R26

By Leen-ieh

9.5K 648 91

More

R26
Hoofdstuk 2 - Dansen door Geschiedenis
Hoofdstuk 3 - Problemen?
Hoofdstuk 4 - Koningin der Dans
Hoofdstuk 5 - Liefde Voor Eigen Ras
Hoofdstuk 6 - Kennismaking Met... Mij
Hoofdstuk 7 - Robot, Robot & Een Hoop Mensen
Hoofdstuk 8 - Alleen in de Oceaan
Hoofdstuk 9 - God of Monster?
Hoofdstuk 10 - Vriend of Vijand
Hoofdstuk 11 - Zoals Vroeger & Toekomst Ontmoeten
Hoofdstuk 12 - Dansen tot het Leven
Hoofdstuk 13 - Ken ik je dan?
Hoofdstuk 14 - Kom terug
Hoofdstuk 15 - Hard en Stoer
Hoofdstuk 16 - Het Kan Anders
Hoofdstuk 17 - Schat, weet je...
Hoofdstuk 18 - Ik wil... Wil ik jou?
Hoofdstuk 19 - Thuis...?
Hoodstuk 20 - Pijn
Hoofdstuk 21 - Verliefd op een Lastpost
Hoofdstuk 22 - Lieve, Kleine Leugentjes
Hoofdstuk 23 - Toch geen vrienden?
Hoofdstuk 24 - Ons Leven
Hoofdstuk 25 - Laat Niet Gaan
Hoofdstuk 26 - Is Er Een Dokter In De Zaal?
Hoofdstuk 27 - Iemand Om Voor Te Sterven
Hoofdstuk 28 - Levens Redden
Hoofdstuk 29 - Geesten
Hoofdstuk 30 - Verkeerd Spelletje
Hoofdstuk 31 - Hatelijk
Hoofdstuk 32 - Superman Redden
Hoofdstuk 33 - Liefde als Remedie
Hoofdstuk 34 - Dit is wie ik ben
Hoofdstuk 35 - Rennen naar Liefde
Hoofdstuk 36 - Ver van Huis (Deel 1)
Hoofdstuk 36 - Ver van Huis (Deel 2)
Hoofdstuk 37 - Mag ik me Verwonderen?
Hoofdstuk 38 - Voortouw nemen
Hoofdstuk 39 - Was ik geboren om te sterven?
Hoofdstuk 40 - Vechten
Epiloog
Woord van de auteur

Hoofdstuk 1 - Gewoon de beste

745 20 0
By Leen-ieh

Ik ren over de onlangs vernieuwde straten, toch voel ik de zachtheid ervan niet. Daar heb ik het te druk voor. Ik heb 6 Emoties, en op dit moment voel ik vooral Angst. Mijn sensor draait overuren, zo angstig voel ik me. Over tien minuten moet ik in de Robot Hall staan, bij alle Stuurmannen! En hier ren ik dan, vijf kilometer van mijn aankomst. Zou ik het halen?

Ik grijns, al voel ik er verder niks bij. Sommigen hebben het "geluk" van Vreugde te kennen, maar dat ken ik niet. Natuurlijk zou ik het halen, ik ben Kimberley R26, verdomd! Angst is iets wat me niet deert. Dus, wat ik ga doen? Ik beveel mijn besturingssystemen mijn rollerschaatsen uit te halen en daar ga ik, door honderden mopperende robots, groot en klein, dik en dun. Genietend van de wind in mijn stalen haren vlieg ik door de straten. Angst is weg, Vertrouwen komt in de plaats. Vertrouwen in mezelf, want ik ga het halen. Vertrouwen is niet echt een emotie, het is meer een gevoel dat wordt opgewekt. Ik sta er nog op minder dan zes minuten, bijna mijn persoonlijke record! Toch handig zo een nachtzicht, zo kan ik telkens zien waar ik rijd.

Heer Timber staat me al op te wachten in een zwart pak en kijkt nerveus op zijn handklok. Glimlachend voeg ik me bij zijn gezelschap. Geschrokken kijkt hij op. 'Waar was je, verdomme!' Zijn gezicht wordt rood, een van de nadelen van een menselijk omgebouwde robot te zijn. Ja, die bestaan, alleen werken ze wat anders en trager. 'Ik? Bij een oude vriend.' Mysterieus glimlach ik naar hem en loop hem voorbij, de zaal in. Je kunt niet zien als ik lieg, hoort bij mijn speciale systeem. Handig, echt, behalve dat ik geen Vreugde, Liefde of Verdriet ken. Zijn er nog? Schaamte, ja, die ken ik ook niet. Of is dat een gevoel? Ik heb nooit echt geleerd wat het verschil was. Ik hoor verhalen dat rijke robots ze laten weghalen, wat me logisch lijkt. Ik heb het namelijk ook gedaan. Vier Emoties vind ik meer dan genoeg. Angst, Woede, Verbaasd en Afschuw. Soms wat verwanten daarvan, zoals verveling, maar dat is standaard. Sarcasme kent ook iedereen. Lijkt me genoeg, niet dan? Het is niet dat ik een slecht persoon ben, zonder Vreugde. Ik ben gewoon één blok hardheid – handig voor mijn werk.

Heer Timber en mijn plek zijn gereserveerd, vooraan in het publiek op de stoelen. Met een glimlach begroet ik al de androïdes en de gynoïdes die rechtstaan als ik binnenkom. Ik weet dat ik belangrijk ben, en soms geniet ik daar best wel van. En toch ben ik hier liever niet. Waar ik wel wil zijn? Tussen de krakemikkige schuren van de P-Sector. Volgens mij staat "P" voor "Panden", maar ik weet het niet zeker. Er staan talloze lege panden, waar dakloze straatrobots wonen en waar nanomuizen rondscharrelen. Daar voel ik me thuis, een super-de-luxe robot van de super-de-luxe R-familie. Vreemd is de wereld, niet dan? Meeste robots voelen Afschuw voor de veiligheid van P, maar ik vind dat het iets heeft. Iets echts. Alles in de wereld is zodanig gesofisticeerd dat het meeste nep en bewerkt is. Zelfs de bomen zijn niet echt. Echte bomen groeien niet meer.

Nadat we gaan zitten zijn - ik in mijn vuile kleren, Timber in zijn pak - duurt het niet zo lang meer totdat Tweede Stuurmand Camèra tevoorschijn komt en zijn hand transformeert tot een microfoon. Nieuwste gadget, moet je weten. Binnen een week is het vast alweer weggehaald. Maar hij heeft het nodig als Tweede Stuurman – degene die het vuile werk van de Eerste Stuurman Detector opknapt. Hij kucht en kijkt de zaal in, maar zijn blik blijft even bij mij hangen. 'Mijn beste mede-robots.' Gejuich. 'Vandaag zijn we bijeen gekomen voor een belangrijk onderwerp.' Stilte, iedereen luistert aandachtig. 'We hebben besloten wie onze nieuwste professionele soldaat zal worden!' Ik rol met mijn ogen, terwijl er nog meer gejuich uitbreekt. Ik weet al wie het gaat worden. 'Maar eerst, wil ik iedereen bedanken voor zijn uitstekende en minder uitstekende deelname!' Hij zet een verblindende glimlach op, zodat hij erg charismatisch overkomt. Het helpt, er joelen ergens achterin nog meer robots. 'Ik zeg u, volgend jaar doen we het weer, we hebben veel talent gezien, maar er kan er maar één de beste zijn.' En dat ben ik. 'Nu, we gaan over naar de bekendmaking.' Mijn onderdeel. Tweede Stuurman Camèra loopt naar achteren, waar een witte steriele tafel klaarstaat, en heft een envelop op. In een verbazingwekkende stilte opent hij de envelop met een zachte krrk. Iedereen houdt zijn adem in op hetzelfde moment, zelfs mijn gezel. Soms irriteert die valse robot me, echt. Ook al is hij familie.
Camèra ademt in. Hij haalt het briefje eruit. De Tweede Stuurman leest voor. 'Kimberley R26.' Gejuich breekt uit, en met een triomfantelijke grijns sta ik recht. We hebben dit vaak geoefend voor de afroeping, dus ik weet wat me te doen staat. Met grote en sierlijke passen hoor ik naar voren te stappen, de hand van de Tweede Stuurman te schudden en mijn speech voor te lezen.

Het eerste stuk van het plan gaat goed, maar daarna doe ik à la Kimberleyia-style. Wat ik dus precies doe, is dit (terwijl die kluns van een nonkel flauwvalt): Ik klop de Stuurman op zijn schouder en zeg: 'Dank je, bro, dat betekent veel voor me.'

Daarna ga ik langs achteren naar buiten, een stil publiek achterlatend. Ik kan een grijns niet inhouden.

Later op die dag, terwijl ik op mijn kamer in Academie1 zit, stormt Timber binnen met een knalrood hoofd van woede. Ik moet er van lachen, wat hem nog roder maakt. 'Wat. Was. Dat?!', zijn stem slaat nogal over en ik giechel. Arme-robot probleempje.

'Wat bedoel je?', vraag ik onschuldig als ik een glas olie omhoog houd.

'Je weet wat ik bedoel!' Hij stampt naar me toe en grist de olie uit mijn witte hand. Ik pop met mijn mond en kijk omhoog naar het woeste gezicht van mijn nonkel. Hij is mijn opvoeder geworden nadat moeder een hoop roest werd. Geen verdere details. Vader heb ik ook gekend, maar nadat moeder... overleed, heb ik hem niet meer gezien. Dus toen ben ik gaan rondhangen in Sector P. 'Ik heb gewonnen, wat doet de rest er nog toe?', vraag ik rustig, terwijl Timber woest ijsbeert doorheen mijn chique leefruimte. Er zijn enkele deuren, maar ik gebruik enkel de meest linkse, die naar mijn slaapkamer leidt. Wees gerust, er hoort een badkamer bij mijn slaapkamer. Niet dat rijde robots dat vaak nodig hebben. Ik weet eigenlijk niet wanneer de laatste keer was dat ik daar naar binnen ben gegaan... De andere deuren, moest je het willen weten, komen uit op een bureau, een jacuzzi en een sportruimte. Nou, een sportruimte zou ik het niet precies noemen. Er staat één loopband, dat is het. Voor een rijke robot is dit misschien niks om in te leven, maar voor mij is het genoeg, zelfs al ben ik rijk.

Toen mijn ouders nog gelukkig, en bij elkaar en levend, waren, woonden we in een grote flat aan de rand van de stad. 'Je weet nog niet eens wat je eerste opdracht zal zijn, misschien is het wel... wel... de vuilnisbakken doorzoeken naar sporen van mensen!', roept hij uit in een adem. Oh, ja, sporen van mensen. Mijn nonkel is dan misschien een mens geweest, net zoals mijn vader trouwens - ze waren broers - maar hij koos er vrijwillig voor om zich over te geven aan de ijzeren greep van Stuurman Detector Buys en over te gaan tot een menselijke robot. Een erg uitgebreide cyborg – netjes gezegd.

De overgebleven mensen, die zich niet willen overgeven, worden opgespoord, opgejaagd en in het beste geval vermoord. Ja, in het beste geval, want het is niks om een robot te worden die niet dood kan. Dat is hun straf, overgaan tot een mechanisch wezen, en voor eeuwig in de gevangenis zitten. Uiteindelijk verroesten ze, maar dat duurt jaren, soms eeuwen. 'Waarom zou dat zo erg zijn?', vraag ik als ik rechtsta en naar mijn keuken loop. Terwijl ik wacht op een nieuw glas olie, overweegt Timber zijn antwoord. 'Omdat... omdat... ze je kunnen vermoorden!' Met een ongelovige blik en een opgetrokken wenkbrauw draai ik me naar hem om. Wat zegt hij? Meent mijn nonkel dat nou?

'Vermoorden? Mij? Die vlezige hoop gaat toch deze bonk staal niet vermoorden!' Ik lach komisch, al weet je dat ik niks Vreugdevol voel. Heer Timber zucht, maar knikt. Het kan me niet schelen als ik hem – of zijn soort- gekrenkt heb. 'Dat kunnen ze wel zeker.' Ik stop met lachen en haal mijn glas olie uit de machine. Dan kijk ik vragend om naar de afkoelende man in mijn leefruimte. Wat een contrast was dat rood met mijn witte ruimte. Straks smolt zijn ijzeren gezicht nog. 'Vertel me, oom, hoe zouden ze dat dan wel niet doen?'

'Met... Met...' Hij weet het niet en mijn aandacht in hem verdwijnt weer. Ik nip van mijn oh-zo-verslavende olie en zet dan mijn glas op het aanrecht. Langs de valse robot heen lopend, haal ik een boek uit mijn boekenkast. 'Weet je waar dit over gaat, nonkeltje?'

Zijn ogen zoomen in. 'Mensen, liefje, dat boek gaat over mensen.'

Ik knik goedkeuren. 'Inderdaad, en ik heb nergens gelezen over een zielige mens die een robot kan vermoorden. Behalve van die ouwe roestbakken, maar dat ligt voor de hand.'

Andreas Timber heeft zijn adem teruggevonden en recht zijn rug, zo lijkt hij meer op de imposante man die ik altijd al heb gekend toen ik nog een kind was. Hij slaakt een zucht en heft zijn handen op. Mijn nonkel is zelf een roestbak. Maar dat is zijn eigen schuld. Hij aanvaardt geen financiële hulp van me. Dus ja, hem kunnen mensen wel vermoorden. Hij is waarschijnlijk banger dan ik, als verrader van zijn soort. 'Zeg niet dat ik je niet gewaarschuwd heb, meisje.' Dan verdwijnt hij door de deur naar buiten en ik hoor de lift die naar beneden suist. Met een zucht zet ik het boek terug op zijn plek en snak naar mijn olie, die er gelukkig nog staat. Al besef ik wel dat mijn nonkel het andere glas met zich meeheeft naar huis. Ik stap door de schuiframen naar mijn balkon, samen met mijn trouwe vriend olie, en bekijk de stad. Er is veel leven, zelfs al is het zo laat op de avond. De lichten schijnen uitbundig en hier en daar hoor ik bonkende muziek uit nachtclubs komen. Ah, mijn stad, altijd lekker gezellig.

De drie hoge torens die uit het niets verrijzen, dat zijn de belangrijkste gebouwen van het land. Of zeg maar de wereld, eerlijk gezegd. En al dat wordt bestuurd door Stuurman Detector Buys, stichter van het robottijdperk en onze redder. Zonder hem zouden we allemaal slaven gebleven zijn van de mensheid. Gelukkig heb ik die tijd nooit gekend.

Ik ben niet bang voor mensen, mij kunnen ze niks doen, maar dat ze me opsluiten... dat vind ik maar niks. Het zijn franke wezens. Ooit vermoorden ze hun eigen soort omwille van geloof. Alsof iedereen in hetzelfde moet geloven. Dan heeft die "God" het toch veel te druk met iedereen zijn wensen te vervullen? Ik heb het begrip "God" nooit goed begrepen. Als hij bestond, dan zou hij toch niet toelaten dat mensen elkaar afslachten?

Er springt een icoontje op in mijn ooghoek en ik knipper met mijn ogen, zodat alles weer scherp wordt. Mijn Vizier heeft een bericht binnen gekregen. Ik beveel het om het nieuwe bericht te openen. Zonder aarzelen opent 'Uitnodiging' voor me. Er staat in:

Geachte R26,

Graag nodigen wij u uit voor een feest. Woensdagavond in Club Bout, om 22.00 precies.Wij verwelkomen u met plezier.

Met vriendelijke groeten,

Derde Stuurman Victor

Ben ik uitgenodigd voor een feest? Dat is ook voor het eerst. Met een glimlachje schrijf ik terug dat ik zeker zal komen. Dan sluit ik mijn berichtensysteem af en drink mijn glas olie in een teug op. Het glas blijft staan op de balkonreling als ik naar binnen loop, recht mijn bed in.


Als dagelijkse ochtendroutine moet ik een of andere roestvrije crème opdoen, voorschrift van mijn Trainer. Net zoals elke ochtend moet ik naar hem toe, dus ik kan maar beter doen wat hij me voordraagt anders krijg ik op mijn kop van meneertje 'ik-zal-wel-weten-wat-best-voor-je-is'. Het zal mijn laatste keer zijn. Hierna hoef ik niet meer mee te doen met de lessen. Mijn kleren voor die dag zijn ook al doorgestuurd, gekozen door de Stylist van Ac1. Vandaag geen schoolkleren, want het is een week van feest. Niet alleen omdat Eerste Stuurman Buys zondag jarig is, maar ook omdat de nieuwe speciaal soldaat is gekozen. Voor de andere, mindere, soldaten wordt er ook gefeest, maar die noemen ze niet bij naam. Zij zijn niet zo speciaal als ik, en dat wordt hen dubbel en dik duidelijk gemaakt. Zo zit de maatschappij in elkaar. Ik tik op mijn handscherm en de vrolijke, rode jurk versiert opeens mijn metalen lichaam. Het lijfje spant zachtjes, maar ik vind het niet erg. Lang leve technologie! Met de zwierende rok van de jurk huppel ik de deur uit. De jurk past niet zo bij wat ik mooi vind, maar voor deze ene keer zal ik naar de Stylist luisteren. Gewoon omdat het een speciale dag is. En donkere kleuren passen niet bij feestdagen.

De Trainer staat al op me te wachten, samen met de groep, en op zijn projectiegezicht (een erg oud model, maar Trainer Lobi is dan ook niet meer een van de jongste) is er verveling te zien. 'Waarom ben je zo laat?', kraakt zijn metalen stem. Ik haal mijn schouders op en antwoord hem niet. Anderen kijken naar me als ik in de rij ga staan. M'n Trainer slaakt een krakende zucht en draait zich kordaat om. De gelijkvloers van Ac1 doorlopend, legt Lobi uit wat we vandaag gaan doen. 'Vandaag geen sport, zoals Stylist Archibald al heeft prijsgegeven, maar een... cultuurdag! Ja, ja! Jullie, bij sommige net vernieuwde, oren zijn niet stuk, je hebt het goed gehoord! We gaan oude gebouwen bezoeken, sommige dateren zelfs uit de mensentijd!' Gechoqueerd happen robots naar adem, al heeft niemand eigenlijk lucht nodig in zijn systeem. Het brengt alleen maar roest en het is ook daarom dat de Trainer ons olie voorschrijft, hoe verslavend het ook kan zijn, om je stembanden te smeren. 'Met de Transporter, versie 0.8, gaat de verplaatsing snel, je zult verbaasd zijn, maar raak alsjeblieft niet achterop. Alleen de Transporter besturen is geen goed idee. En ik heb geen zin om vanavond laat nog de wereld af te reizen om één van jullie op te halen in, zeg maar, de jungle.' Robots knikken en anderen beven. Dat zijn vooral de robots die het nooit zullen maken tot Soldaat. Eerder verpleegster – misschien. Waarschijnlijk zullen ze nog verplaatst worden om hun laatste jaar over te doen in Academie 3. Ik trippel rustig verder, achteraan bungelend aan de groep. Ik heb nog nooit eerder gereisd met een Transporter.

Uiteindelijk gaan we talloze hoeken om en straten door, tot we bij een groot plein komen met enkele metalen platen op. In het midden van het plein staat er een waar onze hele groep in kan en de Trainer leidt ons precies in die richting. 'Allemaal dicht bij elkaar, alsjeblieft!' We doen wat hij ons opdraagt. Zelf gaat hij er ook opstaan en dan buigt hij zich voorover. Vragend kijk ik mee over zijn schouders, aangezien ik vlak naast hem sta aan zijn linkerkant. Lobi lijkt knopjes in te drukken en er komen coördinaten op het projectieschermpje. Dan worden we plots van onze voeten geblazen en gaan we ruimte door. Ik zie vage contouren, maar ontwarren lukt me niet. En even snel als we weg waren, staan we weer stil. Drie woorden. Fan-tas-tisch.

