๐•ณ๐–†๐–†๐–™ โšœ๏ธ๐•ท๐–Ž๐–Š๐–‹๐–‰๐–Š ๐–Ž๐–˜...

By makaylagrunberg

426 16 1

**TWEEDE DEEL VAN 4** In het verleden genoten ze van een welvarend bestaan. Een leven vol geluk en veiligheid... More

โšœ๏ธ๐–๐–”๐–”๐–—๐–œ๐–”๐–”๐–—๐–‰
๐•ณ๐–†๐–†๐–™ โšœ๏ธ๐•ท๐–Ž๐–Š๐–‹๐–‰๐–Š ๐–Ž๐–˜ ๐–Ÿ๐–œ๐–†๐–๐–™๐–Š
โšœ๏ธ๐•ถ๐–†๐–™๐–†๐–—๐–†
โšœ๏ธ๐•ฐ๐–‘๐–‰๐–ž๐–—๐–†
โšœ๏ธ๐•ฝ๐–†๐–Š๐–œ๐–ž๐–“
โšœ๏ธ๐•ฌ๐–“๐–“๐–”๐–—๐–†
โšœ๏ธ๐–๐–Š๐–—๐–—๐–†๐–‰๐–Š๐–—
โšœ๏ธ๐•ฏ๐–†๐–Œ๐–‰๐–—๐–”๐–”๐–’
โšœ๏ธ๐•ณ๐–Š๐–‡๐–Ÿ๐–š๐–ˆ๐–๐–™
โšœ๏ธ๐•ฝ๐–Š๐–๐–Ž
โšœ๏ธ๐–„๐–†๐–›๐–†๐–“๐–“๐–†
โšœ๏ธ๐•ณ๐–†๐–†๐–™'๐–˜ ๐–๐–†๐–’๐–Š๐–—
โšœ๏ธ๐–‚๐–”๐–‘๐–‹๐–Œ๐–†๐–“๐–Œ
โšœ๏ธ๐•พ๐–๐–Š๐–Š๐–‘๐–Ž๐–“
โšœ๏ธ๐•ฎ๐–—๐–Ž๐–˜๐–•๐–Ž๐–“
โšœ๏ธ๐•ฌ๐–‘๐–‡๐–—๐–Š๐–ˆ๐–๐–™
โšœ๏ธ๐•ฐ๐–‘๐–›๐–Ž๐–“๐–†
โšœ๏ธ๐–‚๐–”๐–Š๐–‰๐–Š
โšœ๏ธ๐•ฏ๐–†๐–›๐–Ž๐–“๐–†
โšœ๏ธ๐•ฌ๐–’๐–‡๐–Š๐–—๐–‘๐–Š
โšœ๏ธ๐•ฏ๐–—๐–†๐–๐–๐–Š๐–“
โšœ๏ธ๐•บ๐–—๐–‰๐–Š๐–‘๐–‘๐–†
โšœ๏ธ๐•ณ๐–Š๐–—๐–Š๐–“๐–Ž๐–Œ๐–‰
โšœ๏ธ๐•ฏ๐–—๐–†๐–๐–๐–Š๐–“ ๐–Ÿ๐–Ž๐–๐–“ ๐–›๐–‘๐–”๐–Š๐–
โšœ๏ธ๐•พ๐–™๐–—๐–Ž๐–๐–‰ ๐–™๐–Š๐–Œ๐–Š๐–“ ๐–‰๐–Š ๐–๐–‘๐–”๐–
โšœ๏ธ๐•ฟ๐–ž๐–—๐–”๐–“
โšœ๏ธ๐•ฌ๐–—๐–†๐–™ ๐•ถ๐–†๐–‘
โšœ๏ธ๐•ท๐–Š๐–”๐–“๐–Ž๐–‰๐–†๐–˜
โšœ๏ธ๐•น๐–†๐–œ๐–”๐–”๐–—๐–‰

โšœ๏ธ๐•ฏ๐–Š๐–˜๐–†๐–’

27 2 0
By makaylagrunberg


De aangename warmte van de zomer straalt van de donkere stenen. Het ongetemde groene gras wuift langzaam in de zwoele bries. Het warme zonlicht glinstert op de zwarte dakpannen. Twee brutale vogels strijken neer op de takken van een oude wilg. Ze zingen een rustgevende melodie voor de verloren zielen die diep onder het kasteel opgesloten zitten.
Langzaam opent Alana haar ogen. Haar droge oogleden voelen gespannen aan. Alsof ze al geruime tijd niet meer zijn geopend. Het duurt even voordat haar cognitieve functies op gang komen. Voordat ze zich begint te herinneren wat er is gebeurd. Haar keel voelt droog en geïrriteerd aan. Haar maag knort van de honger. Het lege gevoel veroorzaakt misselijkheid.
Bang zet ze haarzelf schrap voor de brandende pijn. Maar die komt nooit.  Haar verbazing is groot. Het enige dat ze voelt is comfort, warmte en een zacht bed onder haar.
Er zijn geen tekenen van fysieke pijn of ongemak, zoals brandende pijn, druipend bloed of zeurende spieren. Er is geen sprake van een bonzend staartbeen of hamerende hoofdpijn. Haar voorhoofd is droog en er is geen zand op haar gezicht.
Langzaam likt ze aan haar volle lippen. Er is geen metaalachtige smaak, geen losse huid. Verzonken in gedachten staart ze naar het houten plafond. Haar lange haren zijn nauwkeurig gekamd. Haar huid is schoon en opnieuw egaal. Een frisse muntgeur verspreidt zich van haar hals. Is ze dood? Is dit het hiernamaals? Misschien was het allemaal een nachtmerrie? Langzaam ruikt ze de lucht. Er is geen vleug verbrand hout te bespeuren. Neen in tegendeel. Een delicate rozengeur streelt haar neus.
Parelwitte muren, een eikenhouten plafond en een grote gouden raamlijst... Is dit nog steeds Rauko Rondo? Lange, witte gordijnen wuiven in de aangename zomerbries. Een adembenemend uitzicht is zichtbaar door de open ramen. De verzorgde kasteeltuin strekt zich uit tot aan de horizon. Het oogt als een magnifiek schilderij. Heldere kleuren weerkaatsen op de muren, getoverd door een kristallen windorgel.
Langzaam strijken haar vingers over de prachtige kanten jurk. De robijnrode stof is nauwkeurig gedecoreerd met gouden stiksels. De lange strakke mouwen en diepe U hals accentueren haar figuur. Langs haar slanke taille decoreert een gouden riem. Katara haar amulet siert opnieuw aan haar hals. Hoe in Godin naam kan dit? Hij had die toch afgenomen? Wat is er gebeurt? De zomer is overduidelijk aangebroken maar het was winter toen ze in slaap viel? Is het mogelijk dat ze drie maanden lang heeft geslapen? Nee? En toch? Misschien is het een warme lente? Niets meer.
Hopeloos probeert ze zich te oriënteren. Haar ogen glijden door de ruime kamer. Een eikenhouten kledingkast en bijpassend dressoir zijn tegen de muur geduwd. In de hoek decoreert een hoge goudkleurige kandelaar met slanke rode kaarsen. Een rode fauteuil staat tussen de raam en de enorme boekenkast. Een karmozijnrood tapijt verbergt de donkeren houten vloer.
Een adembenemend kunstwerk, dat het prachtige verloren woud toont, is ingelijst in een gouden frame. Karmozijnrode lakens bedekken het hemelbed en zijn vier hoeken. Gouden strikken houden de dikke stof netjes op de hoeken van het bed vastgebonden.
De gedecoreerde haard is niet ontstoken maar toch is de kamer aangenaam warm.
Een donkere houten koffer staat aan het voeteneind van het bed. Boven op de koffer ligt een dik berenvel. Alana kan een rilling niet onderdrukken.
Twee donkere eikenhouten deuren trekken haar aandacht. Weifelend kijkt ze naar de deur. Eén van hen moet naar de uitweg leiden toch? Maar welke? Hoe kan ze dit ontdekken? En waar in Godin naam leidt de andere deur naar toe. Diep in gedachten draait ze haar hoofd om. Paniek raast door haar aderen. Ze is niet alleen...
Naast haar ligt een jongeman boven op de zachte lakens. Zijn lederen zwarte vest, strakke donkeren broek en zwarte laarzen zijn uiterst netjes. De lange mouwen zitten strak om zijn gespierde armen. Een lederen riem accentueert zijn geblokte buikspieren. Puntige elfenoren tonen zich tussen zijn schouderlange inktzwarte haren. Langzaam observeert ze de jongen. Sedert hij met zijn rug naar haar toe ligt kan ze niet zien of hij één van de rovers is of niet. Hopeloos legt ze haar hoofd weer neer. Ze wil het risico niet nemen. Wat als ze hem wekt?! Tranen fonkelen in haar ogen.
"Dagdroom" fluistert ze in gedachten. Er volgt geen reactie. Waarom reageert hij niet? Is hij dan zo ver weg? Ze luistert aandachtig naar zijn ademhaling. Haar kansen overwegend tuurt ze weer naar de openstaande raam. Als ze wil ontsnappen moet ze het nu doen.
Helaas sliep de jongen niet diep genoeg. Zijn sterke hand grijpt razendsnel haar pols vast. Hoe in hemelsnaam was dit mogelijk?? Haar been was amper opgetild! Met enige aarzeling plaatst Alana haar been en hoofd opnieuw neer. Geduldig wacht ze tot de jongeman zichzelf omdraait. Zijn greep verlaat langzaam haar pols.
"Goedemorgen" groet hij. Alana reageert niet. Maakt hij geen grapje?
Haar hartslag versnelt langzaam wanneer zijn amandelvormige ogen de hare vinden.  Haar heldere ogen branden in zijn diepe zwoele blik. Zijn diepe intrigerende omberbruine ogen hebben een zeewiergroene tint. Een onverklaarbare warmte spreidt zich door haar lichaam. Haar ademhaling vertraagt. Zijn warme glimlach en zachte natuurlijke gelaatstrekken maken haar sprakeloos.
"Ben ik blij om je terug in leven te zien" zegt hij knipogend. Zijn diepe stem echoot in haar hoofd.
"Waar heb je het over" stamelt ze bezorgd. Zuchtend staat de jongeman recht. Zijn enorme spieren laten zijn lederen vest kraken.
"We waren allemaal bang dat je ons had verlaten. Vijf maanden lang was je haast levenloos."
"Vijf maanden" uit ze bezorgt. De jongen schenkt haar een geruststellende glimlach.
"Haat was behoorlijk ongerust. Ik vermoedde dat hij jouw graf al had gegraven" grinnikt hij en stapt naar de houten dressoir. Twee rijkelijk gedecoreerde glazen en een kristallen karaf sieren in het midden van de dressoir. Zwijgend schenkt hij beide glazen in.
"Hoe kan Haat ongerust zijn, hij geeft toch niets om mij" mompelt Alana diep in gedachten verzonken.
"Het spijt me maar daar durf ik geen antwoord op te geven" blaast Desam. "Voor wat telt, ik ben erg opgelucht dat zijn plan werkten."
"Plan" stamelt Alana perplex. Weifelend neemt Alana het glas aan. Hij knikt naar haar ketting. Bedenkelijk fronst ze. Haar gedachten keren terug naar Jaspar zijn boek.
Alexi en zijn twee zonen.
Ongetwijfeld dat deze jongen één van Alexi zijn zonen is. Wie zou hij anders kunnen zijn? Bedrukkelijk observeert ze de jongen zijn diamanten gezicht.
Ze observeert alles nauwkeurig.
Zijn warme honingkleurige huid, romeinse neus en volle koraalkleurige lippen. Zijn rechte oliezwarte wenkbrauwen en ruwe stoppelbaard. Hoe langer ze naar hem kijkt, hoe lichter haar hoofd aanvoelt. Ze likt zacht aan haar lippen. Onbewust plaatst ze haar tanden op haar onderlip. Desam glimlacht geamuseerd. Hij leunt zijn billen tegen de dressoir.
Hopeloos probeert ze hun namen te herinneren.
Darko? Dante? Dustin? Verdomme wat was het nu weer. Eindelijk herinnert ze zich één naam; Darwin.
"Ben jij Darwin?" vraagt Alana voorzichtig. Een zure blik verschijnt op de jongen zijn gezicht.
"Ik ben nog nooit zo beledigd geweest" bromt hij lachend. Nerveus laat Alana haar hoofd zakken. Ze knabbelt op haar lip.
"Het spijt me" fluistert ze.
"Mijn naam is Desam. Darwin is mijn oudere broer."
"Mijn naam is Desam", weergalmt in zijn hoofd.
Voorzichtig neemt ze een slok, biddend dat dit niet de drank is die Mauger haar gaf.
"Hm" gromt ze. Ze knijpt haar ogen dicht en probeert de drank zo snel mogelijk door te slikken.
Ongehoord vloekt ze. Dit is wat Mauger haar gaf! Diep hoestend probeert ze haar brandende keel te kalmeren. Desam lacht geamuseerd. Ze voelt de whiskey branden tot in haar maag. Grinnikend schenkt hij een glas water in. Alana opent haar ogen langzaam. De vurige nasmaak verdooft haar tong.
"Ik zie dat ik je enkele dingen moet leren."
"Liever niet" protesteert ze. Opgelucht laat ze het koele water door haar keel glijden. "Nooit meer. Ik wil drink werkelijk nooit meer" verklaart ze. Desam lacht. Zijn lach weergalmt in haar oren. Het is bijna te perfect.
"Ja, dat zei ik de eerste keer ook." Hij geeft een sluwe knipoog.
"Maar ik meen het" kucht ze. Geamuseerd grinnikt Desam. Hoofdschuddend staat ze recht. Eventjes wankelt ze op haar benen. Desam duikt haastig naar haar toe, maar ze herstelt haar evenwicht voordat hij haar kan vastgrijpen.
Diep verzonken in gedachten wandelt ze naar de raam. Desam zijn diepe blik volgt haar nauwlettend. In haar heldere ogen reflecteert de ondergaande zon.
"Is het niet prachtig?" vraagt Desam retorisch. Alana knikt.
"De wereld is prachtig", fluistert ze, leunend tegen de vensterbank.
"De inwoners vernietigen die schoonheid helaas."
"Niet allemaal" fluistert Desam in haar oor. Verbaasd heft Alana haar hoofd op. Desam was muisstil achter haar komen te staan. Haar hart gaat tekeer als een wild paard. Waarom weet ze niet.
"Desam..." Alana denkt voorzichtig na over haar volgende woorden.
"Waarom..." Desam kijkt haar serieus aan. Een paar seconden lang houden hun blikken elkaar vast. "Waarom help je hem?" Desam's glimlach vervaagt als sneeuw in het zonlicht. Woede vult zijn ogen. Bevend klemt Alana haar lippen op elkaar. Het is duidelijk dat haar vraag hem heeft geraakt.
"Pardon" zegt hij en draait zich naar haar toe. Doodsbang stapt ze achteruit tot haar rug tegen de muur botst. Langzaam nadert hij. Haar hartslag versnelt geleidelijk.
"Laat me één ding heelvduidelijk maken" gromt hij tussen zijn tanden. "Er is geen enkel geval waarin ik Haat vrijwillig zal helpen. Begrijp je dat" gromt hij fel. Zijn stem werd luider met elk woord. Gehaast knikt Alana. "Het spijt me. Ik. Ik dacht... Trillend blaast Desam langzaam uit. Diep zuchtend kijkt hij haar aan. ZIjn lichaam ontsnapt wanneer hij haar angst opmerkt.
"Het spijt me" fluistert hij en neemt een stap achteruit. "Zo bedoelden ik het helemaal niet" gromt hij. Zuchtend plaatst hij zijn handen achterin zijn nek. Alana gaat terug op het bed zitten. Hij zucht opnieuw. "Ik... Het spijt me" stottert hij. Langzaam leunt hij tegen de dressoir.
"Maar... waarom ga je dan niet weg" vraagt Alana nieuwsgierig.
"Neem me niet kwalijk" vraagt Desam perplex. Alana gebaard naar de raam.
"Jouw raam is open en het is niet zo hoog. Niet zo lang geleden wou ik door de raam sluipen maar jij hield me tegen weet je nog." Desam bijt op de binnenkant van zijn kaak.
"Dat spijt me" mompelt hij. Hij tuurt diep in gedachten uit de raam. Haat zijn favoriete demon, Wraak, loopt zenuwachtig over de muur.
"De muur weerhoud je van vluchten. Geloof me, je zal er nooit over geraken. Toch niet zonder opgemerkt te worden. Er staat altijd een demon op de muur. Zowel in de nacht als overdag." Diep zucht Alana. Wat had ze dan verwacht? "Kijk, ik kan niet weggaan hier, maar als ik je kan helpen dan zal ik dat doen." Verbaasd heft Alana haar hoofd op. "Ik beloof het."
"Waarom zou je hier blijven dan?" Heel even kijkt hij gefrustreerd. Haar vraag lijkt hem overstuur te maken. Fronsend krabt hij in zijn haren.
"Hoe graag ik ook wil, ik kan het niet" mompelt hij uiteindelijk. Hij vouwt zijn kraag omlaag. Zijn nek is versierd met diepe tandafdrukken. Haat zijn bijtwonde...
"Niemand kan hier vertrekken." Alana haar maag klemt samen.
"Dus de overvallers?"
"Ze hebben 48 uur om te doen wat hij zegt. Daarna zullen ze ziek worden. Niet lang daarna sterven ze. Denk niet dat hij stom is Alana. Hij oogt misschien dwaas, maar dat is hij niet." Opgejut zucht Alana.
"Dankjewel" stamelt ze.
"Waarom" vraagt hij hoofdschuddend. Hij kruist zijn armen.
"Omdat jij tenminste eerlijk bent. Tot op heden is nog niemand eerlijk geweest". Desam maakt een diepe buiging.
"Tot u dienst vrouwe Alana" spot hij. Geamuseerd lacht ze. Desam grijnst tevreden. "Ik moet hem toch bedanken. Ik waardeer werkelijk dat hij jou bij mij heeft geplaatst. Ik kan een hele dag naar jouw lach luisteren."
"Begrijp me niet verkeerd, ik ben dankbaar maar... waarom is dat precies?"
"Dat je hier bent?" Alana knikt.
"Wel, ik weet het niet zeker uiteraard. Ik heb zo mijn vermoedens."
"Wat zijn die" vraagt Alana uitdrukkelijk.
"De eerste vijf dagen heeft Haat voor jou gezorgd. Hij had je bij hem op de kamer gelegd. Je mag jezelf gelukkig prijzen."
"Waarom" stamelt Alana. "Dat lijkt me eerder een straf." Alsof het een beloning was om bij Haat op de kamer te liggen. Neen, dat was de zwaarste straf die haar opgelegd kon worden.
"Niemand komt zijn kamer binnen. Geen dienstmeiden, geen hoeren. De lakens en vuile was legt hij gewoon aan de deur. Verder mag niemand komen. Zelfs de demonen niet. Eldyra probeert al jaren binnen te sluipen."
"Maar wat is er dan zo geheim?"
"Vertel jij mij dit? Er is niemand ooit levend uit zijn kamer ontsnapt? Behalve degene die hij toch niet in leven wil houden dan. Wat de reden ook was, hij hield je daar maar al snel dwaalden zijn gedachten af. Om eerlijk te zijn had hij niet gedacht dat je het vijf dagen zou overleven. Hij had verwacht dat je de eerste of tweede dag in je slaap zou overlijden. Maar je bleef volhouden. Je was sterk en toonden karakter. Dus besloot Haat om je bij mij te leggen. In dit vreselijke paleis kan je dan ook maar één persoon vertrouwen en dat ben ik."
"Vertrouwen" vraagt Alana voorzichtig. Desam knikt.
"Je weet wel" hint hij en tikt op zijn heup. "Geen vrouw moet voor mij bang zijn. Nooit zal ik iemand aanraken die er niet mee instemt. Maar waarschijnlijk ben ik de enige in dit verdomde kasteel die zo is." Alana slaakt een zucht van verlichting. Ze dacht correct over hem. Zwijgend wendt ze haar blik op de verre horizon. De stilte keert langzaam terug. De seconden veranderen in minuten.
"Ik geef je een cent voor je gedachten" vraagt Desam spottend. Alana tilt haar hoofd weer op.
"Ik deed het weer zeker" stamelt ze. Desam zijn grijns beantwoord haar vraag.
"Ik was aan Haat aan het denken. Betekent dit dan dat hij zich zorgen maakten? Ik snap zijn spel niet" stamelt ze.
"Ik kan daar geen antwoord op geven Alana" stamelt Desam. "Bij Haat is het nooit zeker wat hij van plan is. Ik denk zelfs niet dat Wraak dit weet." Alana knikt. Haar hart bonst in haar keel. Nog voor ze haar vraag kan stellen.
"Weet jij of Katinka nog leeft?" Fronsend staart Desam naar de zijn deur.
"Ik weet wie je bedoelt. Ik weet echter niet of ik daar het juiste antwoord kan geven. Sedert Juni heb ik haar niet meer gezien." Hopeloos probeert Alana haar emoties te onderdrukken.
"Wel, was zij in Haat zijn kamer" vraagt ze voorzichtig. Desam glimlacht aarzelend. Onmiddellijk beseft Alana dat ze hierop geen antwoord zal krijgen. En ze begrijpt ook wat dit betekent. Verzonken in gedachten tuurt ze naar zijn boeken. Nieuwe en eeuwenoude ruggen sieren de kast.
"Ik vermoed dat die van jou zijn" vraagt ze retorisch. Desam knikt.
"Hij kan niet alles afnemen van mij" sneert hij.
"Niets is zo bevrijdend als reizen met een goed boek" zegt hij. Alana knikt. "Boeken zijn ware vrijheid wanneer je deze niet kan hebben." Zijn stem is doorspekt met melancholie. Alana haar hart gaat uit naar de prins.
