Hoofdstuk 12 - Dansen tot het Leven

Start from the beginning
                                    

Ze past perfect op de bank waar we uren geleden nog hebben gezeten. Haar bleke huid vormt een contrast met de duistere zetel, maar Yin en Yang zijn ook wit en zwart. Het symbool vormt  een geheel, dus dit moet ook wel lukken. 
Ik veeg haar bruine haren uit haar smalle gezichtje en ze smakt even met haar mond voor ze gaat verliggen. De sofa lijkt haar wel te behagen. Ik moet er om glimlachen, maar stop de actie snel.
Ik moet dit wezen haten, niet liefkozen. 
Veel te snel marcheer ik weg van het slapende meisje. 

Het volgende moment dat ik Kimberley zal zien, zal op het feest zijn. Ik vind het niet erg, maar het meisje blijft rondspoken in mijn gedachten. Kan een robot gevoelens hebben? Me begrijpen? Bestond er vroeger niet zoiets als een robot die hielp bij geneeskunde? 
Doordat de gedachten mijn volledige aandacht krijgen, zie ik niet dat ik tegen een meisje aanloop. Best mooi, maar niet mijn smaa... Het is Valentine. 
Ik knipper snel met mijn ogen. 'Val?', vraag ik onduidelijk, nog steeds niet honderd procent helder. 
Het meisje moet grijnzen. 'Ja, suffie! Wie anders? Een robot?!' Ze moet lachen, maar ik doe niet mee. Valentine stopt al snel. 'Zijn je... euhm...', ze kucht ongemakkelijk, 'Is de feestzaal af?' 
Ik knik verdwaasd, mijn gedachten terug bij de dans. Inwendig schud ik mijn hoofd. Zet die meid uit je hoofd, je hebt een pracht van een vrouw voor je staan! 
Ik sla mijn arm om de nek van Valentine en druk een kus op haar hoofd. 'Je hebt vannacht weer niet geslapen, hé?', vraagt ze stilletjes. 
'Nee', antwoord ik nog stiller. Mijn vriendin moet zuchten en draait zich naar me om. 'Wanneer?' 
Ik snap wat ze bedoelt, maar ik kan niet echt een eerlijk antwoord geven, dus ik haal mijn schouders op voor ik haar weer los laat. Wanneer heb ik voor het laatst geslapen?
Ik laat het trieste meisje alleen achter. Haar blik voelt aan als kogels die zich door mijn schouders boren. 

'Eet nou wat, Vince!', spoort Thoms me aan. Ik prop met een kwade blik de schep puree in mijn mond. 
Thoms kijkt me tevreden aan, maar grimast als ik mijn lepel terug neerleg. 'Ik heb geen honger', is mijn verklaring. 
'Natuurlijk wel!', spreekt mijn beste vriend me tegen, 'Jij hebt altijd honger!' 
'Vandaag niet', zeg ik droog. Als ik rechtsta is mijn uitvlucht dat ik nog aan de zaal moet werken, alles eens nakijken. Ergens is het waar. 

