"Kijk, dit wordt jullie nieuwe huis. Het is heel groot en heeft er veel grond omheen. En het is in Texas."
Twee kinderen zitten naast elkaar voor een bureau, terwijl een vrouw middelbare leeftijd een foto van een grote ranch naar hen doorschuift. De jongen, Jace, draagt een groene broek met een blauw shirt erin gestopt. Zijn broek wordt hooggehouden door een zwarte riem. Over zijn shirt draagt hij een oversized overhemd van zijn pas overleden vader.
Het meisje, Aemelia, heeft een zwarte t-shirt met het opschrift van een panter in een zwarte rok gestopt. Daaroverheen draagt ze een rode vest. Aan haar nek hangen twee kettingen: een van haar overleden oma, een zilveren hartje met een A, en de ander, een gouden ketting met een soort bliksemschicht met zwierige uiteinden in een hanger, van haar pas overleden moeder.
Ze pakt de foto en houdt die voor zich. Er is veel hout verwerkt in het huis en in andere omstandigheden zou ze het een prachtig huis hebben gevonden. Nu weet ze niet zo goed wat ze met haar gevoelens aan moet.
"Morgen worden jullie om 6 uur 'S ochtends opgehaald en naar het vliegveld gebracht," zegt de vrouw en ze knikt dat de kinderen mogen gaan.
De volgende ochtend brengt een auto de kinderen naar Schiphol, waar ze begeleidt worden naar hun gate. Daar moeten ze nog een uur wachten voor hun vlucht vertrekt.
"Hoe denk je dat het straks zal zijn?" vraagt de jongen aan zijn zus.
"Geen idee," zegt het meisje. "We zien het wel."
