hoofdstuk 4

227 22 2
                                    

"Mat! Je bent terug!" begroet hij opgewonden, want natuurlijk heeft hij andere vrienden, maar ze zijn allemaal saai in vergelijking met Matthyas.

Hij bedoelt niets tegen hen, het is gewoon dat hij en Matthyas al jaren vrienden zijn, ze zijn even slim als elkaar en ze lijken altijd op dezelfde golflengte te zitten. Ze werken gewoon goed samen. Dus hij is altijd behoorlijk teleurgesteld als de andere jongen niet op school is.

Matthyas glimlacht terug, omhelst hem met één arm en schudt dan zijn hoofd voordat zijn handen weer in zijn zakken verdwijnen en zijn schouders iets naar binnen draaien. "Ik heb maar één dag gemist," zegt hij, waarop Raoul lacht.

"Ja, maar daarna was het weekend, dus het voelt veel langer. Voel je je beter? Je was ziek, toch?" Vraagt hij terwijl ze de menigte kwebbelende kinderen het gebouw in volgen.

Zijn kleinere vriend haalt zijn schouders op. "Ja, moet een virusje geweest zijn of zo. Ik voel me nu prima," vertelt hij hem, terwijl hij de woorden zegt niet naar hem kijkend.

Raoul maakt er verder geen punt van, gewoon opgelucht dat de andere jongen terug is. "Goed. Heb je de notities die ik je stuurde bekeken? We deden constante bij natuurkunde en Engels was gewoon lezen, en de rest was gewoon wat we de rest van het trimester gaan doen, dus je moet goed zijn. Je hebt niet echt veel gemist," ratelt hij door, terwijl ze bij hun kluisjes stoppen, die gelukkig naast elkaar staan in de drukke gang.

Matthyas knikt. "Ja, bedankt. Maar ik heb mijn wiskunde huiswerk niet kunnen afmaken. Kunnen we tijdens de pauze naar de bibliotheek gaan?" Vraagt hij.

"Natuurlijk."

Raoul draait zich om en fronst naar een zesdeklasser die hen allebei voorbij loopt en tegen hen aan botst, draait zich dan weer om naar Matthyas en fronst als hij ziet dat zijn vriend zijn heup wrijft en zijn wenkbrauwen fronst. Hij bekijkt hem even met bezorgdheid van boven naar beneden, alleen voor de andere jongen weg te kijken zodra hij zijn ogen ontmoet.

"Gaat het?" vraagt hij, en Matthyas knikt opnieuw.

"Ja, prima. Liep gewoon vanmorgen tegen de hoek van de tafel aan," zegt hij met een zucht van een lach. Raoul glimlacht daar een beetje om.

"Haat het als dat gebeurt," merkt hij op, leunend tegen zijn eigen kluisje terwijl Matthyas wat boeken uit de zijne in zijn tas propt.

Raoul is niet blind - hij kan altijd zien wanneer er iets mis is met zijn beste vriend, ze zouden geen beste vrienden zijn als hij dat niet kon. Maar het voelt alsof de laatste tijd, eigenlijk al een hele tijd als hij erover nadenkt, er altijd iets is met de andere jongen. Hij is niet zo luid of zelfverzekerd als vroeger, misschien is hij zijn gebruikelijke zelf als het alleen zij tweeën zijn, maar als ze in de gangen en klaslokalen zijn.

Hij probeert het niet te forceren omdat hij de andere jongen niet wil overstuur maken, dus hij doet wat hij altijd doet om hem op te vrolijken.

"Wil je vanavond bij mij komen?" vraagt hij met een glimlach, waarop Matthyas terugkijkt van het dichtdoen van zijn tas met een knikje.

"Ja. Als dat oké is voor Koen en Robbie," zegt hij zachtjes, en Raoul lacht weer.

"Natuurlijk. Je weet dat ze van je houden. Papa denkt dat je een soort gevallen engel bent of zo -"

"Dat zou me een demon maken, daar ben ik vrij zeker van," onderbreekt Matthyas met een kleine glimlach, waarop Raoul met zijn ogen rolt en de kleinere jongen een speels duwtje geeft.

"Je weet wat ik bedoel," zegt hij, terwijl ze samen naar hun klaslokaal lopen. "Hoe dan ook, het is nog drie weken tot mijn verjaardag, en ik weet al dat papa en papa het nieuwe Lego Star Wars-spel voor me hebben gekocht, dus jij en ik moeten alle levels op het spel dat we al aan het spelen zijn afmaken voordat het zover is, dus je hebt eigenlijk geen keus," beweert hij, opgelucht wanneer Matthyas' gezicht oplicht in een meer oprechte glimlach, zijn ogen een beetje minder vermoeid terwijl hij knikt.

aan mijn zijdeWhere stories live. Discover now