12. Er komt een moment dat je niet langer 'nee' kan zeggen en dan is het te laat

1.9K 9 5
                                    

Laat ik het zo zeggen, Smithie was niet erg blij met die actie van Jack en mij. Eerst wegrennen, bijna een vliegtuig nemen naar Zuid-Afrika, en dan mij zomaar veranderen in een vampier. Maar wat kon me Smithie schelen? Ik Ik had een hele hoop andere dingen aan mijn hoofd. Geloof me, er is niks vreemder, fascinerender, enger, mooier dan de veranderingen die je doormaakt wanneer je in een vampier veranderd, helemaal niets. Maar in het begin was het vreselijk. Ik hoorde alles veel sterker dan een mens en dat was een wonderbaarlijk iets, maar tegelijkertijd ging ik er kapot aan. Elke tik van de klok was als een slag van de Big Ben naast je oor, elke voetstap ging me door merg en been zo luid en ik kon hartslagen al van de twee gangen verderop horen. En er waren zoveel mensen dat het oorverdovend was, alles was oorverdovend. Ik had hoofdpijn alsof mijn hoofd uit elkaar barstte. En dan was er licht. Licht glansde, gloeide, sprankelde. Het was prachtig maar brandde de ogen uit mijn hoofd. Ik moest de lamp op mijn kamer uit houden anders was het ondragelijk. Naast licht was er ook nog beweging en details. Ik bewoog duizelingwekkend snel en kon mezelf ermee misselijk maken en ik rakelde overprikkeld door alles wat me opviel, bijvoorbeeld de minuscule putjes in het verf van de muren. Ik werd helemaal gek. Maar het ergste was mijn reuk. Elk zuchtje wind, elk geurtje, elke maaltijd die werd gemaakt… ik rook alles. Ook bloed. Want hoewel ik aan het begin vierentwintig uur per dag in mijn kamer opgesloten zag rook ik iedereen die langs de deur kwam. Ik rook hun bloed. Dat kolkende, gutsende, mondwaterende rode goedje in hun aderen verspreidde zo’n overheerlijke aroma dat ik op wilde springen, de deur open wilde scheuren en de keel van de passerende persoon open wilde rijten met mijn vlijmscherpe hoektanden zodat ik het lichaam geheel en al van bloed kon ontdoen. Ik had het niet meer. Het was zo uitputtend, elke sensatie was zo vermoeiend dat ik niets anders kon dan op bed liggen en pijn leiden, precies wat ik had gewild. Maar op dat moment wenste ik dat ik nooit deze keuze had gemaakt want het was gruwelijk, gruwelijker dan ik ooit had kunnen denken. God, het bloed. De geur was zo overweldigend dat het mijn gedachten verdoezelde. Het schroeide mijn neus, verbrandde mijn longen en veroorzaakte zo’n honger dat mijn maag samenkromp alsof ik al in geen eeuwen meer fatsoenlijk gegeten had en de sensatie van geur liet me watertanden. En het veroorzaakte dorst, zo’n vreselijke dorst dat ik moest drinken. Bloed, bloed, bloed. Alleen Jack kon me mijn honger een klein beetje laten negeren. Hij lag bij me en zijn geur, kaneel en vers gemaaid gras, verdoezelde de geur van bloed van passerende mensen. Hij fluisterde dingen, bijvoorbeeld dat ik rook naar kersenbloesem en zomerzon, en fluisterde zo zacht dat hij geen hoofdpijn veroorzaakte. Hij hield me een beetje afgeleid. Als je je trouwens afvraagt hoezo ik kon ruiken naar zomerzon, dan zit dat zo. De seizoenen hebben wel degelijk geur, net als dingen zoals de maan en de zon. Ik kan het niet beschrijven want het is zoals niets dat jij als mens kent. Maar geloof me, de zomer ruikt zoet, heerlijk zoet als karamelappels maar dan anders. De herfst ruikt een beetje als anijs, de winter als aardbeien maar dan frisser en kouder en de lente als chocoladekoekjes met vanille ijs en een vleugje rozenbottel. En toch ruikt het allemaal anders dan hoe ik het beschrijf. De geur die Jack had rook ik alleen zo duidelijk door dat ‘gemaakt-in-paren’ gedoe. Een andere vampier zou ik kunnen passeren zonder te merken dat hij anders was dan gewone mensen maar Jack kon ik herkennen uit duizenden doordat hij bij me hoorde.

