10. Verraders en zielsverwanten

1.9K 9 2
                                    

De paar dagen na mijn terugkomst uit Nikki’s hol besteedde ik voornamelijk met niks doen. Echt helemaal niks doen. Eerst sliep ik plusminus 25 uur achter elkaar, gewoon een dag en een uur, en daarna genoot ik gewoon van het mens zijn. Het was zo’n opluchting te weten dat ik nu niet meer binnenkort dood zou gaan. En naast het opgelucht zijn besteedde ik mijn tijd aan lezen en gamen en orgelspelen, en vooral verder geen intensieve dingen. Niet trainen en ook geen school.

“Zo, ben je eindelijk wakker, ma chérie?” vroeg Lorcan toen ik hem na vijfentwintig uur slapen tegen het lijf liep op de gang. Ik was onderweg om eten te gaan halen en hij besloot zich bij me te voegen. Ik grijnsde en rekte me nog eens uit terwijl ik nep gaapte.

“Hmm, kan nog wel een dag of drie bij.” Hij rolde zijn ogen.

“Zeg,” begon ik toen, “weet jij hoe het met de overige kloonouders nu is?” Hij haalde zijn schouders op.

“Volgens mij wel goed,” antwoordde hij, “vooral met Emilia. De rest weet ik niet.” Ik fronste terwijl ik naar hem keek. Zag ik het nou goed en bloosde hij een beetje toen hij Emilia’s naam zei?

“Lorcan? Je verbergt toch niet wat voor mij, of wel?” vroeg ik. Hij keek me onschuldig aan, maar toen ik dreigend terug keek stak hij verdedigend zijn handen op.

“Oké, oké! Ik was erbij toen die mensen hier werden gebracht en ik kreeg Emilia onder mijn hoede en… ze is best heel aardig, Tess.” Ik grijnsde.

“Dat weet ik wel,” zei ik en gaf hem plagerig een stomp. We liepen in stilte verder tot we in de kantine waren. Ik pakte een dienblad, stouwde het vol met van alles en nog wat en zocht een tafeltje op. Even later zat Lorcan tegen over me. Ik viel meteen aan en was niet aanspreekbaar voor minstens tien minuten. Toen was alles op. Lorcan staarde me met open mond aan.

“Dat had ik liever niet willen zien,” zei hij. Ik grinnikte. We bleven nog even babbelen en toen besloot ik terug te gaan naar mijn kamer om te lezen. De weg terug leek zo lang en dat kwam waarschijnlijk door mijn gebrek aan energie. Ik bedoel, ik had wel energie na zo lang slapen, maar ik was nog niet helemaal gewend aan het idee dat ik veel minder energie had dan voor mijn terugverandering. Blijkbaar was dit wat Maria had bedoeld met herstel periode. Het lange moe blijven en zo. En ook het rood was nog niet helemaal uit mijn ogen verdwenen. Er zaten nog wat sporen van rood tussen al het blauw en de randen om mijn pupillen en irissen waren ook nog rood. Dat zag er overigens echt heel stom en lelijk uit, maar goed.

   Toen ik nog maar net op mijn bed lag werd er op de deur geklopt. Ik schoot overeind terwijl ik een ‘ja’ riep. De deur ging open en Jack stak zijn hoofd om de hoek.

“Hé,” grijnsde hij. “Ik kwam Lorcan net tegen op de gang en hij zei dat je weer bij was, dus ik dacht, ik ga even langs. Mag ik binnen komen?”

“Tuurlijk,” antwoordde ik en trok mijn benen op om ruimte te maken op bed. Hij liep naar binnen, sloot de deur achter zich en plofte neer.

“Dus, vertel me eens even alles, maar dan ook echt alles over je avontuur in het hol van de leeuw.”  Ik grijnsde en vertelde alles, liet alleen Maria erbuiten. Ik had geen zin haar onderwerp aan te snijden en ik had zeker geen zin om te praten over hoe Jack had geprobeerd voor mij te verbergen dat zij hem meer dan alleen bekend voor kwam.

“Wauw,” zei hij. “Dat is me nog eens wat. En dat je zo lang wakker bent geweest! Geen wonder dat je knock out was voor meer dan een dag.” Ik grijnsde.

“Moet je ook eens proberen. Als iemand nu al denkt dat hij of zij overdag zo futloos en moe is, moet ie eens proberen zolang wakker te zijn met zoveel actie. Als je dan een nacht geslapen hebt weet je dat je niet echt moe bent overdag, want het kan altijd erger.” Jack lachte en keek me op een vreemde manier aan.

VAMPWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu