij een schaduw van een menselijk figuur staan. Het werd steeds wat groter. Het kwam naar hem toe gelopen! Wat moest hij doen? "Zal ik wegrennen? Of moet ik juist blijven staan?" Misschien was het wel iemand die ook de weg kwijt was, of iemand die de weg naar huis zou weten. Hij besloot te blijven staan, zijn ogen zochten wel om zich heen op zoek naar iets om zich te wapenen. Zijn oog viel op een steen die een scherpe punt had. "Beter iets dan niets, mocht het een gevaarlijk persoon zijn heb ik in ieder geval iets om me te verdedigen, en trouwens, ik ben ook nog eens een waardig Kung Fu meester." Grapte hij met zichzelf. De schaduw was nu erg dichtbij gekomen en het was nu meer dan een schaduw. Mason kon nu wat details zien van de schaduw. Het was geen jongen, het was een meisje! Ze kwam recht op Mason aflopen. Mason liet de steen half van schrik vallen op de grond. "Wou je me daarmee dood maken?" Spotte het meisje. "Ik ben Jasmine, en wie ben jij?" Jasmine was een klein meisje met lang blond haar tot haar heupen en een vriendelijke lach. Ze had een zwart hemd aan met een witte blouse erover en een lichtblauwe spijkerbroek. "Ik ben Mason. Wat doe je zo laat nog in het woud?" Jasmine lachte. "Ik kom hier vaak om even tot rust te komen maar ik geloof dat ik verkeerd ben gelopen, ik zou toch beweren dat hier nog een pad die kant op ging." Ze wees de kant uit die Mason ook op zou moeten gaan om weer thuis te komen. "Ik dacht ook dat ik die kant op zou moeten, dit kan geen toeval zijn." "Kijk! Het klaart op en de mist trekt weg. Hopelijk kunnen we dan zien waar we zijn." Zei Jasmine. Toen de mist helemaal weg was getrokken keken ze samen moeilijk om zich heen om een herkenningspunt te vinden. Ze konden niks vinden dat voor een van beiden bekend was. "Zullen we een stukje die kant op lopen om te kijken of we daar wat herkennen?" Mason wees in de richting waar hij zojuist vandaan was komen lopen. "Is goed." Zei Jasmine en samen liepen ze terug waar Mason vandaan kwam. Na een tijdje gelopen te hebben waren ze nog niet aangekomen bij de splitsing waar Mason linksaf was geslagen. "Dit is heel vreemd. Toen ik net dit pad bewandelde was er hier ergens een splitsing en die is nu nergens meer te zien." Jasmine keek heel bezorgd. "Nu vind ik het eigenlijk best wel een beetje eng worden hoor. Dit is toch niet normaal?" Mason wist zich ook geen houding te geven. "We lopen nog een stukje verder en als we dan nog niks hebben gevonden dan zullen we hier even moeten overnachten tot het weer licht word." Ze liepen beide nog een stukje verder tot plots. "Kijk! Een huis! Ben je hier net ook langs gelopen?" Mason keek in de richting waarin Jasmine wees. "Niet dat ik weet dit komt me ook helemaal niet bekend voor." Jasmine rende terwijl Mason dit vertelde al naar het huisje toe. "Hallo, is daar iemand!?" Jasmine bonsde op de deur van het huisje. Plotseling zwaaide de deur langzaam open, maar er was niemand te zien. "Kloppen is iets anders dan de deur open breken." Grapte Mason. "Ik brak de deur niet open, hij ging vanzelf open. Ik deed helemaal niks." Mason lachte "Dus je wil zeggen dat die deur vanzelf open ging? Dat kan helemaal niet" Mason twijfelde overduidelijk of ze niet echt de waarheid sprak. "Moeten we binnen kijken?" Vroeg Jasmine. Mason twijfelde maar hij was nu ook wel nieuwsgierig wat ze binnen konden aantreffen en hoe de deur vanzelf open was gegaan. "Oké laten we voorzichtig even snel binnen kijken. Maar dan gaan we hier snel weg." Mason was duidelijk oncomfortabel met deze situatie.  Samen lopen ze de deur door naar binnen. Het huisje is leeg en verlaten. Er moet al heel lang niemand meer zijn geweest. Met elke stap die ze zette kraakte de vloer en overal lag stof en zand. De natuur leek het huisje hebben geclaimd voor zichzelf. Masons blik viel op een klein tafeltje met daarop een raar soort houder met vier driehoekige armpjes met daartussen een ring geklemd. "Kom eens kijken." Zei Mason. Jasmine kwam snel uit de kamer ernaast gewandeld. Toen ze de ring zag begon ze te glunderen. "Kijk wat mooi! Zal hij me passen?" Jasmine wou de ring uit de houder pakken toen ze werd tegengehouden door Mason. "Je kan toch niet zomaar die ring uit de houder pakken. Wie weet gebeurd er wel iets ergs!" Jasmine begon te lachen. "Wat kan er nou gebeuren? Het is maar een ring hoor." Ze pakte de ring uit de houder en deed hem om. "Oh, dit is dus totaal niet mijn smaak, wie durft dit nou te dragen?" Ze keek op naar Mason en keek hem diep in zijn ogen. Mason begon te blozen. "Wacht eens! Deze steen is precies jouw oogkleur! Hij zal je vast heel mooi staan!" Voordat hij het wist had Mason de ring al om zijn vinger. "Zie je wel! Hij staat je super mooi!" Jasmine was duidelijk tevreden met de nieuwe look die Mason had met de ring om. "Dit ga ik dus echt niet dragen hoor, ik zie er niet uit met dat ding om mijn vinger. Wacht eens! Hoor je dat?" Jasmine keek om haar heen maar was duidelijk verbaasd. "Ik hoor niks. Wat hoor je?" Mason was even stil. "Ja. Daar is het weer. Het lijkt wel een soort van gedachten ofzo van iemand." Jasmine keek verbaasd naar Mason. "Je maakt een grapje toch?" Mason schudde zijn hoofd en was nu muisstil. "Ik hoor iets van eten en honger en." "En wat!?" Vroeg Jasmine zenuwachtig. "Ik word meester genoemd en hij komt naar me toe." Mason keek met een angstige blik naar Jasmine.

You've reached the end of published parts.

⏰ Last updated: Apr 04, 2021 ⏰

Add this story to your Library to get notified about new parts!

Eerste hoofdstuk nieuwe boek (Tips zijn welkom)Where stories live. Discover now