   Hoe dan ook, nadat mijn lichaam gewend was geraakt aan de veranderingen, nadat ik een paar keer bloed had gehad en toen ik volledig gewend was aan al het nieuwe voelde ik me ge-wel-dig! Toen ik over de pijn en de schrik heen was kwam ik erachter dat alles echt zo verschillend was met het leven van een mens dat je de twee niet eens met elkaar kon vergelijken. Ik zag haarscherp, hoorde alles perfect, kon in de nacht foutloos zien en ik was razendsnel. Oh, en dan even over mijn uiterlijk. Witte huid, maar niet zo wit als papier zoals eerst. Gewoon mijn eigen blauwe ogen, maar dan veel helderder. En mijn haar… ik was er helemaal weg van! Het was zo sprankelend dat het wel een vlam leek! En het was gegroeid. Het hing in volle krullen naar beneden tot op over mijn schouders. Dit rechtvaardigde alle pijn die ik eerder had gevoeld. Voorgaand aan de verandering hadden de aderen me in no-time knock-out laten gaan, maar in dat uur waren er minuten dat ik wakker was geweest en dat had me niet blij gemaakt. Jack had me het hele uur vastgehouden om te voorkomen dat ik mezelf zou bezeren of iets kapot zou maken. Want echt, de momenten dat ik wakker was hadden als eeuwen geleken. De pijn was zo ondragelijk geweest dat ik lag te huilen en ik huilde vrijwel nooit, kun je nagaan. Het was me ook gelukt om Jack’s hand open te krabbel. Dat vertelde hij me toen ik wakker was geworden en had gevraagd waarom er overal bloed zat. Want ik had niet zomaar een krasje veroorzaakt of zo. Nee, de wond was zo diep geweest dat een eng groot deel van het bloed wat door zijn aderen stroomde eruit gegaan was. Want vampiers kunnen bijna niet gewond raken en ze genezen ziekelijk snel, maar als ze een wond hebben vloeit hun bloed vele malen sneller eruit dan het onze. Toen ik wakker werd had hij me grijnzend aangekeken en me mijn eerste zoen als vampier geleverd. Het was overweldigend want ook sensaties zijn veel heviger. De wond op zijn hand was tegen die tijd allang weer genezen. Ongelofelijk. Oh, en de aantrekkingskracht die Jack op me had gehad, vanwege dat gemaakt worden in paren blahblah was nu zo sterk dat ik bijna moest huilen. Toen Jack even weg was gegaan had ik het bijna niet kunnen verdragen. Hij vertelde me dat dat maar een dag, hooguit twee zou duren. Ik hoopte dat hij gelijk had en realiseerde me dat ik nog een hoop te leren had. Het ergste waar ik mee zou moeten leren leven was iets wat vampiers ‘de Razernij’ noemen, wat dus een woede aanval is. Maar geloof me, het is niet zomaar een woede aanval. Het is een aanval waar je u tegen zegt. Nou kon ik daar natuurlijk niets over zeggen want ik had het nog niet meegemaakt, maar te horen aan de verhalen van Jack kon ik ook beter maar hopen dat het nooit zover zou komen. Een vampier die hij ooit had gekend had het hele interieur van zijn huis gemold, en een ander had haar werkplek vernietigd. Het kon echter nog veel erger. Er waren bijvoorbeeld vampiers die in hun woede mensen vermoordden. Dat waren wel uitzonderingen, want de meeste waren halverwege de Razernij tot kalmte gemaand door hun maker die ook vaak hun levenslange partner was. Dat is één van de twee manieren om de razernij te stoppen. Één manier is om domweg te wachten tot het afgelopen is, wat lang kan duren en heel veel schade kan berokkenen. De tweede manier is om tot rust gebracht te worden door je maker, in mijn geval Jack. Ik hoopte vurig dat het mij nooit zou overkomen.

VAMPWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu