Beschermer

By narratora

367 32 49

Een wereld van Beschermers en Beschermelingen. Een wereld van emoties. De wereld van Kaat Wouters. Zij is ge... More

PROLOOG
HOOFDSTUK 1
Hoofdstuk 2
Hoofdstuk 3
Hoofdstuk 5
Hoofdstuk 6
Hoofdstuk 7
HOOFDSTUK 8
HOOFDSTUK 9

Hoofdstuk 4

36 3 1
By narratora

Kaat Wouters

Ik knipperde met mijn ogen tegen het felle licht en boog lichtjes mijn hoofd terwijl ik de beloftes van enkele afstuderende leerlingen over me heen liet komen zonder er echt naar te luisteren. Het was toch elk jaar hetzelfde. Hun woorden die zo hoopvol klonken, zo gemeend. Ik wist natuurlijk wel dat Claessens en zijn comité Beschermers enkel de leerlingen lieten afstuderen die er klaar voor waren, maar het bleef altijd een vreemde ervaring om die anders zo nonchalante - bijna onverantwoordelijke - leerlingen op hun serieuze toon te horen beloven dat ze verantwoordelijk zouden zijn. 

"Nooit gedacht dat Sarah dat ooit zou zeggen", hoorde ik een gedempte stem spottend zeggen. Mijn blik gleed naar de gordijnen aan de zijkant van het podium, die het tiental Beschermers dat daar stond aan het oog van de zaal onttrokken, en viel op een breed gebouwde man waarvan ik me vaag herinnerde dat hij Thomas heette. Hij schudde grijnzend zijn hoofd. 

"Nooit gedacht dat jij je ooit druk zou maken om wat die leerling van je zegt", repliceerde Willem droogjes. 

Thomas lippen krulden zich tot een oprechte glimlach en hij draaide zich om naar zijn collega.

"Daar heb jij een punt, vriend", beaamde hij, "maar hoewel ze mijn zevende leerling is, is ze toch maar mooi  mijn  leerling. Ik weet dat je maar weinig ervaring hebt op dat vlak, maar je voelt je plots ontzettend verantwoordelijk, kerel, dat kan ik je wel verzekeren. Ach ja, je zal het snel genoeg merken..." Zijn hand wees onopvallend in mijn richting.

Willem antwoordde niet en keek over de schouder van zijn collega naar mij. Er lag een vreemde uitdrukking op zijn gezicht, die ik niet echt kon definiëren. Het was iets tussen schuldgevoel en verlangen in. Ik glimlachte aarzelend naar hem en zag de emoties die net nog op zijn gezicht hadden gelegen van hem afglijden alsof het regendruppeltjes waren op een waterafstotende jas. Zijn lippen vormden zich tot een geruststellende glimlach voor hij uiteindelijk toch antwoorddde.

"Ik hoop alleen maar dat ik haar niet zal behandelen als een stuk bezit, een stuk materiaal, zoals jij met je Sarah", mompelde hij luchtig en klopte Thomas daarbij even op zijn schouder om hem te laten zien dat hij het niet serieus bedoelde. Een kort gegrinnik steeg op onder de Beschermers. Ik wendde mijn blik terug af en probeerde niet naar de mensen op de eerste rij te kijken. Hoewel ik wist dat hun aandacht momenteel uitging naar de leerlingen achter mij, voelde ik me toch ongemakkelijk hier zo open en bloot op het podium.

Plots steeg een luid applaus op uit de zaal en ik besefte dat de Beschermers vanuit hun schuilplaats achter de gordijnen tevoorschijn waren gekomen en nu hun plaatsen hadden ingenomen naast hun ingewijde leerlingen. Als op een onzichtbaar teken namen ze de hand van hun pupil vast en liepen één voor één het podium af en verdwenen elk door de deur naar buiten. Ik keek hen na toen ze de deur achter zich dicht lieten vallen en draaide me half om naar Claessens die nog steeds achter zijn toespraakstandaard stond. Ook zijn blik was op de deur gericht. Ik vroeg me af wat er nu door zijn hoofd ging en herinnerde me al die keren dat ik in de zaal had gezeten en de afgestudeerde leerlingen had nagekeken, me afvragend wat er nu met hen zou gebeuren. Waar ze naar toe gingen. Ik gaf het al snel op toen het duidelijk werd dat dat iets was wat je enkel en alleen maar te weten zou komen als je zelf zou afstuderen. En blijkbaar had je dan ook nog zwijgplicht...

"... hier ook nog Kaat Wouters, een speciaal geval."

Claessens luide basstem weerkaatste tegen de dikke muren en rolde als een hoge golf door de zaal, luid en duidelijk voor iedereen. Ik keek bij die laatste 3 woorden even opzij naar het gordijn, waar nu enkel Willem nog stond, maar hij gebaarde me, met een korte blik, naar voor te kijken. Ik slikte en draaide mijn gezicht terug naar voren. Nu met het volle besef  dat Claessens en ik nog maar alleen op het podium stonden en de meeste Claessens al wel door en door kenden en ik iets nieuw was. Mijn ogen gleden over de Beschermersleerlingen op de eerste rij, die me ietwat vreemd aankeken en kort giechelden toen hun directeur het woord "speciaal"  uitsprak. Ik voelde me verre van op mijn gemak en probeerde over de hoofden van de leerlingen heen te kijken en mijn blik op de grote deuren te vestigen, een vage glimlach om mijn lippen. Ik hoopte maar dat die uitdrukking niet als stoned zou worden geïnterpreteerd. 

"Haar mentor is een week geleden omgekomen, terwijl hij Stan escorteerde." 

Het werd plots muisstil in de zaal en ik voelde hoe de blikken van de toeschouwers moeiteloos overgingen van geamuseerd naar medelijdend. Ik slikte onopvallend - voor zover dat gaat als je midden in het licht staat op een leeg podium - en concentreerde me nog intenser op de deur terwijl mijn gedachten terugkeerden naar die zaterdag, een week geleden.

"Kaat?" 
Ik keek glimlachend op van mijn huistaak toen ik Finns stem herkende en draaide me half om. 
Hij glimlachte ook en trok de stoel die naast me stond onder de tafel uit. Terwijl hij zich liet zakken, keek hij even geïnteresseerd naar het blad dat voor me lag en glimlachte nog iets breder. 
"Mythologie?" 
Ik knikte en schoof het wat aan de kant terwijl ik mijn lichaam zo draaide dat ik zijwaarts op mijn stoel zat en hem recht kon aankijken. Verwonderd gleden mijn ogen over zijn leren jas. Hij droeg er normaal nooit één.
"Ga je weg?" 
Hij knikte en stak zijn arm naar me toe om me de armband te laten zien dat rond zijn pols hing. Ik herkende het koperen sieraad dat Claessens aan de Beschermers gaf als ze een net afgestudeerde leerling moesten escorteren naar zijn Beschermeling en fronste mijn wenkbrauwen. 
"Studeren de laatstejaars niet pas volgende week af?" Mijn stem was een echo van mijn verbazing.
"Jawel, maar Stan- "
Hij brak zijn eigen zin af en keek me vragend aan. 
"Ken je hem?" 
Ik knikte vaag en gebaarde hem door te gaan. Iedereen kende de jongen die vorig jaar niet afgestudeerd was, omdat er complicaties waren met het meisje dat hij toegewezen had gekregen. Ze was doodziek geweest en Claessens en zijn comité hadden zich terrecht afgevraagd of het dan wel nodig was om iemand toe te wijzen aan iemand die misschien over een maand dood zou zijn. Je verspilde een goede Beschermer aangezien die - vanaf het moment dat hij verbonden was met zijn Beschermeling - een speciale band had met hem of haar. Als hij zijn Beschermeling dan zou verliezen, kostte dat zodanig veel tijd om erboven op te komen, dat hij er minstens een half jaar uitlag. En ondertussen waren er zoveel andere kandidaten, dat het alleen maar negatief zou zijn om hem voor een maand toe te wijzen aan een hopeloos geval. Hoe cru dat ook mocht klinken.

"Het meisje is dus aan de beterhand", verklaarde Finn. 
Ik keek verrast op. 
"Dat is goed nieuws!" 
Mijn mentor knikte bevestigend. 
"Dat is het inderdaad en nu kan hij dus vertrekken." 
Zijn laatste woord deed me terug denken aan dat andere aspect dat mijn verbazing had gewekt. 

"Doet normaal gezien Gabriël die escortes niet?"
Finn glimlachte en leunde geamuseerd achteruit. 
"Je zegt het zelf al: 'normaal'. Maar vandaag ben ik dus van dienst." 
Tevreden met zijn antwoord keek hij me droogjes aan. 
Ik zuchtte en draaide me terug om naar mijn taak van Mythologie. Ook al wist ik dat ik hem op die manier alleen maar meer plezier gunde.
"Gabriël is ziek", vertelde hij plots geheel tegen mijn verwachtingen in. "Hij zou er een moord voor begaan om hier vandaag in mijn plaats te staan, maar hij kan nog niet eens twee passen zetten. Ik zou er ook een moord voor doen om hier niet te moeten staan - aangezien ik wel leukere dingen te doen heb (me bezig houden met jouw trainingen bijvoorbeeld) - maar het ligt niet in mijn aard om mensen te doden."
Ik keerde me terug naar hem toe en voelde een nieuwe glimlach over mijn lippen glijden.
"Veel plezier dan op je uitje."
Finn schudde glimlachend zijn hoofd.
"Des te eerder ik terug ben, des te beter. Jij zou het nog in je hoofd halen de hele dag hier in die bibliotheek te zitten met je taak van Mythologie, in plaats van ook maar iets te doen voor je Psychologie, hoewel dat even belangrijk, zo niet belangrijker, is."
Quasi verontwaardigd keek ik hem aan en schoof mijn papier voor een tweede keer van me af terwijl ik rechtstond.
"Nee hoor, kijk maar, ik beweeg ook af en toe!"
Als om mijn woorden kracht bij te zetten, zwaaide ik wat met mijn armen.
"God beware me," kermde Finn gespeeld, "als je dat bewegen noemt, ga ik me toch ernstige zorgen moeten beginnen maken als je vanavond zegt dat je iets voor Psychologie gedaan hebt..."
Ik trok mijn wenkbrauwen op en probeerde zo goed en zo kwaad als het ging om hem beledigd aan te kijken.
"En helemaal na zo'n blik."
Lachend duwde ik hem tegen zijn arm. Hij glimlachte terug en greep instinctief mijn hand vast met zo'n onverwachte snelheid dat ik mijn evenwicht verloor en half op zijn schoot belandde. 
Om te beletten dat ik op de grond zou glijden, sloeg ik mijn armen om zijn nek en drukte me tegen hem aan. Ik voelde hoe zijn lach vanuit zijn borst omhoog borrelde en vrolijk door de bbliotheek schalde terwijl hij zijn handen op mijn onderrug legde en me daardoor extra steun gaf. Langzaam liet ik me zakken tot ik zijn benen onder me voelde, legde mijn hoofd op zijn schouder en luisterde naar zijn lach die langzaam wegstierf.
"Alles oké?"
Zijn stem klonk zacht en bezorgd. Waarschijnlijk vroeg hij dat omdat ik anders nooit zo knuffelig was, concludeerde ik. Maar ik had gewoon nu even de behoefte om vast gehouden te worden. Ik weet niet waar dat plots vandaan kwam. Ik wist niet waarom. Ik wist alleen dat ik het wou.
Alsof hij mijn gedachten kon lezen, sloeg hij zijn armen beschermend om me heen en trok me dicht tegen hem aan.

Claessens stem rukte me uit mijn gedachten terug naar het heden.

"Beschermer Nikolassen laat niet alleen zijn leerlinge achter, maar ook vele collega's. Ik zou jullie allemaal willen vragen voor een minuut stilte."

De stille zaal weerkaatste zijn woorden als een glasheldere echo.

Ik boog mijn hoofd en liet mijn gedachten weer afdwalen.

"Alstublieft, meneer."
Ietwat afwezig overhandigde ik mijn leerkracht mijn taak van Mytologie en wilde me al omdraaien, toen hij me met zijn stem tegenhield.
"Kaat?"
Ik slikte moeilijk en voelde al de haartjes op mijn armen overeind komen. Die toon beviel me niet. Het was die mengeling van onheil, bezorgdheid en aandacht die me zoveel schrik aanjoeg en me langzaam omhoog deed kijken.
"Ja", antwoordde ik schor.
Zijn ogen hielden de mijne gevangen en maakten me nog alerter en angstiger dan ik al was.
"Er is een ongeluk gebeurd."
Eerst een vlaag onbegrip. Wat had ik daar mee te maken? Toen een vaag besef: Finn.
Ik zag in de ogen van mijn leerkracht Mythologie wat hij nog niet had gezegd: dood.
Een koude hand greep naar mijn hart en liet het letterlijk even stilstaan.
Beschermer Maes, die zag dat ik de boodschap al begrepen had, boog zich lichtjes voorover en legde een hand op mijn schouder. Ik liet het verdwaasd toe.
"Hij sprong voor Stan om hem te redden. De jongen had niets. Beschermer Nikolassen was op slag dood."
Maes' stem klonk ver weg. Onwerkelijk.
Een vreemde gedachte flitste door mijn hoofd: "Hij is tenminste als een held gestorven."

"Kaat?"

Ik reageerde haast onmiddellijk op de stem van mijn directeur en keek hem vragend aan. Zijn lippen plooiden zich tot een minuscule glimlach en mimeden toen "kom hier".

Langzaam liep ik naar hem toe en liet me op 1 knie zakken, de bordeaux mantel in een zwaai om me heen trekkend zodat de kap vlot op mijn hoofd belandde. Claessens maakte een goedkeurend geluidje met zijn tong en legde toen zijn grote hand op mijn hoofd. Ik hoorde zijn woorden luid en duidelijk door de dikke stof heen.

"We zijn allemaal hier samen om de nieuwe inwijding van jullie medeleerlinge mee te maken. Wij..."

Ik kon een glimlach niet onderdrukken toen ik hem de pluralis majestatis hoorde gebruiken. Hoewel hij inderdaad zo'n beslissingen met zijn comité nam, wist iedereen dat Claessens beschikte over het vetorecht en hij dus eigenlijk alleen besliste.

"... hebben lang nagedacht over wie een nieuwe, waardige trainer zou zijn en zijn het uiteindelijk eens geworden over Beschermer Christiaans."

Vanuit de zaal steeg een verbaasd gemompel op.

Hoewel ik met gebogen hoofd voor Claessens zat en mijn rug naar het publiek was toegekeerd, wist ik toch instinctief dat hij met een opgeheven hand de leerlingen en Beschermers tot bedaren bracht en de aandacht terug op zichzelf vestigde.

"Ik weet dat velen onder jullie hem niet kennen, maar geloof me als ik zeg dat dat niet lang meer zal duren."

Hier en daar werd er wat gelachen.

"Beschermer Christiaans? Betreedt het podium, alstublieft."

Claessens probeerde zijn stem zo plechtig mogelijk te laten klinken en slaagde daar glansrijk in.

Ik hoorde de planken kraken onder het gewicht van mijn nieuwe mentor, toen die van tussen de gordijnen tevoorschijn trad en zich naast me liet neerzakken. Een zuchtje wind streek over mijn wang toen ook hij zijn galamantel over zich heentrok en zijn hoofd boog.

We zaten zo dicht naast elkaar dat ik zijn arm tegen de mijne voelde drukken.

"Beschermer Christiaans, geef mij uw hand", beval Claessens nog steeds op die plechtige toon.

Willem stak zijn rechterhand boven zijn hoofd en bleef zelf met gebogen hoofd zitten.

"Kaat Wouters, geef mij uw hand."

Gehoorzaam bood ik hem mijn linkerhand aan, zodat Willems arm zich nu naast de mijne bevond.

Claessens nam zijn hand van mijn hoofd af en nam mijn uitgestoken hand in de zijne. Langzaam bewoog hij mijn hand iets naar rechts en liet hem toen in die van Willem glijden. De Beschermer sloot zijn lange vingers om de mijne en bracht ze naar zijn voorhoofd.

Toen mijn koude vingers in aanraking kwamen met zijn hoofdhuid, trokken kleine warme tintelingen vanuit mijn vingertoppen naar de palm van mijn hand. Daar kwamen alle tintelingen samen tot een geconcentreerde warmtebron, die behoedzaam naar mijn pols kroop.

"Mei es, tuae sum."

Willems fluisterende stem deed het plekje op mijn pols hevig opflakkeren en toen geleidelijk aan wegdoven.

"Staat op."

Hoewel Claessens dat helemaal niet luid gezegd had, galmde het toch door de zaal.

