De Zwarte Toren

2 0 0
                                    

Manor en Deia draaiden zich schichtig om. Achter hen was een man opgedoken in een zwart uniform. Hij boog.
"En u bent...?" vroeg de Vrouwe van Goudenregen aarzelend.
"Ik ben Yemin, één van de hogere bedienden van de Grootvorstin." Daarbij raakte de man even de vijf sterren aan die op zijn linkerborst genaaid waren. "Ik zal u naar uw kamers brengen."
Deia wierp een vragende blik naar Manor. Die knikte en samen volgden ze de lakei naar één van de gladgepolijste metalen deuren. Deia zag hem op een knop drukken en de deur schoof open. Een verraste kreet ontsnapte aan haar lippen en ze deinsde enkele stappen achteruit.
"Sommige oude machines werken nog steeds in de Toren," legde Yemin uit, "we noemen dit een lift. Kom, stapt u maar in. U hoeft niet bang te zijn."
Manor ging voorzichtig de kooi in en knikte naar Deia. Het leek veilig. Behoedzaam volgde de Vrouwe zijn voorbeeld. Achter haar sloten de deuren en even sloeg de angst haar om het hart. Zaten ze gevangen? Opnieuw gaf ze een gil. Ze bewogen!
"Dit is normaal, Vrouwe," probeerde Yemin haar te kalmeren, "de lift gaat omhoog. Hij brengt ons naar de zeventiende verdieping. Houdt u zich vast aan de muur als u dat geruststelt. Er is geen gevaar."
Deia voelde hoe Manor dichterbij kwam staan en een kneepje gaf in haar hand. Ze ademde diep in. Dit was normaal, hield ze zich voor. Liften en oude machines hoorden bij Stad en bovendien was Manor bij haar. Er zou haar niets overkomen. Deia haalde diep adem. Het ging wel weer. De bediende glimlachte kort.
"We zullen nog een stuk de trap moeten nemen. De liften doen helaas niet meer alle verdiepingen aan zoals vroeger." De bediende bekeek haar schattend. "Het lijkt me verstandig om er geen gebruik van te maken zonder dat er een bediende bij u is. Bij voorkeur één van mijn rang. Die kan u vertrouwen. De anderen zijn, eh, minder ingewijd."

Zowel Manor als Deia haalden opgelucht adem toen de liftdeuren eindelijk weer opengingen. De trappenhal waar ze doorheen moesten was slechts schaars verlicht met toortsen, maar de treden waren nog in goede staat waardoor het klimmen makkelijk was. Yemin liep met hen mee naar boven en wijdde hen onderweg snel in in de regels van het huis.
"U haalt uw eten best rechtstreeks van de keuken of u laat het afhalen door iemand die u voor honderd procent kan vertrouwen. Als u een bediende nodig hebt, aanvaardt dan alleen de diensten van iemand met vijf sterren. U wordt verwacht in de Grote Zaal voor het Avondmaal der Gezetenen vanaf de zesde gong en u hebt tijd tot de zevende gong om te beslissen of u mee aanzit. Aan de witte tafel geldt de regel van Aimin: Waarheid en Leven in de Cirkel van het Licht. U bent er dus volkomen veilig. Daarbuiten wordt u niets gegarandeerd en U zorgt voor uw eigen bescherming. Er komt niemand tussenbeide in een geschil met uw concurrenten." Yemin draaide zich abrupt om. "De rest kent u ongetwijfeld. U spreekt alleen tot de Grootvorstin als zij u daartoe uitnodigt en u kleedt u volgens de code van de Toren."
De man opende de donkerhouten deur van de trappenhal en even verderop in de duistere gang ontsloot hij de toegang tot hun vertrekken met een van de kleine, zilveren sleutels die aan zijn riem hingen. Hij nodigde Manor en Deia uit om naar binnen te gaan.
"Dit zijn uw kamers. Nagekeken en goedgekeurd. Vanaf nu valt alles binnen deze muren onder uw verantwoordelijkheid. Ik raad u aan geen Gezetenen op uw kamers toe te laten, maar daar hoef ik u waarschijnlijk niet aan te herinneren. Ik wens u veel succes en een aangenaam verblijf."
Hierop boog Yemin nog een keer en verliet de kamer.
"Volgens mij overdrijven ze hier een beetje. Nietwaar, Manor? Wat denk jij?"
Manor gromde.
"Ik denk dat je de situatie onderschat. Vanaf nu eet je alleen wat ik je voorschotel en verlaat je deze kamers enkel als ik er bij ben."
Deia trok een wenkbrauw op.
"Ik ben geen Gezetene, Manor. Je denkt toch niet..."
"Je naam zal voor genoeg beroering zorgen, Elideianna. Ik stel voor dat je straks het avondmaal bijwoont zodat je de Grootvorstin met eigen ogen kan zien. Dan kunnen we morgen weer naar huis."
Schoorvoetend gaf Deia toe. Haar mentor zou het waarschijnlijk beter weten dan zij. Hij was immers eerder in Stad geweest. Ergens sloeg een gong viermaal.

De Gevangene van het LichtDonde viven las historias. Descúbrelo ahora