Ik ben sprakeloos, of iets in die richting.

Dan pas heb ik de tijd om eens rond me heen te kijken. Prachtig, maar het kan niet tippen aan de korte reis van zonet. Om me heen is een grasperkje, met daaromheen een pleintje dat tussen drie blokken staat. Links van me is er een afdakje - uit de Romaanse tijd, zo schijnt - met bogen als doorgangen. Voor me staat een reusachtige gerestaureerde kerk. Imposant om het zo te zien, hier van zo beneden. En dan rechts is er een grot, achter een boom en een huis verstopt. 'We zijn in Frankrijk, beste mede-robots!'


Na een lange tijd ronddwalen ergens in de wereld - Frankrijk, Duitsland, Barcelona en volgens mij een land dat ooit Italië heette - komen we met oververhitte voetzolen terug in Academie 1. 'Wel, ik hoop dat het leerzaam was, want ik vond dit een erg leuke ervaring!', kirt Trainer Lobi nog voor hij naar zijn kamer vertrekt. Onze groep valt uit elkaar, de een gaat zijn batterij gaan opladen, de ander gaat nog wat uit in de stad. En nog een paar blijven in de gemeenschapsruimte rondhangen. Ik voeg me bij hen en plof in een oude zetel die mij al vaak heeft mogen behagen. 'Zo, wat doen jullie vanavond?', begin ik het gesprek. Ze kijken me angstig en vreemd aan, maar er is er toch een die het lef heeft om te antwoorden. Vrienden heb ik niet. 'We gaan werken. Anderen moeten werken om hun geld te verdienen', snauwt Amy V116 naar me. Ik rol met mijn ogen. Die bitch weer? Ik wist niet dat zij in mijn groep zat. Het is een tijd geleden dat ik haar gezien heb. Dan lach ik. 'Jij? Werken? Ha! Waarom laat je je "pappie" niet betalen? Die playboy weet van wanten!' Ik ga met mijn handen langzaam van mijn metalen borsten tot aan mijn heup. 'Ik weet nog toen...'

'Stil!', schreeuwt ze naar me. Ik hoor wat vijsjes knappen, maar jammer genoeg is het niks ernstigs want ze staat nog steeds naast me. Al ziet ze er opeens wel wat breder uit, haar lichaam zet uit door de woede. Die goedkope robots ook. Haar "pappie" is wel een playboy, maar niet dat ik hem ooit gezien heb. Nog nooit aangeraakt, zelfs. Maar het is algemeen bekend dat hij zowat 75% van de gynoïdes in de stad heeft gehad. Ondanks dat hij getrouwd heeft en een dochter heeft op Ac1.

Haar vriendinnen krimpen in een, maar ik blijf recht voor me uitstaren, naar de breder wordende V116. 'Gaap, ik denk dat ik maar eens ga slapen. Jullie vervelen me.'

'Ja, doet dat, zwakkeling!' Ik sla er geen acht op en sta nonchalant op. Amy is jaloers. Waarom? Omdat ze tweede in de ranking werd. Ook daarvoor mochten we elkaar al niet, maar ze weet dat ze me niet kan verslaan.

En dat geeft mij een machtig gevoel.


Continue Reading

You'll Also Like

65 4 5
Dit is een boek waarin ik mijn fantasie verwerk. Je zult hier vele referenties vinden naar films, boeken, series of andere dingen. Het zullen niet al...
865K 45.8K 76
MOMENTEEL HERSCHREVEN TOT CHAPTER 15. - Hoe zou ze nog verder kunnen met haar leven na een afschuwelijke, traumatische ervaring? Hoe zou ze überhaupt...
506 32 14
Wanneer je denkt dat er niks meer fout kan gaan, gaat het fout.
33.5K 1.5K 36
✵ WATTYS 2019 WINNER - FANTASY ✵ Ze had zich voorbereid op een saai leven, maar toen veranderde alles. ~ ...