R26

By Leen-ieh

9.5K 648 91

More

R26
Hoofdstuk 1 - Gewoon de beste
Hoofdstuk 2 - Dansen door Geschiedenis
Hoofdstuk 3 - Problemen?
Hoofdstuk 4 - Koningin der Dans
Hoofdstuk 5 - Liefde Voor Eigen Ras
Hoofdstuk 6 - Kennismaking Met... Mij
Hoofdstuk 7 - Robot, Robot & Een Hoop Mensen
Hoofdstuk 8 - Alleen in de Oceaan
Hoofdstuk 9 - God of Monster?
Hoofdstuk 10 - Vriend of Vijand
Hoofdstuk 11 - Zoals Vroeger & Toekomst Ontmoeten
Hoofdstuk 12 - Dansen tot het Leven
Hoofdstuk 13 - Ken ik je dan?
Hoofdstuk 14 - Kom terug
Hoofdstuk 15 - Hard en Stoer
Hoofdstuk 16 - Het Kan Anders
Hoofdstuk 17 - Schat, weet je...
Hoofdstuk 18 - Ik wil... Wil ik jou?
Hoofdstuk 19 - Thuis...?
Hoodstuk 20 - Pijn
Hoofdstuk 21 - Verliefd op een Lastpost
Hoofdstuk 22 - Lieve, Kleine Leugentjes
Hoofdstuk 23 - Toch geen vrienden?
Hoofdstuk 24 - Ons Leven
Hoofdstuk 25 - Laat Niet Gaan
Hoofdstuk 26 - Is Er Een Dokter In De Zaal?
Hoofdstuk 27 - Iemand Om Voor Te Sterven
Hoofdstuk 28 - Levens Redden
Hoofdstuk 29 - Geesten
Hoofdstuk 30 - Verkeerd Spelletje
Hoofdstuk 31 - Hatelijk
Hoofdstuk 33 - Liefde als Remedie
Hoofdstuk 34 - Dit is wie ik ben
Hoofdstuk 35 - Rennen naar Liefde
Hoofdstuk 36 - Ver van Huis (Deel 1)
Hoofdstuk 36 - Ver van Huis (Deel 2)
Hoofdstuk 37 - Mag ik me Verwonderen?
Hoofdstuk 38 - Voortouw nemen
Hoofdstuk 39 - Was ik geboren om te sterven?
Hoofdstuk 40 - Vechten
Epiloog
Woord van de auteur

Hoofdstuk 32 - Superman Redden

143 13 2
By Leen-ieh

She's talking to angels, she's counting the stars

Making a wish on a passing car

She's dancing with strangers, she's falling apart

Waiting for Superman to pick her up

In his arms, in his arms

She's waiting for Superman

(Daughtry - Waiting for Superman)

(Kimberley)

Na ons gesprek, heb ik even nagedacht. Ga ik met heer Timber, mijn vader, praten of wacht ik nog even? Ik heb ook gedacht aan Ellen E4 te gaan zoeken, maar ik zou niet weten waar.

Vince zijn situatie is niet gevorderd, maar ook niet verergerd. Dat is zowel positief als negatief. Ik weet nog steeds niet als ik hem ga laten ombouwen. Het geld is het probleem niet, maar het is Vince. Ik heb deze aarzeling de voorbije 24 uur al welgeteld 7 keer gehad. En dan nog het feit dat ik een mens ben. Een mens was. Het is allemaal even teveel. Het idee dat er menselijk vlees, een menselijk hart, in mijn lijf zit. En dan te bedenken dat ik mensen verafschuwde. Betekent dat dat ik mezelf verafschuw?

Met olie in mijn hand sta ik over mijn stad te kijken. Het is donker, zoals gewoonlijk, maar mijn nachtzicht voldoet om te kunnen zien. Er is me aangeboden om terug in mijn echte zelf, mijn robot zelf dus, te veranderen, maar ik heb vriendelijk bedankt. Voorlopig loop ik nog even rond met mijn handschoentjes. Ze zitten zo leuk.

'Vince, ik mis je', fluister ik tegen de maan. Sector A is verdacht stil vannacht. Ik vraag me af wat ik gemist heb in de maanden dat ik ondergronds zat.

Wat zou Kris nu aan het doen zijn? En mijn liefste robohond Eagle? En Valentine? Ik hoop dat ze nog niet dood zijn. Er zijn zoveel mensen die ik overgelaten heb aan hun lot.

* * *

De routine begint na een week terug in mijn leven te komen. Opstaan, werken, feesten, terug opstaan... Ik feest me te pletter, met een half dode op mijn appartement. Het is zielig. Ik vind mezelf zielig. Lager zakken kan niet. Ik mis Vince. Zijn lach, zijn geplaag, zelfs zijn koude blik op de eerste momenten. Ik besef nu ook dat hij niet meer terug zal komen. Maar toch blijf ik hopen dat hij zal ontwaken na een lange slaap. Camèra heeft er zijn hobby van gemaakt, mij steeds blijven herinneren dat hij dood is. Vince ademt, hij is niet dood.

Maar die gedachte is niks meer waard. In het begin hield ik me er aan vast, maar ooit moet je de waarheid onder ogen komen. Ik kniel aan Vince zijn zetel neer en leg mijn hoofd naast zijn hand, zodat ik er mee kan spelen. Ik ben nog nooit zo intiem geweest met Vince, een mens, of zelfs met een ander wezen. Maar het voelt goed.

Ik moet in slaap gevallen zijn, want als ik mijn ogen terug open dan zijn de sterren te zien. De Ozonlaag is verdwenen, zoals elke nacht, en vele robots staan op hun balkon. Het is me nooit opgevallen dat er zovelen naar de sterren kijken 's avonds. Ik wou dat Vince en de anderen dit konden zien. Dat ze zich vrij kunnen voelen, al zijn ze dat niet. Dat ze zich menselijk kunnen voelen.

Want zo voelt het. Naar de sterren staren geeft me zowel een rustig als menselijk gevoel. De sterren hebben al zoveel meegemaakt. Ze hebben gezien hoe de aap naar mens ging en de mens de wereld verwoestte en hoe ze robots stichtten zodat ze de wereld weer kon herstellen. Maar eigenlijk is het allesbehalve hersteld. We hebben alleen wat problemen opgelost, maar ook grotere gemaakt. Mensen die zich opsluiten, op hun eigen planeet? Dat klopt niet. En het heeft me een tijd lang gekost om dat te beseffen.

* * *

Het kost me vijf dagen voor wanneer ik contact opneem met Andreas. Geen "heer" of "nonkel" meer.

Ik sta voor de deur van zijn appartement, dat eigenlijk van mij is, en steek de sleutel in het sleutelgat. Je weet dat ik geen lucht nodig heb, maar toch neem ik een grote hap en stap binnen.

Andreas zit te lezen in een grote schommelstoel en hij heeft een bril op. 'Je hebt geen bril nodig, Andreas.' Hij kijkt verbaasd op, met zijn ogen boven zijn bril. Hij verwachtte me niet. Haastig legt hij het boek weg en stelt hij zich recht. De bril legt hij ook weg, bovenop zijn boek.

'Kimberley! Wat een verrassing!' Hij komt naar me toe om me een knuffel te geven, maar bedenkt zich dan. Andreas is opgelucht dat ik nog leef.

'Mensen krijgen me niet klein, nonkeltje.' Ik leg een giftige nadruk op "nonkeltje" zodat hij weet dat er iets scheelt. Ik zie het in zijn blik dat er iets begint te dagen.

'Wat is er, Kimberley? Heb ik iets verkeerds gedaan?' Oh, "verkeerd" zou ik het niet noemen. Al bij al probeerde hij me te redden. Het is eigenlijk m'n vader z'n schuld, met zijn voorwaarden. Oh, pardon, ik bedoel Ezekiel, niet mijn vader. Volg je het nog?

'Waarom heb je een bril aan, Andreas?' Ik neem traag plaats op één van de stoelen aan de eettafel, maar zonder hem uit het oog te verliezen. Opeens snak ik naar wat olie, maar die staat in de keuken en ik ben niet van plan om nu nog recht te staan. Dat zou mijn hele coole kikker-actie verpesten.

'Om te lezen, kindje.' Het is de eerste keer dat ik hem zo grootvaderlijk tegen me hoor praten. Andreas is een trots man, geen arm ventje.

'Dan zoom je toch in, nonkel?' Hij weet dat er iets gaande is, dat merk ik aan hoe ongemakkelijk hij zich beweegt. Andreas komt toch voor me zitten, maar kijkt naar zijn gevouwen handen. Ik wil het uit hem krijgen. Ik wil het uit zijn mond horen dat hij een mens is. Net zoals ik. Want we zijn familie.

'Wat scheelt er, Kimberley?' Nu komen we ergens.

'Ik denk dat jij iets achterhoudt voor me.' Ik kijk hem recht aan, maar hij ontwijkt mijn blik en kijkt naar buiten. De Laag glanst metaalachtig, waarschijnlijk staan de straatlichten aan. Dat gebeurt ook niet vaak meer.

Andreas zucht. 'En wat zou dat kunnen zijn?' Eindelijk kijkt hij me aan. Verslagen, zo kun je zijn blik beschrijven.

'Vader was mijn vader niet, heh? Dat was jij.'

'En dat ben ik nog steeds, Kimberley.' Mijn onderkaak verstrakt. Ik ben woedend. Hoe kon hij het verzwijgen voor me?! Zelfs nadat vader verdween en moeder stierf! 'Dat is waarom ik je niet naar de mensen wou sturen.'

'Omdat je m'n vader bent? Je bent mijn voogd, maar als soldaat kan ik over mezelf beslissen, Andreas!'

Hij schudt zijn hoofd. 'Dat bedoel ik niet. Het zijn m'n vrienden. De meesten ken ik al vanaf mijn geboorte. Hen verlaten was al hard, maar jou naar hen toe sturen? Ik kan net zo goed meteen naar Stuurman Detector stappen en zeggen waar ze zich bevinden!'

'Je wist het al die tijd', sis ik. 'Al die tijd! Waarom liet je me dan ook bij het Leger gaan?!'

'Als vader wil je dat je kind gelukkig wordt.' Ik gooi mijn handen in de lucht en laat ze met een klap terug op de houten tafel vallen. Andreas geeft geen krimp. 'En volgens mij ben je dat ook, is het niet? Je zit alleen met een probleem.' Hij heeft m'n aandacht terug gevonden. 'Die mensen, je geeft om ze, hé?' Hij glimlacht, alsof hij iets heeft waarmee hij me kan chanteren. 'Ik heb hier en daar wat opgevangen terwijl jij op missie was. Vince, hem ken ik. Hoe gaat het met hem?' Weet hij dat Vince net zo goed dood kan zijn? Doet hij dit express?

'Waarom zou ik om een bende vleeshopen geven?' Ik laat het extra gemeen klinken, want ik weet dat het hem kwetst. Zijn vrienden voor een bende vleeshopen uitschelden hoort hij niet graag.

'Want ze hebben je geleerd hoe het is om Vreugde te voelen, hoe het is om vrienden en familie te hebben. Je hebt ze onderschat. Mensen zijn vindingrijker dan je dacht.' Hij heeft gelijk. Ik kan er niks tegen inbrengen. Toch probeer ik het.

'Ik...'

'Geef het gewoon toe, kind.' We kijken elkaar een tijd lang aan.

'Waarom heb je het me niet verteld?', vraag ik stilletjes, gekwetst. Hij weet dat ik het nu over zijn vaderschap heb en niet over de mensen.

'Ik dacht dat je er niet klaar voor was. En voor ik het wist, had je een hekel aan mensen en... Ik kon het niet.'

'Al die tijd heb ik zo grof tegen je gedaan... Omdat je maar een mens was. Maar je bent al die tijd mijn váder en daarbij ben ik ook een mens en... En...' Ik geef het op. De traanbuisjes lopen leeg. Woede maakt plaats voor verdriet en spijt. Spijt dat ik zo gemeen heb gedaan en verdriet, opgekropt en nieuw. 'Het is gewoon zo oneerlijk!'

'Wat, meisje? Wat is er oneerlijk?' Andreas' stem klinkt aangenaam kalm. Het heeft ook wat effect op mij, en ik kalmeer een beetje. De tranen komen en gaan, en ik snik wel een miljoen keer voor ik antwoord kan geven.

'De groep... Mijn vrienden. Ze weten allemaal dat ik een robot ben. Ze háten me, vertrouwen me niet meer. Maar eigenlijk was ik al die tijd een mens?! Ik heb zoveel pijn geleden, en dat was voor niks?! Denk je dat dat eerlijk is?!' Nog steeds blijft hij kalm.

'Meisje, je bent geboren met een knoop in de navelstreng', dat is zo'n draad die de moeder en de pasgeboren baby verbindt, informeert mijn Vizier me, 'dokters zeggen dat je een gelukskind bent.'

'Waarom merk ik er dan niks van?', snotter ik. 'Ik heb Vince voor niks in gevaar gebracht... En Valentine en Thomas... Allemaal voor niks!' Eindelijk laat Andreas zijn hoofd verslagen vallen.

'Het komt wel weer goed, meisje. Maar je moet je er bij neerleggen dat je een robot bent, en dat altijd zult blijven. De operatie kan ongedaan worden gemaakt, maar er is 95% kans dat je dan sterft.'

'Ik vind het fijn om een robot te zijn, dank u vriendelijk.' Het is een tijdje stil. 'Wat moet ik nu doen?'

Mijn vader glimlacht mysterieus. 'Leer die Ijzeren monsters een lesje.'

Samenzweerderig hef ik mijn hoofd op en glimlach ik terug, met de zwarte olietranen nog op mijn wangen.

* * *

Andreas en ik hebben na ons gesprek niet meer gesproken, maar we weten dat alles opgelost is. Ik heb het hem vergeven, en weet dat ik altijd bij hem terecht kan. Ik weet nu ook wat ik met Vince aan moet. Mijn biologische vader heeft me verteld dat de jongen een leven verdient, zelfs als dat mechanisch is. We kunnen hem nog altijd een tweede huid geven, zoals bij mij. Ik ben met het ziekenhuis gaan praten, en die vertelden me dat het geen probleem is en dat hij die dag nog mocht binnengebracht worden. Ik heb eerst nog een foto genomen van Vince met mijn Visier - voor de dokterrobots die zijn mensenhuid er dan weer terug opleggen. Er mag geen verschil te zien zijn. Het zal Vince zijn, maar dan met de voordelen van een robot.

En over de nadelen wil ik niet nadenken.

Maar ik heb een goed gevoel over mijn beslissing. En na zijn operatie moet ik eens nadenken over mijn plan.

De operatie duurt precies 8 uur. Ik mag naar binnen, maar Vince is nog niet opgestart.

Wat ziet hij er anders uit. Anders, maar toch nog Vince. Ik zie de omkaderingen van zijn gezicht, zijn amandelvormige ogen en zijn mooie handen. Niet alles is verloren gegaan. Daar ben ik blij om. Maar hij is van Ijzer. Een stalen Vince. Nu is hij zoals mij, een mens die in de beste robot verandert is en daarna nog mensenhuid krijgt.

3 uur later is hij af. De Ijzeren huid ligt nu onder een mooi bruin velletje. En het is precies Vince. Zijn groene ogen, zijn blonde haren. Vince ligt daar voor mijn ogen, en ik kijk toe hoe een dokter hem aanzet. Mijn motor slaat een slag over.

Nu gaat hij wakker worden. Dit is het moment. 'Het kan even duren. Hoe ouder, hoe langer het opstarten duurt. Vince is zeventien? Het zal 10 minuutjes duren, niet langer. Oh, en hij heeft nog een achternaam nodig.' Ik moet niet lang denken.

'Is een relatie tussen broer en zus toegestaan?' Hij lijkt het een vreemde vraag te vinden, maar het kan me niet schelen. Ik knijp in Vince zijn hand.

'U moet trouwen om dezelfde achternaam de krijgen, mevrouw. Niet anders.'

'Maar ik kan hem toch moeilijk bij een andere familie plaatsen?'

'U kunt hem de naam "heer" geven, mevrouw.' Zoals Andreas. Dat ik daar niet eerder aan gedacht heb.

'Heer Lysander wordt het dan.' De dokter blijft nog totdat Vince wakker wordt. Ik mag hem zelfs niet eerst een knuffel geven. 'Open uw ogen, meneer.' Vince doet wat er hem gevraagd wordt, maar nogal sloom en verward.

'Waar ben ik?', wil hij weten. Oh, nu ik zijn stem hoor, wil ik hem nog meer om de hals vliegen dan daarvoor. Het is zó lang geleden. Twee weken? Drie weken? Een maand? De tijd gaat zo snel voorbij.

'Het ziekenhuis, jongen. Wilt u uw arm eens bewegen?'

'Vince?', vraag ik met een klein stemmetje. Zijn eerste blik zal ik nooit vergeten. Opluchting. Het geeft me het gevoel dat ik belangrijk voor hem ben. Is dat overdreven van me?

'Kimberley? Hoe kom ik hier?' Hij heft zijn benen op, zoals de dokter vraagt.

'Je bent een maand geleden beschoten, Vince. Ik... Kris heeft je zo goed mogelijk verzorgd. Je hebt een tijdje aan een hartapparaat gelegen en... Wel, ik heb je mee naar boven genomen om je te genezen.' Hij laat alles eerst even bezinken. 'Maar je wou niet wakker worden en ik... Wel ik... Je bent 11 uur geopereerd geweest. En...' Hij ziet dat ik aarzel.

'Je kunt het me vertellen, Kim.'

'Je bent een robot, Vince', zeg ik nog stiller dan eerst.

'Wát?' Ik krimp ineen door zijn beschuldigende toon.

'Je verdient te leven!', werp ik tegen.

Vince gaat bruut rechtop zitten. 'Niet als het monster dat mijn familie heeft vermoord!' Ik krimp nog verder ineen. Ik was zo zeker van mijn keuze dat ik de scenario's niet goed genoeg heb doordacht. Ik dacht dat alles goed ging aflopen en we gelukkig uit dit ziekenhuis konden uitlopen.

'Vince... Ik moet je nog wat vertellen.' Hij snuift en kruist afwachtend zijn armen. De dokter vertrekt ondertussen stilletjes de kamer uit. Ik recht mijn rug en haal diep adem. 'Ik ben zelf ook een robot.' Als bewijs houd ik mijn stalen hand omhoog, nu zonder handschoentjes. Vince houdt zijn adem in. 'Ik wou het je vroeger vertellen, maar dan... Wel, de groep weet het al. Ze zijn ziedend. Ik wou niet... Ik wou niet nog een vriend verliezen, maar nu moet ik het je wel vertellen.' Hij is stil. Is dat goed of slecht? Ik durf hem niet aankijken.

'Had ik echt geen overlevingskans meer?' Ik schud mijn hoofd. 'En jij... Heb jij ons verraden?' Ik hoor de woede als een gevaarlijke ondertoon verschijnen.

'Dat was Ellen.'

'Kleine Ellen?'

'Ellen E4 is eigenlijk een erg oude robot.' Hij schudt zijn hoofd. Blijkbaar is het teveel om te bevatten. Waarschijnlijk zou ik hetzelfde reageren moest ik in zijn schoenen staan.

'Waar is de groep? Heb je ze ook meegenomen?' Ik bijt op mijn onderlip en kijk hem weer aan.

'Door mijn verraad geloofden en vertrouwden ze me niet. Ze, Valentine en Thomas, wouden niet dat ik je meenam. Maar ik... Ik kon je onregelmatige hartslag niet meer aanhoren en ik heb je gewoon meegenomen. Onderweg ben ik een andere groep tegengekomen, die met Falk. Ze stellen het goed en wisten niet dat ik eigenlijk een verrader was.' Over Eagle vertel ik niet.

'Je bent echt... Niet te geloven.' Hij schudt zijn hoofd, als een hond die zich uitschudt. Het doet me meteen weer aan Eagle denken. Hoe zou het met mijn hond gaan?

'Waarom?', wil hij weten. Dat is een goeie vraag. Waarom een mens redden, als je toch een robot bent?

'Omdat ik om je geef', biecht ik zachtjes op, 'maar deze week ben ik erachter gekomen dat ik vroeger ook een mens was. Mijn vader is Andreas, en zijn broer Ezekiel.' Hij trekt grote ogen op.

'Goh, jij hebt ook een harde week gehad dan.' Ik haal mijn schouders op.

'Valt mee.' Daar blijft hij stil, maar ik ben nog niet klaar. 'Je moet met me meekomen naar huis, we hebben wat te bespreken. Ik roep mijn vader, en dan kunnen we beginnen.' Vince spreekt niet tegen, maar ik zie dat hij met zichzelf overhoop ligt. We stappen de kamer uit en het eerste wat hij zegt is: 'Kan ik zien in het donker?' Hij gaat aan het raam staan en kijkt naar de opengaande Laag. 'Ik bedoel, natuurlijk kan ik zien in het donker. Maar zó goed? Dat had ik nooit verwacht!' Ik grijns. Misschien zal zijn acceptatie makkelijker gaan dan verwacht. Ik hoop het vreselijk hard, voor hem en voor mij.

'Er zijn nog veel voordelen, Vince. Je hebt de beste operatie gekregen, net zoals die van mij.'

'Welke letter heb ik?'

'Om een letter te krijgen moet je met iemand trouwen...', zeg ik weer voorzichtig, waarna ik een vluchtige blik op hem werp. Hij geeft geen kick. 'Ondertussen heet je gewoon heer Lysander.' Vince glimlacht. Zíjn glimlach. Oh, wat ben ik blij dat de dokters het zo goed kunnen namaken. Je merkt geen verschil. Behalve dat ijzeren plaatje vanachter op zijn hoofd, maar dat is bedekt met zijn identieke haarbos. 'Je hebt de naam behouden.'

'Ik vond het wel mooi. De strijd is trouwens nog niet over', voeg ik er zachter aan toe. Stel dat iemand het hoort, dan zijn we erbij. 'Kom, we zijn naar huis.' Ik neem een taxi en in stilte worden we naar huis gevoerd. We stappen uit en kijken elkaar aan. 'Alles goed tussen ons?'

'Alles perfect, Kimmy.' Maar ik voel dat er iets scheelt.

* * *

Andreas staat al aan mijn deur van Ac1 als we aankomen. 'Vince... Wauw, jij bent groot geworden.'

'Andreas Montgomery', groet hij beleefd. 'Alles goed met u?' Ondanks alles doet Vince zijn best.

'Heer Timber is het nu, jongen. En ach, behalve het oud worden is alles glashelder.' Hij glimlacht naar me terwijl hij dat laatste zegt. Ik glimlach stroef terug. Ik vind het nog altijd een vreemde gedachte dat hij m'n vader is. Al die tijd al. 'En met jou? Herstelt van de operatie?' Vince slikt wat weg, maar kan nog steeds glimlachend antwoorden.

'Ik kom er wel, dank u.' Ik heb ondertussen mijn deur geopend en laat ze binnen. Meteen haal ik drie blikjes olie uit, maar zie Vince met een vuil gezicht naar me staren.

'Vince, je hebt dit nodig. Zonder word je een roestig wrak. En nee, dat laat ik je niet worden, dus drink. Als robot smaakt het beter dan als je een mens was, beloofd.' Met een vies gezicht steekt hij het rietje in zijn mond en drinkt hij ervan. Verbaasd trekt hij zijn ogen op en kijkt me aan. Andreas en ik grijnzen naar hem. 'Heb het je toch gezegd?'

'Ik heb het altijd al lastig gehad met vertrouwen van robots.' Wat een sneer. Hij zegt het heel normaal, wat het minder erg doet lijken. Maar het komt even hard aan, omdat het van Vince komt. Opeens heb ik geen zin meer in mijn olie. Ik staar in de plaats naar de sterren, totdat Andreas het gesprek begint.

'Camèra moet van zijn troon gehaald worden. En de Derde Stuurman ook.'

'Wat met Stuurman Detector?'

'Eerst zijn reserves uitputten, meisje.' Ik knik. Daar heeft hij gelijk in. Als je hen twee vermoordt, dan heeft Detector geen opvolgers meer.

'En hoe gaan we dat doen? Die twee worden als de besten beschermt, en Detector nog eens dubbel zoveel! Hij komt niet eens buiten!', deelt Vince zijn kennis met ons. Met gekwetste blik kijk ik naar hem, maar waarschijnlijk trekt hij er zich niks van aan, want hij kijkt terug met een onverstoorbare blik. Dat kwetst me nog meer en ik moet wegkijken, anders ga ik huilen.

Ksst, Kimberley, je bent geen zielig hoopje. Raap jezelf bijeen, meid!

'De Tweede en de Derde Stuurman hebben wel contact met de mensen. Ik heb al vele gesprekken gehad met de Tweede, de Derde is meer een echte reserve. Hij doet niks, maar loopt wel vaak door het gebouw. Ik kan ze met gemak doodschieten.' Ik maak dat ik staalhard klinkt, alsof ik hem een klop geef, maar dan met woorden. Hij mag weten dat ik kwaad op hem ben. Of meer gekwetst, maar met woede werk je zo'n dingen uit.

'Dat kun je niet in je eentje. Dat overleef je niet.'

'Daarom heb ik de groep nodig, om te zorgen voor afleiding. Maar naar mij luisteren ze niet.'

'Ik heb ook nog wel een paar maten in het gebouw zitten, meisje, ik kan het ook aan hen vragen. Ze zijn me nog wat verschuldigd.' Andreas heeft het gesprek aandachtig gevolgd.

'Jouw mensen plus jouw robots is overwinning', reken ik met gemak uit.

'En waar gaan we ze allemaal laten slapen? De mensen zijn met dertig, veertig volwassenen en zeker de helft kinderen er nog eens bij en nog eens vijftig ouderen!'

Ik grijns samenzweerderig. 'De panden in Sector P zijn ideaal. Daar komt niemand. En ik houd wel de wacht, als je mijn batterij de dag ervoor laat opladen.' Vince lijkt wat te beseffen.

'Hoe lang gaat zoiets mee?'

'Die van jou en van mij gaan 48 uur mee. Die van Andreas slechts 20, zoals de meesten. Maar je kunt het altijd op stand-by zetten, dan laadt het ook op. Volledig opgeladen of niet, je kunt altijd gewoon slapen als je dat wilt.'

'Dan ga ik nu een dutje doen. Waar is de slaapkamer?' Ik voel dat ik rood wordt. Stomme menselijke gevoelens.

'Ik heb er maar 1, sorry.'

'Ik stap ook op', meldt Andreas ondertussen en hij zwaait als hij de deur uitloopt. Ik groet hem en richt mijn aandacht terug op Vince. Blijkbaar is het serieuze gesprek voorbij, maar we hebben nog veel te bespreken.

'Dan zal ik wel op de bank slapen.'

'Het is een tweepersoons, hoor', zeg ik ietwat verontwaardigd. Hij haalt zijn schouders op.

'Heb je een pyjama voor me?' Ik zucht en knik naar het schermpje op zijn arm.

'Druk op het T-shirt icoontje en dan op pyjama's. Stel de pyjama samen en voilà, een outfit.' Ik moet huid afscheuren om bij het schermpje te komen, dus ik haal een echte pyjama uit, want ik wil de huid niet verder beschadigen. Ik kruip in bed, maar dan komt Vince binnen, volledig naakt, op zijn groene boxershort na dan. Ik probeer zo min mogelijk te staren, maar Vince merkt het toch en grijnst voor zich uit. Hij kruipt naast me in bed en ik doe het licht uit. 'Slaapwel, Vince.'

'Slaapwel, Kimberley.' Het wekt gevoelens bij me op die ik nog niet eerder heb gevoeld.

'Vince?' Ik moet het weten. Nu we alleen zijn, en op mijn terrein, voelt het als het juiste moment.

'Ja?'

'Ben je echt kwaad op me omdat ik je leven gered heb?'

'Je moet jezelf niet de held maken, Kimberley. Al bij al is deze hele situatie ook jouw schuld. Ik ben blij dat ik leef, maar ik heb het er moeilijk mee dat ik een robot ben nu. En daarbij lijk ik net hetzelfde, maar met vreemde schermpjes en draden overal. Zelfs mijn spieren zijn behouden!' Ja, dat heb ik gemerkt.

'Ik dacht dat ik het juiste deed.'

'Door ons te verraden?'

'Daar heb ik het niet over, Vince', verzucht ik en draai me naar hem toe. Ik zie nu dat hij al die tijd al naar mij aan het kijken was en schrik over de kleine afstand tussen ons.

'Je hebt het juiste gedaan, maar snap dan dat ik het moeilijk heb. Als ik het moeilijk heb, werk ik dat op andere mensen uit. En jij bent degene die ik heb uitgekozen als slachtoffer. Sorry daarvoor, maar zo ben ik.'

'Het spijt me dat ik jullie leven verpest heb. Ik was niet van plan jullie te verraden, of een deel van het verraad te zijn, maar hoe je het ook draait of keert... Ik zal altijd de schuldige zijn.'

Vince merkt dat ik het moeilijk heb en opent zijn armen, een uitnodigend gebaar om te knuffelen. Bedoelt hij dat? 'Kom hier.' Oh. Ik kruip in zijn armen, die gek genoeg nu dezelfde temperatuur als mij hebben. Ik heb het warm in zijn cocon, en leg mijn hoofd tegen zijn gespierde borstkas. Ik zie dat ze een tijdelijke tattoo met "Lysander" hebben gezet op zijn onderarm, op de plek waar bij mij "R26" staat. Ik kijk op naar zijn hoofd, en merk dat hij al ligt te slapen. Met een glimlachje ga ik terug liggen tegen zijn borst en doe mijn ogen dicht. Niet veel later val ik in slaap.

------

A/N

Voor ik het wist werd het een extralang superlang hoofdstuk... Sorry daarvoor, hahah :p Of voor echte fans: Hier heb je wat je wou na zo'n lange tijd! :D

P.S. Mind to vote? :)

Continue Reading

You'll Also Like

26 2 1
In het land Occularia moeten kinderen van 17 jaar vechten om te overleven. Slechts enkele zijn het waard om te blijven leven en zullen dus schatrijk...
9 1 1
The Bolt
6 0 1
yey
65 4 5
Dit is een boek waarin ik mijn fantasie verwerk. Je zult hier vele referenties vinden naar films, boeken, series of andere dingen. Het zullen niet al...