"Hij bedoelt het goed. Wees maar niet bang, je zult zelf nog genoeg antwoorden mogen geven de komende dagen," zei Dunya met zachte stem. Ze leidde Tómy naar een cirkelvormige tafel, waaraan acht stoelen stonden geschoven. Drie daarvan waren reeds bezet en er werd druk gediscussieerd. Aan niets was te merken dat dit de eerste dag van het nieuwe schooljaar was.

Toen Tómy net op Elodie kwam was ze vijf jaar oud. Haar moeder was overleden, haar vader wilde haar niet en het enige wat ze over zichzelf wist was dat ze dus vijf jaar oud was. Na de ramp, waarin haar vader overleed, had Rodin geprobeerd de informatie over haar te vinden die in de database van het ruimteschip had moeten staan, maar de systemen waren dusdanig beschadigd door de aardbeving dat het onvindbaar was geweest.

Rondom de nieuwe wereld draaide geen maan, er waren dus geen maanden en het enige beetje informatie waarmee ze hadden moeten werken was het feit dat Tómy's laatste verjaardag buiten gevierd was in het zonnetje. Ze had nooit begrepen waarom haar adoptieouders het vervolgens een goed idee vonden om haar jaardag te plaatsen op de eerste dag van de grote vakantie.

Dunya vroeg de aandacht van de drie leerlingen, een jongen en twee meisjes, en stelde voor dat Tómy zich aansloot bij deze groep. De lerares werd weggeroepen voordat ze meer kon zeggen en kneep alleen nog even bemoedigend in haar schouder.

Het was geen probleem. Tómy wist dat ze vroeger of later in het diepe moest worden gegooid. Beter nu meteen en zonder toeziend oog van een volwassene.

Verbaasd constateerde ze dat een van de twee meisjes net zozeer mens was als zij. Zoveel mensen waren er nou ook weer niet op Elodie, hoe groot was die kans? Blijkbaar dacht het meisje er precies zo over, want enthousiast vouwde ze haar armen voor haar borst, knikte kort en riep: "Wat leuk, nu ben ik niet meer de enige bleekscheet."

Ondanks dat er geen geluid uit haar keel kwam, sloeg Tómy toch een hand voor haar mond. Dat woord had ze nog nooit gehoord, maar ze wist wat ermee bedoeld werd. Voorzichtig legde ze haar notepad op tafel, wat meteen een stroom aan commentaar teweeg bracht.

"Gaaf!" Dat was het blanke meisje.

"Hé, dat is technologie!" kwam van de Elodische en de jongen zei meteen: "Laat het aan een mens over om verboden spullen mee te smokkelen." Waardoor hij een pets op zijn arm kreeg van het eerste meisje.

"Trek je maar niets van Jendar aan," zei ze. "Hij heeft overal commentaar op."

"Tja," reageerde de jongen schouderophalend, "da's de taak van een rechter." Hij grijnsde echter en begroette Tómy nu ook met het gebaar dat gebruikelijk was voor deze wereld.

"Ik ben Liddy," zei het eerste meisje. "Dat is dus Jendar en zij heet Sanya. Jij bent Tómy? Toch niet ...?"

Het was niet moeilijk om in te vullen wat er in de stilte die volgde eigenlijk gezegd werd. Ze waren in Gard. Hoeveel Tómy's zouden er zijn?

"Tómy Hyalmar?" Jendars ogen werden groot. "Irmins dochter, degene die niet kan praten? Ben jij dat?"

Met een scheef gezicht activeerde ze haar notepad en tikte razendsnel: 'Hoeveel dochters denk je dat Irmin heeft?'

Zodra Liddy de woorden las barstte ze hard in lachen uit, wat haar een waarschuwing van Dunya opleverde. Tijdens de les mocht er gepraat worden, dat was zelfs nodig in veel gevallen, het was tenslotte de taak van een rechter om te praten. Hard was echter een volume dat niet getolereerd werd en snel fluisterde het meisje: "Sorry."

Ook Jendar verontschuldigde zich vlug. "Sorry, dat verklaart natuurlijk dat ... ding. Wat is het?"

Voordat Tómy het apparaat uitvoerig kon laten zien dook Dunya weer op naast hun tafel. "Probeer jullie nieuwsgierigheid te bedwingen tot na schooltijd. Tómy, werk jij op je ... ehm ... apparaat of wil je een schrift?"

De Nieuwe Wereld 5: Tagmars Oordeel (GEPUBLICEERD)Where stories live. Discover now