De Nieuwe Wereld 6: Tagmars G...

By CIRaccon

5.1K 115 258

De Tagmaraanse Ruyana staat voor een keuze die haar toekomst zal veranderen. En ook al denkt ze dat ze weet w... More

Colofon
Proloog
Hoofdstuk 1
Hoofdstuk 2
Hoofdstuk 4

Hoofdstuk 3

192 20 32
By CIRaccon

Ruyana

Terwijl Tiny zich bezigde met het opruimen, het begeleiden van de naweeën en het controleren van moeder en kind, hield Josya de nieuwe moeder gezelschap. Af en toe liet hij voorzichtig een vinger over het gekreukelde, witte gezichtje van de baby glijden, maar opeens verstarde hij. Ruyana keek op en volgde zijn blik naar de deur. Tómy was verschenen in de deuropening en keek nu met een lichtelijk verwarde uitdrukking naar haar zoon.

Nog voordat ze iets kon vrage, vuurde Josya op haar af: "Hoe kon je mam, heb je enig idee wat je hebt teweeggebracht?"

Aan Tómy's gezicht was te zien dat ze geen idee had waarvan ze werd beschuldigd. Tiny kwam tussenbeide met een: "Josya, moet dat nu meteen?" Maar de jongeman negeerde haar woorden en keek zijn moeder nog steeds boos aan.

Behoedzaam kwam ze dichterbij. "Ik ben geen zender, Josya. Je moet me vertellen wat ik verkeerd heb gedaan, want ik sta het niet toe dat je zonder uitleg zo'n toon tegen mij aanslaat."

Iets inbindend, kijkend naar het pasgeboren kindje naast hem, vroeg hij: "Beantwoord dit dan, alsjeblieft: toen Ruyana vertelde over de manier waarop zij zwanger was geworden, wat ging er toen door je hoofd?"

Bang voor de woorden die haar zouden beschuldigen trok Ruyana haar dochtertje dichter tegen zich aan.

Tómy kneep haar ogen iets samen, maar gaf gehoor aan het verzoek en antwoordde: "Ik bedacht me dat het een afschuwelijke manier was van de regering om nog meer controle te krijgen over zijn inwoners."

Ruyana's ogen vlogen wijd open. Was dat waarom de vrouw een blik van afgrijzen had gekregen? Over de regering? "Niet ... niet om mij?" haperde ze.

"Jou? Hoe bedoel – Oh nee, absoluut niet. Och kind, was dat wat je dacht? Was dat waardoor je zo plotseling weg wilde? Oh wat spijt me dat. Dat had ik moeten inzien."

Tranen kwamen op in Ruyana's ogen en vlug knipperde ze die weg.

Dichterbij komend vertelde Tómy: "Toen Josya klein was beschuldigde hij zijn vader en mij er regelmatig van dat we iets niet goed begrepen. Ik denk dat het voor niet-zenders soms best een handicap in de communicatie kan zijn, zonder de toegevoegde waarde van mee te zenden emoties. Wij moesten het doen met zijn woorden en hij met onze beperkte gezichtsuitdrukkingen."

De warme druk van Tómy's hand op haar arm gaf Ruyana het laatste zetje en plotseling snikte ze het uit. Koele vingers veegden teder wat plukjes haar uit haar gezicht en zacht klonk Tómy's stem: "Ze is prachtig. Ze lijkt precies op jou, alleen is haar haar heel licht en dat van jou gitzwart."

"Sorry, mam," klonk Josya's stem, iets verder naar achteren. Er kwam geen antwoord, maar zijn voetstappen verwijderden zich totdat ze niet meer te horen waren.

Nog steeds voelde Ruyana de stroom aan tranen komen en gelukkig zei niemand dat ze moest stoppen. Het kostte haar moeite om haar ogen te openen, maar ze wilde Lajinthe zien. Het kleine witte poppetje lag warm ingewikkeld in een zachte doek, met een vuistje tegen haar mondje. Ze was perfect.

Tiny verscheen in haar blikveld en zei: "Ik weet dat het op Tagmar de gewoonte is om geen borstvoeding te geven. We hebben dezelfde medicatie hier om de melkproductie in je borsten af te remmen, maar op Elodie doen ze het anders. Ik kan niet uit ervaring spreken, maar zowel voor moeder als kind is het erg bevorderlijk om het een kans te geven."

"Als mijn ervaring er iets toedoet, kan ik zeggen dat het ook gewoon heel erg fijn was om mijn kindje op die manier te kunnen voorzien in zijn eerste levensbehoefte." Tómy's stem klonk voorzichtig, maar Ruyana was al niet boos meer. Hoe kon ze boos blijven met zo'n wondertje zo vlakbij?

Borstvoeding was iets waar ze al helemaal niet over nagedacht had, maar het was ergens wel logisch. Ze had die dingen toch niet voor niets. "Ik wil het wel proberen."

"Goed zo. Ga maar op je zij liggen, dat is voor nu het makkelijkst. Later zal ik je helpen met het vinden van een goede houding zodat je het zittend of zelfs staand kunt doen. Ze zal nu nog niet veel drinken, maar dan krijgt ze in ieder geval de smaak te pakken. Baby's kunnen dit instinctief, dus maak je geen zorgen."

Op haar zij liggend, starend naar het kleine wezentje dat een poging deed om voor het eerst te drinken, was Ruyana blij dat Josya weg was gegaan. Hierbij kon ze niet echt een jongen in de buurt gebruiken. Zodra Lajinthe de borst goed te pakken had en de melk toeschoot, voelde ze naast een ietwat ongemakkelijk gevoel, dat gelukkig snel verdween, ook iets anders. Een mentale emotie. Een gevoel dat het best omschreven kon worden als een innige tevredenheid en zonder twijfel wist ze dat het van haar dochter kwam.

"Ik voel haar. In mijn hoofd," verduidelijkte ze. "Net als af en toe, toen ze in mijn buik zat." Een brede glimlach trok aan haar lippen. Dit zou ze allemaal gemist hebben op Tagmar.

"Het voordeel van een zender," lachte Tiny, maar Tómy's blik was bedenkelijk.

"Wat is er?" vroeg Ruyana, meteen bezorgd.

Meteen wuifde de vrouw haar bezorgdheid weg. "Nee, niets aan de hand. Tiny weet dit niet, want zij is Elodische en de zendgave bestaat hier nog niet zo lang, maar bij de meeste kinderen, zelfs de hele sterke, kwam de gave pas tevoorschijn een dag of wat na hun geboorte. Het belooft wat dat je haar emoties zelfs al in de buik kon ervaren."

Dat was waar, maar moest ze eigenlijk wel verbaasd zijn? Ze had er al eerder over nagedacht en Lajinthe was geen gewoon kind. Kijkend naar Tómy's gezicht zag ze dat de vrouw hier ook over nadacht.

"Is het echt zo erg? Wat ze doen?"

De oudere vrouw hoefde niet lang na te denken waar ze het over had. "Je inmengen in wat de natuur zelf hoort te bepalen ... tja, daar zijn de meningen over verdeeld. Om ziekten te bestrijden, ja, dan is het goed, denk ik, maar dit gaat zoveel verder. Wie zou zo'n kind moeten aanwijzen als ouder? Met wie kan het zich later vergelijken? Ouders herkennen zichzelf in hun kinderen en kunnen op die manier begeleiding geven die een ander misschien niet zo goed begrijpt. Een kind kijkt op naar zijn ouders, voor raad, voor troost, voor herkenning. Kinderen die worden gemaakt, die zelfs bij de vrouw waarin ze zijn gegroeid worden weggehaald; met wie moeten zij een band vormen? Ik zie het bij alle Tagmaraanse jongeren die hier komen. In de problemen geraakt doordat ze zich met niemand kunnen identificeren."

Om haar woorden te verzachten, legde Tómy een hand op het ruggetje van de in slaap gevallen baby. "Lajinthe boft met jou als moeder. Jij hebt voor haar gevochten. Die zekerheid, dat zij de moeite waard is, zal ze altijd met zich meedragen."

Nadat Ruyana had gedoucht, zittend op een krukje onder de weldadige warme straal, mocht ze gaan liggen in een heerlijk schoon bed in een kamer die ze zou delen met een andere nieuwe moeder. Tegen het grote bed aan was een wieg geplaatst, zodat ze zonder veel moeite haar dochter kon voeden. Ze was nog te moe om de kamer uitvoerig te bekijken, al had de zachte vloerbedekking prettig gekriebeld aan haar blote voeten. Dankbaar voor haar kleine slapende meisje sloot ze haar ogen en het duurde niet lang voor ze in diepe slaap was.

---

In de dagen die volgden, leerde ze enkele van de andere bewoners van Nivard kennen. De vrouw waarmee ze een kamer deelde was een Basaanse die, net als Ruyana's moeder, zonder toestemming zwanger was geworden en had moeten vluchten.

"Ik werd zwanger zonder gezel," vertelde Masika. "Op Basané zou dat de dood van mijn kind hebben betekend. Ook een regel voor geboortebeperking. Ik ben via Salling in Oade gekomen. Een vriendin had daar namelijk ooit een keer gewerkt. Zij kende De Kelder, dus zodoende."

Ze stond in de kleine keuken thee klaar te maken en bracht dat vervolgens naar de gezellige zithoek. "Vind je deze kamers ook niet zo prachtig? Zoveel hout, en heb je de spreien op het bed gezien? Helemaal handgemaakt, hè. Ze zijn zo gastvrij op Elodie. Ben jij al buiten Nivard geweest? Nee zeker, net bevallen en zo, dat kan ook niet." Haar donkere vingers gleden over het opgeschuurde hout.

"Mijn Adaeze is nu bijna ... acht perioden. Even omrekenen." Ze lachte haar witte tanden bloot. "Een Elodische periode is acht dagen. Het resid Lioba ligt hier het dichtstbij, daar ben ik drie dagen geleden even geweest. Dan kan, hè, je zit hier niet vast. Ze vierden feest want het nieuwe jaar is net begonnen. Buiten Nivard gelden echter wel iets andere regels, dus bij de grens van dit gebied ben ik overgestapt op paard en wagen. Vind je dat niet om te gillen?"

Tijdens een korte stilte, vlak voor Masika over een volgend onderwerp kon beginnen, klonk een korte klop op de deur. "Dat zal Tiny zijn, hele aardige meid. Zij heeft jouw bevalling ook gedaan, nietwaar? Net afgestudeerd, dus nog erg jong, maar ze doet haar werk goed." Masika stond op en opende de deur. Van achter het muurtje klonk inderdaad Tiny's stem.

Nu de verloskundige haar schort en muts niet droeg, kon Ruyana zien dat het meisje donkerbruin haar had, wat kortgeknipt was tot op haar schouders. Haar lachende groene ogen gaven aan dat ze de praatgrage zwarte vrouw graag mocht. Hoe oud zou ze eigenlijk zijn? "Tiny, hoe oud ben jij? Je lijkt jonger dan ik, maar dat lijkt me stug," zond ze.

"Ik ben negentien," antwoordde Tiny, hardop pratend. "Masika is geen zender, dus in haar gezelschap zullen we niet zenden." Haar knipoog verzachte het standje en verontschuldigend keek Ruyana Masika aan.

Die lachte het voorval echter opgewekt weg. "Oh, maak je niet druk, zend een eind raak. Als jullie iets naars te zeggen hebben over mij, wil ik het toch niet horen." Zelf lachte ze het hardst om haar grapje.

"Om je nieuwsgierigheid te bevredigen," vervolgde Tiny, toen het lachen wat bedaard was en Lajinthe, die van schrik de borst had losgelaten, weer verder ging met drinken, "ik ben na mijn opleiding twee jaar in de leer geweest bij verschillende verloskundigen. Tot ik alles wist om het zelf te mogen doen. Er zijn hier zes verloskundigen in Nivard. Twee in elke koepel. Dat is ook wel nodig, want van alle schuilers uit De Kelder zijn het vooral de zwangere vrouwen die hier komen. De meeste Tagmaranen die hier opvang krijgen blijven maar even. Ze hebben enkel tijd nodig om in de vergetelheid te raken of om zich voor te bereiden om naar een ander deel van Tagmar te gaan. Heel soms laat een moeder haar kind hier, omdat ze er zelf niet voor wil of kan zorgen."

Met opgetrokken wenkbrauwen keek Ruyana de jonge vrouw even aan. Ze wilde duidelijk maken dat zij dat absoluut niet van plan was.

Tiny knikte goedkeurend. "Niet iedereen kan wennen aan de cultuur van Elodie. Als je namelijk besluit hier te blijven, zoeken we uiteindelijk een plaats op buiten Nivard, waar je kunt gaan wonen. Op de rest van Elodie geldt echter altijd nog een, inmiddels ietwat aangepast, verbod op technologie. Je hoeft nog niet meteen te beslissen of je wilt blijven of niet, momenteel hebben we genoeg plek. Je mag standaard eenentwintig perioden blijven."

"Eenentwintig?"

"Dat is een half jaar."

Verrast trok Ruyana haar wenkbrauwen op. Een half jaar. Toen tuitte ze haar lippen. Het leek zo lang, maar ze wist dat die tijd zo voorbij kon zijn. Wat zou ze gaan doen na dat half jaar? Zou ze wel terug kunnen gaan naar Tagmar? Naar Oade natuurlijk niet, dat was definitief uitgesloten, maar zou een ander continent een oplossing zijn?

Er waren verkiezingen geweest nadat bekend was geworden hoe ver de vorige Raad had willen gaan bij hun zoektocht naar nieuwe woongebieden – iedereen wist nu van de rampen op Terra en Elodie – en een hele hoop was veranderd. Maar de zorgwekkende situaties rondom overbevolking op de continenten bleven grotendeels ongewijzigd. Er bestond nog steeds een groeiend gebrek aan leefruimte en veel van de oude wetten en afspraken waren behouden. Waaronder die van uitlevering van misdadigers, waar zij vast ook onder werd geschaard.

Zwijgend wendde ze haar hoofd af van haar dochter, die weer in slaap was gevallen, en ze keek naar buiten. Vanuit deze kamer had ze een uitzicht over een uitgestrekt meer dat een kleine honderd meter verderop lag. De lucht, die in het westen steeds donkerder werd, raakte het water ten zuiden van de koepel, maar recht voor zich zag ze land. Een brug doemde op in de verte, waar zou die naartoe leiden?

"Als je eraan toe bent kunnen we zo meteen best een kleine wandeling maken. Ik zal Lajinthe even nakijken, maar ik denk dat het met jullie beiden prima in orde is. Hoe voel je je?"

Vlug keek ze terug naar Tiny en antwoordde: "Goed." Ze wilde meer zeggen, meer vragen, maar niet waar Masika bij was. De ervaring met Tómy had haar geleerd voorzichtig te zijn met de waarheid omtrent haar zwangerschap. Veel hoefde ze ook niet te zeggen, want de meeste inwoners van Nivard trokken hun eigen conclusie wel.

Na de thee namen ze afscheid van Masika, die gelukkig niet voorstelde om mee te gaan, en verlieten ze de koepel. In het begin liep Ruyana heel voorzichtig, maar al snel merkte ze dat ze maar weinig last had van de bevalling. Ondanks dat het op een nogal primitieve manier was gegaan, had Tiny wel gebruik gemaakt van Tagmars medische toepassingen bij het herstel.

Lajinthes oogjes waren open en ze kon zich zo voorstellen dat de felle kleuren mooie vlakken vormden. In het licht van Sol, dat van rechts kwam en lange schaduwen wierp, kon ze nu pas echt zien hoe mooi de kleur van haar dochters ogen was. Haar eigen oogkleur had ze van haar vader geërfd, dat zei haar moeder tenminste. Donkergroen waren ze. Die van Lajinthe waren veel lichter, ook groen, maar dan grenzend aan het wit. Rondom de iris leek een rand te zitten die weer donkerder was, maar de kleur daarvan kon ze niet goed onderscheiden. Zover wilde het meisje haar oogjes nog niet openen. Op haar hoofd droeg ze een mutsje en boven de wikkeldoek waarin ze geborgen lag, staken net twee witte vingertjes uit.

