1. Nachtmerries en Vampiers

2.7K 17 2
                                    

Nederland, een relatief klein land met een grote geschiedenis en een afschuwelijk klimaat. Natte, middelmatige winters, en dito zomers. Er is bijna nooit echte sneeuw, maar ook nooit echt een hete zomer. We hebben een koningshuis, Nederland is een constitutionele monarchie, en een regering die naar mijn weten vaker incompetent is dan competent, maar dat is geheel en al mijn mening dus hecht daar vooral geen waarde aan. We hebben een redelijke industrie, huisvesting waar weinig mis mee is en een belastingsysteem waar naar mijn idee nog een hoop aan gesleuteld mag worden. We hebben standaard defensie, land- en luchtmacht, marine, marechaussee enzovoorts, en het aantal werklozen ligt laag. Onze filmindustrie is nauwelijks noemenswaardig maar we hebben hier wel een aantal behoorlijke schrijvers. Maar ik zit hier niet om te vertellen over Nederland. Ik zit hier niet om je vol te proppen met droge feiten. Ik zit hier niet omdat ik me verveel en niks beters te doen heb. Ik zit hier om iets te vertellen waar je misschien over na wilt denken.

   We hebben hier namelijk ook een geheime dienst, genaamd de AIVD, de Algemene Inlichtingen en Veiligheidsdienst. Er gaan veel geruchten de ronde, en hoewel deze altijd hardnekkig worden ontkend, is het meeste toch waar. Zo dragen veel van onze agenten wel degelijk een wapen, en gebeuren er ook zaken die het daglicht niet kunnen verdragen. Wat je in dit boek leest is ook zo’n geval. Een kwestie dat niet voor het grote publiek bestemd is. Ik voel me echter verplicht het toch te vertellen, niet alleen omdat het zozeer belangrijk is, maar ook omdat ik niet vergeten wil worden en omdat iedereen die het wil weten, moet weten dat er meer is op de wereld dan men aanvankelijk zou denken. Dit verhaal gaat over een jong meisje, in dienst van de AIVD, die iemand ontmoette, iemand die eigenlijk niet had kunnen bestaan, misschien zelf niet had mogen bestaan. Misschien zet dit verhaal de wereld zoals jij haar kent volledig op de kop, maar er is ook een kans dat het juist bevestigt wat je altijd al vermoedde. Ik kan je maar één ding zeggen: als je bang bent voor het geheime, bang bent voor werelden die je niet kent, sluit dit boek dan maar meteen. Maar als je meer wilt weten, als je erachter wilt komen wat zich werkelijk achter het masker van de geheime dienst bevindt, lees dan verder. Zet vraagtekens achter alles, en uiteindelijk zal de je waarheid kennen.

                                                                                   ***

“Rennen! Sneller! Ze zijn vlak achter ons!” Ik rende nog sneller dan ik al deed, zo snel dat ik mezelf bijna niet bij kon houden, zo snel dat ik nauwelijks meer kon ademen, dat alles voor mijn ogen draaide, dat ik het liefst in een hoekje was gekropen om te kotsen. Ik rende alsof mijn leven er van af hing, en in een zekere zin was dat ook wel zo. Ik rende en dook net een greppel in toen ik achter me schoten hoorde. De nacht omhulde me als een dikke deken maar de schoten waren fel en gemeen, verblindend. Hornmeier, een negentienjarige soldaat eerste klas, viel naast me neer. We hielden ons muisstil en zagen net een halve meter van ons af anderen langs rennen.

“Waar zijn ze heen gegaan?” hoorde ik iemand vragen in het Engels.

“Geen idee, ze zouden hier ergens moeten zijn!” antwoordde een ander. Even later waren ze allemaal voorbij.

“Shit, dat was op het nippertje!” fluisterde Hornmeier. Ik knikte en haalde diep adem.

“Nog mazzel dat ze ons niet zo snel zagen verdwijnen,” fluisterde ik terug. Ik krabbelde overeind en klom uit de greppel terwijl ik laag bleef voor het geval iemand nog dichtbij was. Snel renden we terug naar de weg waar we vandaan gekomen waren. De vijfentwintig kilo zware bepakking op mijn rug begon langzaamaan problemen te veroorzaken. Dat krijg je na een ongeveer vierentwintig uur te hebben gerend en gelopen, met hooguit twee pauzes van nauwelijks een kwartier en een serieus gebrek aan slaap. Maar ergens was mijn tijdsbesef verdwenen. Toen ik zag dat de zon al boven de horizon uit begon te komen was ik zelfs verbaasd. “We hebben niet veel tijd meer,” zei ik. “We moeten nu onze slag slaan en hopen dat de andere troepen hier snel kunnen zijn. Maar als ze in hinderlagen zoals deze gelopen zijn en minder goed eraf gekomen zijn dan wij…” Ik hoefde niet verder te gaan, want Hornmeier wist wel wat ik bedoelde. Als de extra troepen niet zouden komen konden we nooit binnen de tijd het hoofdkwartier van de vijand overnemen.

VAMPWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu