A/N: voordat we met het volgende stuk gaan beginnen, wil ik ff melden dat dit geen flashback is. Y/N is in dit stukje niet voorgekomen, dus weet ze er niks van. Ik laat jullie dit wel lezen zodat je ziet wat er met Eunwoo gaat gebeuren, maar dat weet Y/N zelf niet, al ben je haar haha
~♡~
"Hoezo wilde je praten, Mark?" Met een verward gezicht loopt Eunwoo achter de lange man aan. Het valt hem nu pas op hoe verlaten de straten zijn.
"We moeten even iets bespreken." Antwoordt de man terug.
Schouderophalend volgt Eunwoo hem. Om de minuut kleurt de lucht donkerder.
De twee jongens lopen een steegje binnen, de verlaten stad verdwijnt uit zicht. "Waar gaan we naartoe."
De oudere grijnst. "We zijn er."
Eunwoo kijkt stilletjes om hem heen. Vies, donker, hier zou net zo goed een moord gepleegd worden.
"What the fuck ben je van plan—"
Eunwoo kan zijn zin niet afmaken en hij wordt tegen de muur aan gedrukt.
Een hand is om zijn keel gevouwen, de lucht drukt uit zijn longen.
Mark glimlacht liefjes naar hem toe. "Laat me even dingen duidelijk maken."
Eunwoo kijkt met een geschokt blik naar hem toe. "W—wat? Ik—"
Mark duwt Eunwoo dichter tegen de muur aan, zijn gezicht kleurt rood door de tekortkoming van lucht.
Eunwoo vouwt zijn handen om die van Mark, om zijn eigen nek. "S—stop!"
"Ah, maar, waarom?" Mark's grijns begint dieper te groeien. "Het wordt net zo leuk."
Wanhopig gejank verlaat de aangevallen jongen. Zijn longen staan in brand, er is geen lucht om de branding te doven.
"W—wa w—il j—j—je?"
Mark knijpt Eunwoo's keel steviger vast, zijn gezicht kleurt roder. "Laten we een deal maken."
Eunwoo geeft geen reactie.
"Ik laat je leven, áls je nooit meer contact met Y/N maakt."
Eunwoo knijpt zijn ogen dicht.
"Hou je er niet aan..." Mark vermindert de greep om Eunwoo's pols.
"dan vermoord ik Y/N zelf."