Ruyana kon niet anders dan zich afvragen hoeveel van haar eigen uiterlijke kenmerken het meisje zou hebben en hoeveel er genetisch toch nog aangepast was.

Na een paar minuten in stilte gewandeld te hebben voelde ze een mentaal klopje op haar schild en liet ze Tiny verbinding maken.

"Maak je je zorgen?"

Instinctief voelde ze aan dat ze haar hart kon luchten bij de Elodische en meteen antwoordde ze dan ook: "Ja, ik denk dat ik nooit meer terug kan gaan naar Tagmar, maar je hoorde onze discussie, na de bevalling. Het hele idee van hoe ik zwanger ben geworden, van hoe Lajinthe is ... gemaakt ... Ik ben zo bang dat ze haar zullen afwijzen, wanneer ze erachter zullen komen."

Met één vinger wreef Tiny even over het witte wangetje en hoofdschuddend glimlachte ze. "Hoe zou iemand dit koppie nou kunnen afwijzen?" Mentaal vervolgde ze: "We zullen niets zeggen als je dat niet wilt. Elke schuiler heeft recht op zijn of haar geheimen."

Dankbaar glimlachte Ruyana de verloskundige toe, waarna ze, een stuk meer ontspannen, om zich heen keek. Het land was verzorgd, maar toch ongerept tot zover het oog kon zien en Ruyana kon er maar niet over uit hoe lekker het rook. Ze zag overal bloemen staan en her en der liepen of zaten inwoners van de schuilplaats in het gras. Er was een grote verscheidenheid aan huidskleuren en ook al had ze eerder begrepen dat dit een schuilplaats was voor meer dan alleen Oadanen, toch was het verfrissend om te zien. In het moedergebouw waren alleen Oadaanse vrouwen geweest.

Er liepen paden tussen de ingangen van de koepels en om de zoveel meter stonden er bankjes, zitjes of zelfs complete prieeltjes. Allen waarschijnlijk met de hand gemaakt en geen een was hetzelfde. Kleine kinderen holden gillend en spelend achter elkaar aan en vlakbij waren enkele mannen bezig met het bijwerken van struiken.

Ze wees naar een lager gebouw in de verte. "Wat is dat?"

Tiny keek om naar wat ze bedoelde en antwoordde opgewekt: "Dat is het zendstation. Als je wilt kan ik je daar wel een keer brengen, voor nu is het te inspannend. Wil je even zitten?"

Ruyana schudde haar hoofd, ze was nog niet moe. Langzaam slenterden ze over het netjes bijgehouden pad van glad geslepen stenen, langs een bankje waarop twee vrouwen zaten die duidelijk zwanger waren. Ze glimlachten Ruyana hartelijk toe, al bespeurde ze ook een vlaag van medelijden.

Zouden ze nog steeds zo vriendelijk zijn als ze wisten hoe zij zwanger was geworden? Die gedachte van zich af schuddend besloot ze te genieten van de plaats waar ze was terechtgekomen. Ze had het zoveel slechter kunnen treffen.

Ze zou haar moeder vreselijk missen, wanneer ze echt nooit meer terug naar Tagmar zou gaan, maar hadden ze eigenlijk niet al afscheid genomen bij haar vertrek uit Alta? Natuurlijk was daar nog wel de mogelijkheid van zendcontact, maar toen al hadden ze allebei gedacht elkaar nooit meer te zullen zien. Wat zou Fanna nu denken? Dat er iets mis was gegaan tijdens de bevalling? Ze zou vast niet raden dat haar dochter gevlucht was, en al helemaal niet naar Elodie.

---

Elke dag wandelde ze iets verder en elke dag voelde ze haar krachten terugkeren. Lajinthe groeide uitstekend, dronk goed en werd steeds alerter. Haar ontwikkeling ging sneller dan dat van de andere kinderen en Ruyana haalde altijd maar haar schouders op, wanneer iemand erover begon.

