--- XIX ---

542 28 2
                                    

p.o.v Vanora

Zodra ik uit ben gestapt komen Maisie, Tibby en Lileas het kasteel uitgerend. Farlan en mijn vader komen vlak na hen uit het kasteel gerend. Ik draag nog steeds de tweeling. Maisie neemt ze van me over zodat ik iedereen snel kan begroeten. Lileas loopt meteen achter Maisie aan omdat ze de baby's heel graag wil zien!

'Alles goed' vraagt mijn vader als hij me knuffelt.

'Alles is goed' zeg ik, 'echt waar. Ik ben alleen moe.'

'Natuurlijk' zegt mijn vader.

We lopen naar binnen. Mijn vader en Macaulay verlaten mijn zijde vanaf nu nooit meer. Dat weet ik heel erg zeker. Macaulay brengt me naar boven. Ik moet gaan liggen op bed van hem. Dat doe ik ook heel gewillig want ik ben moe. Balgair komt binnen met het wiegje en mijn vader krijgt tranen in zijn ogen. 'Die is van thuis' fluistert hij zachtjes.

Ik kijk op naar hem. 'Tira en Torra merkte het op' zegt Macaulay, 'ik wilde dat het hier kwam. We hadden nog geen geschikt wiegje voor onze dochter.' 

Mijn vader glimlacht naar hem. 'Dank u... Mac.'

'Graag gedaan.'

Maisie komt binnenlopen. Lileas springt op het bed. Maisie en Macaulay leggen de tweeling weer in het wiegje. Ik heb gezien dat ze ze kleding aan heeft gedaan.

'Wat zijn hun namen' vraagt Lileas, 'mag je dat al vertellen Vanora?'

Ik kijk Macaulay aan. 'Familie mag het vanaf het begin weten. De rest van het land krijgt het tijdens de kerkdienst te horen.'

Ik knik en kijk Lileas aan. 'Goed dan, wie eerst?'

'Het jongetje.'

'Jongetje?'

'Ja, hij is de oudste toch?'

'Ja' zeg ik met een glimlach, 'de kroonprins.'

Ze glimlacht. 'De kroonprins heet Iagan Alasdair Beathan Farlan Lilithieus.'

'Oftewel Iagan' zegt Macaulay.

'Nu het meisje' zegt Lileas blij.

'Evanna Solace Nicol Maisie Donaldina Lilithieus.'

'Is ze vernoemd naar mama' vraagt Lileas.

'Ja' zeg ik glimlachend, 'dat vonden we een goed aandenken aan mama.'

'Dus Evanna' vraagt ze.

Ik glimlach, 'ja. Evanna dus.'

Ik kijk mijn vader aan. Weer heeft hij tranen in zijn ogen. Maar ook Maisie en Farlan hebben tranen in hun ogen. Ik ga een beetje rechtop zitten. 'Wil je slapen Vanora' vraagt Macaulay, 'dan stuur ik ze weg.'

'Nee' zeg ik, 'anders slaap ik vannacht niet meer.'

Hij knikt. De rest van de dag blijven ze bij me. Na een tijdje loopt Macaulay even weg. Hij gaat iets halen zegt hij. Later komt hij terug met Laire. Ze loopt met gebogen hoofd voor hem uit. Zodra ze binnen is blijft ze stilstaan. Macaulay loopt naar mij. 'Vanora'  zegt hij, 'Laire wil dat we haar straffen. De straf die ik haar heb gegeven is afkicken. Wat denk jij?'

'Zij heeft je getipt, toch?'

'Ja, ze kwam zelf naar me toe toen...'

'Toen ik zag dat u pijn leed uwe majesteit' zegt Laire opeens, 'toen ging ik naar de koning toe. Ik wilde niet dat u pijn leed.'

'Ik ben het eens met mijn man' zeg ik, 'afkicken is een goede straf. Geloof mij maar.'

Ze kijkt even op en valt op haar knieën. 'Nee koningin' zegt ze snikkend, 'ik verraadde u! Ik verdien een veel ergere straf!'

Ik sta op en loop naar haar toe. 'Nee Laire' zeg ik, 'je hebt genoeg doorstaan. Je redde mij van hem. Ik zag wat hij wilde doen bij je. Voor een verslaving en angst moet je geen straf krijgen.'

Ze kijkt me aan met rode ogen. Daarna omhelst ze me. 'Dank u wel' zegt ze zachtjes.

The Royal TwinKde žijí příběhy. Začni objevovat