Herovering (PREVIEW)

By FrozenB

5.3K 389 150

Aaron strijkt neer op de Aarde met maar één doel: hét bloed vinden wat zijn geliefde planeet gaat bevrijden u... More

Information.
Credits.
Prijs & Nieuws
Artikel
Mijn droom is nu écht uitgekomen!
Nieuwe trailer!
Interview met de tv
Kortverhalen wedstrijd 2016
Meet & greet / boekpresentatie
Boekpresentatie (2)
Boekpresentatie = done!
Nieuw filmpje!
Schrijfwedstrijd Editio
Boekpresentatie 21 april

Hoofdstuk 1

851 51 26
By FrozenB


1


Mopperend, half struikelend over mijn eigen scheldwoorden, pakte ik de veel te grote rugzak in. Het blauwe versleten ding hing bungelend aan een tak. De leibanden begaven het bijna, maar ik had besloten dat het voor een aantal weken wel goed genoeg was. Gefrustreerd propte ik nog een boek in de tas. Waarom hadden deze wezens überhaupt zulke grote rugzakken? Nee wacht – betere vraag – waarom hadden deze mensen zoveel boeken? Uit pure frustratie smeet ik een boek tegen de dichtstbijzijnde boom aan. Ik haalde zuchtend een hand door mijn warrige, ravenzwarte haren heen. Verdomme. Ik had mijn biologieboek nog nodig vandaag. Ik sprong overeind en slenterde naar het boek toe. Zwijgend tilde ik het boek op en bestudeerde het. De schade viel gelukkig nog mee – die boeken moest ik ooit een keer inleveren. Natuurlijk zou het niets uitmaken als ik een aantal boeken niet in zou leveren, maar het ging om het principe. Ik was netjes opgevoed en dingen die je leende, moest je heelhuids terug geven. De rode kaft zat onder bladeren en een piep klein beetje zand, maar dat was gauw weg te vegen. Met ruwe bewegingen van mijn hand veegde ik de kaft schoon. Ik had niet echt een idee hoe de school hier in elkaar zat en ik had al helemaal geen idee waarom ik hier überhaupt aan begon. Een zucht glipte tussen mijn lippen door. Goed, ik moest ergens beginnen. Ik ritste mijn rugzak weer open en bekeek de vrije ruimte in mijn tas. Zo groot en dan nog zo weinig ruimte. Hoofdschuddend propte ik mijn biologieboek in de tas. Mijn rugzak protesteerde luid, maar uiteindelijk gleed het boek er nog redelijk soepel in. Volgens mij had ik nu alles. Nog een laatste keer liet ik mijn vingers tussen de boeken glijden, lichtte ze iets op, zodat ik net de titel kon bekijken. Ja, ik had alles. Niet dat het erg zou zijn als ik een boek zou vergeten. Het was toch niet de bedoeling dat ik een diploma ging halen. Ik hees de rugzak omhoog en liet hem het volgende moment op mijn rug rusten. God allemachtig, wat was dit ding zwaar. Nogmaals vloekte ik een keer. En waarom ging ik hier ook alweer aan beginnen? Snel duwde ik die gedachte weg. Ik wilde zeker niet te laat komen op de eerste – misschien wel laatste – schooldag. Een diepe zucht verliet mijn lippen, voordat ik mijn weg vond naar de bewoonde wereld.



Vallicon High bevond zich op de top van een heuvel, wat ik een ietwat rare plaats voor een middelbare school vond. Moeite kostte het mij echter niet om de heuvel te beklimmen, ondanks het zware gewicht wat op mijn rug rustte. Het gras was nog vochtig van de dauw die zich verspreid had. Ik had gebukt om met mijn vingers door het gras heen te strijken, om het bekende gevoel weer even te voelen. Zuchtend stond ik even later weer overeind. Als mensen zagen dat ik gras aan het strelen was, zouden ze mij meteen voor gek verklaren. Ik keek op en keek direct tegen een immens gebouw aan. Van een afstand leek het niet zo groot. Ergens was ik best onder de indruk. Het gebouw oogde oud en er waren duidelijk scheuren in het witte gebouw te zien. Mijn ogen zogen zich vast aan het gebouw. Het leek iets van wijsheid uit te stralen, een wijsheid die ik tot diep in mijn botten voelde. Een huivering schoot door mijn lichaam heen. Meer dan wijsheid, straalde het gezag uit, iets wat mij meteen bij mijn keel greep. De omgeving straalde precies hetzelfde uit als de school. Oud, maar gezaghebbend. Grote bomen hadden zich rondom de school gevestigd, lieten hun bladeren over de school heen vallen. Alsof het de school beschermde. Ik bleef een tijdje staren, totdat ik besefte dat ik echt naar binnen moest, wilde ik niet te laat komen. Haastig duwde ik de grote deur open, die mij de toegang verschafte tot het immense gebouw. Alles wat je buiten zag, was van binnen totaal niet aan de orde. Het was modern, strak, maar het straalde zeker gezelligheid uit. Ik wist niet dat deze combinatie mogelijk was, maar ik zag het toch echt met mijn ogen. Ik nam de grote hal die voor mij lag in mij op. De gang was onmogelijk breed – alsof meerdere olifanten zich tegelijk door deze gang moesten voortbewegen . Aan de zijkanten hingen een stuk of tien prikborden, allemaal helemaal volgehangen met witte papiertjes. Aan het eind van de gang meende ik een klein drinkfonteintje te zien. Mijn ogen gleden naar het plafond, die er meer dan stoffig uit zag. Ik werd ruw onderbroken door een vrouw van middelbare leeftijd. Hoe durfde ze, ik was nog niet klaar met mijn observatie. 'Jij bent de nieuwe leerling neem ik aan?' vroeg ze, haar stem alles behalve vriendelijk. Haar stem klonk net als haar leeftijd. Krakkemikkig. En dat was ook precies hoe zij zich voortbewoog, toen zij voor mij uitliep. 'Ik moet je nog even registreren, en dan breng ik je naar je klas.'

In stilte volgde ik het vrouwtje verder de gang in. Ik had alle tijd om haar eens goed te bekijken. Een grote, grijze knot werd op haar plaats gehouden door een bruinachtige speld. Ze had een wit jurkje aan, alleen was het niet meer zo wit als het ooit geweest was. Haar hakken tikten op de grond en weerkaatste in de hal. Kortom, ze zag er oud uit. Uiteindelijk opende ze een deur aan de rechterkant en liet mij naar binnen. Het was een kantoor die perfect bij haar paste, dacht ik zo. Er scheen maar weinig licht naar binnen en stof dwarrelde duidelijk zichtbaar rond. Haar bureau was van donkerbruin hout gemaakt, evenals de stoelen. Ze wees zwijgend naar een stoel en ik nam aan dat ik daar plaats moest nemen. Zonder iets te zeggen, deed ik dat ook. Verveeld keek ze mij enkele seconde later aan, toen ze zelf tegenover mij plaats genomen had. 'Wat is je volledige naam?' vroeg ze en haalde een formulier tevoorschijn. Fronsend keek ik naar het witte papiertje en naar de balpen die even later op haar vingers balanceerde. Wacht? Geen computers? Gewoon alles met pen en papier? Blijkbaar sprak mijn blik mijn gedachten uit. 'Ik doe niet aan computers', zei ze stijf en herhaalde nog eens haar vraag. Ze tikte met haar voet ongeduldig op de grond.

'Aaron Potestatem', antwoordde ik vloeiend.

De vrouw keek mij even vreemd aan, maar schreef vervolgens zuchtend mijn volledige naam op. 'Wat is je adres? Telefoonnummer en de hele zooi.'

Oh. Shit. Koortsachtig dacht ik na. Gedachten van mijn komst raasden door mijn geest heen en ik probeerde ze gehaast te ordenen. Het punt was, dat er niets te ordenen viel. Ik had geen idee hoe ik hier plots terecht was gekomen. Het enige dat ik wist was waar ik naar zocht. En dat het zich ergens op de Aarde moest bevinden. Maar had ik niet ergens onderweg naar het bos een straatnaam voorbij zien flitsen? Ik krabde achter op mijn hoofd en groef diepen in mijn geheugen. Aha. Daar was het. 'Van Torenlaan 14', antwoordde ik en schonk haar een brede glimlach. Ze knikte en schreef het vervolgens op. 'En de rest?' vroeg ze door. De woorden rolde zo tussen mijn lippen door. Het verzinnen van dingen kostte mij geen enkele moeite. Nadat ik heel het riedeltje had opgenoemd, zette ik alweer een lieve glimlach op. Het leek alsof de vrouw met haar ogen rolde, maar ik kon het mij ook verbeeld hebben. Na nog wat vragen gesteld te hebben, vond zij dat ze genoeg informatie verzameld had. Ze stond op en ik volgde gehaast haar voorbeeld, waardoor de stoel op de grond kletterde. Ik kromp iets ineen bij het horen van het geluid en keek toen schuldbewust naar de stoel. Geïrriteerd keek ze mij aan. Mijn blik gleed naar haar en ik zette een kleine glimlach op, die zoveel moest betekenen als dat het mij speet. Nog steeds glimlachend zette ik snel de stoel recht. De vrouw wachtte niet totdat ik daarmee klaar was, maar verliet het kantoor alvast. Ik volgde de vrouw opnieuw terug de gang in. 'Ik ga je nu voorstellen aan je mentor, alvorens je naar je klas geleid wordt.'

Het zal allemaal wel mevrouw. Ik volgde haar braaf. Het gebouw leek van binnen nog groter te zijn, dan van buiten. Dat was iets wat ik nu kon concluderen. Met grote ogen bekeek ik de trap die zich voor mijn voeten bevond. Geheel van hout. Waar ik vandaan kwam, wilde ze niet eens aan het woord ''hout'' denken. Voorzichtig zette ik een stap op het gevaarte en voelde toch opluchting, toen bleek dat het hout mij niet zou verslinden. De vrouw had een voorsprong, die ik snel inhaalde door zowat de trap op te rennen. 'Je moet wel doorlopen', gaf de vrouw als commentaar. Nee. Ik kon nog iets met zekerheid concluderen vandaag. Ik mocht haar niet. 'Wat is uw naam eigenlijk?' vroeg ik haar, mij beseffend dat zij die helemaal niet genoemd had. Ondanks dat ik al een lichte haat ontwikkeld had – al zou ik dat nooit mogen toegeven – klonk mijn stem beleefd en oprecht.

'Mevrouw Verlinden', gaf ze als antwoord.

We liepen een gang in, die we helemaal volgden, totdat we niet meer verder konden. Aan het eind van de gang, opende Mevrouw Verlinden een deur. Een fel licht scheen naar binnen en verwoed knipperde ik met mijn ogen. Gezien mijn ogen, was fel licht iets waar zij zich enorm aan moesten aanpassen. 'Ga naar binnen', klonk de autoritaire stem van Mevrouw Verlinden. Ik deed wat zijn van mij vroeg en liep de kamer binnen. Het bleek uiteindelijk een kantoor te zijn, een iets te kleine variant. In de hoek stond een bureau, waar een vrouw aan zat. Zij was druk aan het typen op haar toetsenbord en leek mij niet op te merken. Ongemakkelijk schraapte ik mijn keel. Gestoord wendde ze haar blik tot mij. 'Oh, oh sorry. Jij bent vast de nieuwe leerling', zei ze iets te enthousiast. Ze sprong gehaast van haar stoel en schoof het brilletje op haar neus recht. Ze trippelde met haar veel te hoge hakken op mij af en stak haar hand uit. Vreemd staarde ik naar haar hand. Wat moest ik hier nou mee? De vrouw keek naar haar hand en liet die daarna zakken. Ongemakkelijk keek ik haar aan. 'Nou', begon ze met dezelfde ongemakkelijkheid als die ik voelde, ' ik ben Anke Bloem, jouw mentor het komende schooljaar.' Een brede glimlach sierde haar lippen.

'Aaron Potestatem.'

'Een Latijnse achternaam, interessant', prevelde ze, meer in zichzelf dan tegen mij.

Onderzoekend keek ik de vrouw aan. Haar vuurrode haren had ze opgestoken, waarschijnlijk vanwege de vreselijke hitte die hier plaats had genomen. De hitte buiten dan. Niet in dit kantoor. Nee, van aantrekkingskracht tussen ons was totaal geen sprake, wees niet bang. De groene ogen achter haar brilletje straalde een en al wijsheid uit, iets wat mij wel beviel. Ik knikte, waarna haar wangen rood kleurden. Het was niet de bedoeling dat ik haar woorden opgemerkt had. Ik kon er niets aan doen dat een glimlach mijn lippen sierde.

'Zeg, waar kom je eigenlijk vandaan? En waarom ben je eigenlijk verhuisd?' In haar stem klonk oprechte interesse, iets wat mij wederom wel beviel.

'Vanwege mijn vader mevrouw. We woonden in Groningen, maar hij werd overgeplaatst naar hier. Dit was de dichtstbijzijnde school.'

Ze knikte bedenkelijk. Ze veegde een plukje rood haar weg uit haar gezicht. Blijkbaar was het plukje te eigenwijs geweest om bij de rest van haar haren te blijven. 'Wat voor werk doet hij?' vroeg ze en streek een pluisje van haar shirt af. Haar blik vond de mijne. Volgende strikvraag, was het enige dat ik dacht. Mijn vader was eigenlijk lid van een belangrijke elite groep en was de baas over ons volk. Het leek mij niet verstandig dat aan haar neus te hangen, vooral ook omdat ze mij niet zou gaan geloven. 'Accountant', perste ik onzeker tussen mijn lippen door. Gelukkig merkte mevrouw Bloem mijn onzekerheid niet op. Ze knikte vriendelijk naar mij. 'Dat is niet mis!'

'Waarom heeft deze school eigenlijk een Amerikaanse naam?' vroeg ik haar. Ik was uiteindelijk op zoek naar een Amerikaan, althans dat was mijn vermoeden. En het leek mij verstandig om bij mijn vermoedens te beginnen – gezien ik ergens met mijn zoektocht moest beginnen. 'De oprichter van deze school is een Amerikaan. Hij vindt onze taal nog steeds niets, vandaar de naam. Ach, het past zeker wel bij het gebouw', zei ze vriendelijk. Ze blikte snel op de klok en klikte vervolgens iets aan op haar computer. 'Goed, ik breng je naar je klas', zei ze vervolgens met een brede glimlach rondom haar smalle lippen. Zwijgend knikte ik en probeerde een glimlach mijn lippen te laten sieren. Het kon mij vrij weinig schelen wie mijn klasgenoten waren. Het enige dat mijn kon schelen, was mijn thuis.



©FrozenB ; Benthe van Orsouw, 2016

Continue Reading

You'll Also Like

84.6K 4.2K 34
Ik leefde mijn doodnormale leven in een doodnormale wereld samen met doodnormale mensen. Er was een probleempje: ik was niet doodnormaal. Mijn ogen v...
18.1K 1K 29
Dit is deel 2 van I am the lost Dragon. Je kan het van elkaar apart lezen maar personages uit deel 1 komen terug en misschien dingen uit deel 1. Het...
33.9K 1.6K 60
WATTY WINNER FANTASY 2019 (Still screaming) VOLTOOID | The Boy Who Would Not Grow Up And The Girl Who Grew Up Too Fast | Het gebeurt altijd op het mo...
172K 8.9K 36
De achttienjarige Nyah is een overlever, het enige wat in haar wereld telt, is zorgen voor haar moeder en zusje en uit de buurt blijven van vampiers...