Na acht dagen, een Elodische periode, bezocht ze met Tómy samen het zendstation. De afstand was te ver om te lopen voor haar en ze was dankbaar voor de kleine witte mobols die over het gras zoefden.

"Van hieruit coördineren we alles," legde Tómy uit, toen ze bij het halvemaanvormige gebouw aankwamen. "Voornamelijk de beveiliging. Tagmar kan niemand sturen zonder dat wij daar toestemming voor geven. Ook de benodigdheden voor onze schuilers worden vanuit hier gecoördineerd. In verschillende residen op Elodie staan computers, zodat de communicatie makkelijk verloopt. Zoals je ziet verkeert Elodie niet helemaal meer in een technologisch vacuüm." Ze lachte en wees naar een man in de hoek van de ruimte. Hij zat achter een groot holografisch paneel en droeg een communicatie-apparaatje dat zijn rechteroog en -oor bedekte. "Dat is mijn gezel, Alcor. De vader van Josya, Allon en Ehsan, onze jongste die nu in Gard op school zit. Als je iets wilt weten over de technische kant van Nivard kun je gerust naar hem toegaan."

Verbaasd keek Ruyana naar de Therosiaanse man. Ergens in haar hoofd had ze geregistreerd dat Josya en Allon beiden Tómy moeder noemden en dus broers moesten zijn. Allon had ongeveer dezelfde huidskleur als zijn moeder, maar vanwege Josya, die duidelijk een paar tinten lichter was, had ze gedacht dat hun vader dus wel Oadaanse moest zijn.

Tómy moest haar hebben zien kijken, want ze vertelde: "Alcor was een ouder zoals zovelen hier, alleen had in dit geval de moeder hen in de steek gelaten. Hij kwam bij De Kelder en daar ontmoetten ze mij. Samen kwamen we hier en hier is Ehsan geboren. Allon hebben we geadopteerd. Hij was achtergelaten bij De Kelder toen hij vijf was."

"Jij was een schuiler?" Als Tómy niet Josya's moeder was – wat ze eigenlijk had aangenomen, ook al leek ze daar wat jong voor – waarom had zij dan moeten schuilen? Ze kon het niet vragen, want ze kende de ongeschreven regel in Nivard.

Met een lach in haar stem legde Tómy uit, terwijl ze ondertussen samen langs de grote schermen liepen: "Ik woonde op Elodie, mijn geadopteerde vader is de Grote Elood, Elodies heerser. Maar oorspronkelijk kom ik van Terra."

"Terra?" Ruyana viel van de ene verbazing in de andere.

"Ja, ik weet het, erg ingewikkeld. Het komt erop neer dat ik maar moeilijk mijn plekje kon vinden en toen we contact kregen met Tagmar ben ik daarnaartoe gegaan. Lang verhaal. Komt een andere keer nog wel. In ieder geval, Alcor en ik werken al in Nivard vanaf het begin, dus als je vragen hebt kun je altijd bij ons terecht. Wij weten alles." Ze lachte om zichzelf en wees naar een scherm waarop een netwerk van bollen te zien was.

Ruyana was blij te horen dat Elodie beschermd was tegen Tagmars inmenging. Dat het meisje in haar armen beschermd was tegen de regering die haar van haar af wilde nemen.

Continue Reading

You'll Also Like

Day By Day By Maritsx_

Mystery / Thriller

131K 2.3K 25
Vol angst kijk ik hem aan. Elke stap die hij naar voren neemt, zet ik weer naar achteren. De duivel zichzelf zie je gewoon in zijn ogen. Vol met haat...
174K 2.4K 43
hai ik ben nova ( noof) ik ben 21 jaar en woon nog bij mijn ouders voor mijn studie. ik woon in ameide. ik woon naast familie het lam die kennen jull...
120K 1.2K 32
4 vriendinnen gaan op vakantie naar Ibiza en komen daar een hele leuke groep jongens tegen ( de bankzitters ) Ze horen dat ze in de zelfde villa zitt...
902 29 7
Ga mee op de avonturen van de Sith Lord Darth Inferus De geadopteerde zoon van Darth Vader.