Willem ging langzaam rechtstaan en trok me voorzichtig mee overeind. Zijn vingers lieten de mijne los en bewogen richting mijn gezicht. Ik keek hem verdoofd aan en zag de warme glimlach die om zijn lippen lag, terwijl hij behoedzaam mijn kap naar achteren schoof. Mijn bruine krullen vielen bevrijd over mijn schouders en omlijstten grillig mijn gezicht. Met zijn hand op mijn rug, draaide hij me naar het publiek dat luid begon te applaudiseren. Ik ving de blik van mijn sportleerkracht, die vanachter in de zaal naast de grote deuren stond. Zijn mond trok zich in een glimlach, vooraleer hij zich omdraaide en door de grote deuren naar buiten liep. Mijn ogen bleven rustten op de dichtslaande deur, terwijl Willem me voorzichtig van het podium begeleidde en me achter de gordijnen op een stoel neerzette. Het applaus dat nog steeds de zaal vulde, klonk ver weg.

Willem liet zich voor me zakken en keek me vragend aan.

"Gaat het wel?"

Ik knikte en probeerde geruststellend te glimlachen terwijl ik naar mijn pols keek.

Het rode insigne op mijn arm stak schril af tegen mijn gebronsde huid. Met mijn ogen volgde ik de lijnen van het symbool en probeerde niet naar het witte pentagram daaronder te kijken.

Het witte pentagram dat ooit net zo rood was geweest als het andere symbool nu.

Het witte pentagram, het teken van Finn.

"Kom...", fluisterde Willem zacht, toen hij mijn blik had gevolgd, met zijn armen open.

Ik liet me van de stoel glijden in zijn armen en sloot mijn ogen, terwijl ik het witte pentagram en Finn een beetje van me af probeerde te zetten.

Willems armen omklemden me en gaven me een veilig gevoel.

Gaven me het gevoel van bescherming...

*************
Hallo allemaal,

Dit vond ik echt een leuk hoofdstukje om te schrijven. Die herinnering aan Finn, de toewijzing...
Ik zal ook even wat uitleg geven over twee dingen waarvan ik niet verwacht dat iedereen ze begrijpt:

-  pluralis majestatis
=> Dit duidt eigenlijk op het gebruik van de wij-vorm in plaats van de ik-vorm. Deze pluralis wordt vaak gebruikt door mensen van hoge stand.

- Mei es, tuae sum.
=> Latijn - geweldige taal ^^ - voor  "Jij bent van mij, ik ben van jou."

Zo, nu snappen jullie het wel denk ik, moest ik iets vergeten zijn, laat het me dan weten!

Als laatste zou ik graag dit hoofdstuk opdragen aan een goede vriendin van mij!
Bij deze : RedSmarty, deze is voor jou!
Het mag misschien een beetje ironisch zijn, omdat zij meer lezers en stemmen heeft dan ik, maar moest je haar verhaal niet lezen en het mijne wel, aarzel dan niet om eens een kijkje te nemen!
Ze schrijft en is fantasitisch!!

Ik hoop dat jullie het een mooi hoofdstuk vonden en misschien een reactie willen achterlaten.
Het is niet zo dat ik de meeste reacties wil ofzo, maar als je zelf schrijft, weet je ongetwijfeld wel hoeveel voldoening een reactie geeft.
Zeker als ze positief is, maar zelfs als ze kritiek en tips inhoudt, ben ik er heel blij mee ^^

Liefs,
Narratora


Continue Reading

You'll Also Like

457K 32.6K 43
ပဲပြုတ်သည်ငပြူးနဲ့ ဆိုက်ကားဆရာငလူးတို့ရဲ့ story လေးတစ်ပုဒ်
156K 5.9K 76
Not many people understood 12 year old Jessica, as a person and an individual. That doesn't include, however, her older sister, who Jessica adores w...
596K 27.3K 42
Needs editing [ the destiny series #1] 𝑻𝒉𝒆 𝒇𝒂𝒕𝒆 𝒑𝒖𝒔𝒉𝒆𝒅 𝒕𝒉𝒆𝒎 𝒂𝒑𝒂𝒓𝒕 𝒃𝒖𝒕 𝒅𝒆𝒔𝒕𝒊𝒏𝒚 𝒂𝒈𝒂𝒊𝒏 𝒑𝒖𝒍𝒍𝒆𝒅 𝒕𝒉𝒆𝒎 𝒕𝒐𝒈...
Alina By ihidethisapp

General Fiction

1.5M 37.4K 75
The Lombardi family is the most notorious group in the crime world. They rule both the American and Italian mafias and have many others bowing at the...