"Gelukkig kun je met fantasie ver reizen" grapt Alana. Een hopeloze poging om de stemming te verlichten. Desam heft zijn hoofd geschrokken op.
"Dat is mijn citaat" zegt hij verbaasd. Amper een halfuur geleden was de jonge meid ontwaakt. En nu... Nu maakten ze hem al helemaal gek. Zijn hart klopt in zijn keel. Het was bijna alsof ze zijn gedachten kon lezen. Waarom voelt hij zich zo licht in zijn hoofd? Zo warm? Hij heeft zich nog nooit eerder zo gevoeld. Langzaam schuift hij het glas over zijn lippen.
"Godin lief, ik ben blij dat je terug bent" uit hij vrolijk. Alana glimlacht wrang.
"Ik wou dat ik hetzelfde kon zeggen" mompelt ze zachtjes. Alles is tevergeefs geweest. Alle angst, alle pijn, alle bezorgdheden. De wonden. Mauger. Mauger zijn verraad. Nee houdt ze zichzelf voor. Ze mag niet terugdenken aan die vreselijke kapitein. Maar had ze geweten dat alles voor niets was geweest zou ze nooit naar hem gegaan zijn. Dan had ze niet zoveel moeite gedaan. Alles was verloren vanaf het moment dat Heinrich haar in zijn armen nam. Het moment dat ze in zijn diepe ogen staarden wist ze dat ze verloren was. Er was een moment van zwakte waarop ze had gehoopt Dat Drakken niet op tijd zou geweest zijn. Maar toch voelden ze zich zo opgelucht toen ze in Haat zij donkere ogen keek. Ze had hem zelfs gesmeekt haar te redden. Het laatste dat ze herinnert is zijn naam op haar lippen. Zijn sterke handen rond haar lichaam. Maar waarom had ze dat gedaan? En waarom smeekten ze hem? Wat is dit toch dat ze hebben? Waarom voelt ze zich zo bang maar ook zo veilig bij hem. Waarom brandt haar huid wanneer hij haar aanraakt. Waarom verlangt ze naar zijn sterke armen rond haar? Is ze helemaal gek geworden? Haar verontrustende gedachten storen haar al even hard als haar dromen.
"Jij bent de enige die ons kan redden. Als jij het niet overleeft, zal iedereen sterven." Mauger zijn stem weergalmt in haar hoofd. Waarom had Haat haar leven gespaard. Niet eens maar zelfs twee keer. Of meer? En niet alleen hij? Waarom had Drakken haar gered?
Zachtjes zucht Desam.
"Alana, martel jezelf niet zo. Niemand weet wat Haat doet, denkt of verlangt. Er is niets wat je had kunnen doen. Je hebt alles gegeven." Zijn woorden lijken haar verse moed te schenken. Alana knikt. "Geen zorgen, ik vertel hem niet dat je wakker bent. Hier kan je zo lang rusten als je wilt. Je bent veilig." Alana knikt dankbaar.
"Dankjewel Desam. Het voelt goed om een vriend te hebben in dit oord."
"Ik zal er altijd zijn om je te helpen" belooft Desam plechtig.
Behoedzaam richt Desam zijn blik op de draaiende deurknop.
"Alana, doe alsof je slaapt" beveelt hij en slaat zijn armen over elkaar. Ongemakkelijk kijkt Desam naar de jonge vrouw die zijn kamer betreedt. Grommend tussen zijn tanden houdt hij haar in het oog. Hij weet dat dit niet goed zal aflopen. De jonge heksenprinses gaf hem problemen. Niets meer.  

Continue Reading

You'll Also Like

1.7M 17.5K 3
*Wattys 2018 Winner / Hidden Gems* CREATE YOUR OWN MR. RIGHT Weeks before Valentine's, seventeen-year-old Kate Lapuz goes through her first ever br...
194M 4.6M 100
[COMPLETE][EDITING] Ace Hernandez, the Mafia King, known as the Devil. Sofia Diaz, known as an angel. The two are arranged to be married, forced by...
387K 19.9K 43
Het leven van de zeventienjarige Rose wordt overhoop gegooid als zij een Gekozene blijkt te zijn. Gedwongen om iedereen achter te laten waar ze van h...
2.2K 125 18
Dit is vervolg op Indy Swans Fairytale. Deel twee van de Indy Swan serie. Als Indy een armbandje krijgt van Mary Margaret, krijgt ze dromen en herinn...