De dag is voorbij gekropen, maar eindelijk mag ik iedereen verwelkomen in de feestzaal. Ik wacht niet op laatkomers en zet direct de muziek op het maximum. Valentine, Hope en Thomas staan wild te dansen en ik voeg me lachend bij hen. 'Waar heb je deze muziek gevonden, liefje?', roept Val boven de muziek uit. 
Ik grijns. 'Is geheim, schatje!' Ze kijkt me smekend aan, maar ik geef niet toe. 'Ik moet een cadeau voor je hebben als de tijd van Kerstmis aanbreekt, meid.' 
Het lijkt haar niet te bevallen, maar dat laat ze al snel niet merken. Dansen, dat is waar het om draait. 
Mijn vrienden en ik zwieren gezamelijk over de dansvloer, lachend. Hier en daar struikelen en botsen we tegen onze mede-overlevers, maar ook zij moeten er om lachen. 
Even de pijn vergeten. 
De huidige leider van het verzet is een oude man die zijn gezicht nooit toont, maar hij weet de beste afleidingsmanieren te verzinnen. 
Ik trek aan Valentines armen, zodat ze dichter naar me toe komt en kus haar volop de mond. Het meisje geniet er van en antwoordt bijna onmiddellijk op mijn zoen. 
    Pas na ettele minuten laten we elkaar hijgend los. Ik grijns, zij kijkt verlegen, maar duidelijk tevreden. 'Was het wat?', vraag ik haar plagend. Ik moet vlak bij haar oor spreken, want anders hoort ze me niet. 
Ze lacht, slaat haar hoofd daarbij achterover en trekt me dan terug mee naar het midden van de zaal. Een slow begint. 'Dans met me, knapperd', fluistert ze tegen mijn borst. 
Dat aanbod neem ik maar graag aan. 
Moest ik die nacht niet gedanst hebben met een vreemd meisje, natuurlijk. 
Valentine merkt mijn aarzeling op, maar het deert haar blijkbaar niet. Het volgende moment staan we de slowen op de stenen vloer, samen met anderen. Sommige zijn aan de kant gaan staan om het spektakel te bekijken en daartussen onderschijd ik Thomas, die met Hope staat te kletsen, ouwe heer Phil, enkele andere teamleden en... Kimberley. 
Ze ziet er uit alsof ze net is opgestaan. Haar haar is warrig en haar helblauwe ogen suf. 
Diezelfde ogen volgen me aandachtig. 
Ik krijg het er benauwd van. 
Mijn blik negeert die van haar zo goed mogelijk, maar als de slow eindigt, gaat het niet meer. Ik moet haar onder ogen komen. 
Valentine werpt me een waarschuwende blik, ze weet niet van ons plezier deze nacht. Ik haal onschuldig mijn schouders op en been naar de robot/ het meisje. Terwijl ik in rechte lijn naar mijn doel loop, verlaten de ogen van beide meisjes me niet. Beangstigend.
'Hoi', zeg ik Kimberley, eens ik bij haar ben. Ze knikt een keer, nog steeds met samengeknepen ogen. Kimberley vertrouwt me voor geen meter. 'Alles goed?' 
Weer knikt ze. 'Met jou?', zijn haar eerste woorden. De vreemde robot moet roepen om boven de muziek uit te komen - zoals ieder ander - maar het lijkt alsof ze fluistert. Ik krijg er rillingen van. 
'Gaat wel.' Daar eindigt ons gesprek. Ik kuch ongemakkelijk, dat verschijnsel kom ik vaak tegen de laatste tijd. 
'Mooi.' Haar blik valt weer op de dansende mensen, die druk bezig zijn op een wild liedje. Ik zie dat sommige al dronken zijn. Typisch.
Het lijkt Kimberley ook opgevallen te zijn. 'Wie zijn dat?', vraagt ze terwijl ze knikt naar een dronken koppeltje dat ruzie aan het maken is in een hoek van de zaal. 
Ik zucht, maar dat kan ze niet horen. 'Wendy en Tom, een koppel, of dat waren ze daarnet toch nog. Beide verslaafd aan alcohol, wat hun ondergang blijkt te zijn. Morgen zitten ze met tranen in hun ogen te kussen, let op mijn woorden.' 
Ze geeft geen reactie en kijkt verder. 
   Na een ongemakkelijke minuut besluiten we toch te gaan praten. 'Over gisteren...', zegt ze op het zelfde moment als ik vraag: 'Goed geslapen?' 
We lachen beiden, de sfeer is opeens veel zachter. Jammer genoeg vergaat het  snel. 
'Jawel, dank je. Jij hebt me in de sofa gelegd, zeker?' Ze glimlacht licht, maar haar armen heeft ze gekruisd. 
'Ja.' Ik kijk even naar mijn versleten schoenen met gaten. 'Wat wou je zeggen?'
'Ik wou je bedanken.' Ik kijk op, maar haar koele ogen kijken naar de mensen die kronkelen op de lichtgevende vloer. Is ze jaloers? Dat brengt me op een idee. Misschien kan ik mijn gedrag van vannacht  goedmaken 
'Wil je dansen?', vraag ik beleefd. Als ze inderdaad jaloers is, dan moet ik daar iets aan doen. Eens kijken als ze het nog steeds kan. 
Haar hoofd draait zich razendsnel naar me om, haar helblauwe bollen vol hoop. 'Wil jij?' Ook deze kleine zin zit vol hoop. 
Ik glimlach en steek mijn hand uit. 'Na jou.' 
Ze grijnst en springt letterlijk een gat in de lucht. 'Kom, snel, dit liedje is fantastisch!' 
Ik volg haar, speels lachend en we gaan te keer op de dansvloer, nog voor we eigenlijk op de dansvloer staan. 

Ja, ze kan het nog. Het is duidelijk dat ze talent heeft. Ze moet dit vaker gedaan hebben, maar waar? 
'Wat is dit zalig...', verzucht ze. 
Ik grinnik en draai haar rond.
Dan komt een liedje waar we gewoon een speciale dans moeten opplakken. De twist. 
Ze giert het uit van plezier en ik geniet van haar lach. Deels door het fijne geluid moet ik zelf luid lachen. 
'Wat kunnen mensen fantastische feesten geven!', kan ze er uit krijgen, al lachend en stotterend. 
Ik ben in een roes, maar die vergaat voor het grote deel als ik de betekenis van haar zin hoor. 'Wat?' 
Zelf lijkt ze niet te snappen wat ze heeft gezegd. 'Ik wist niet dat mensen feestbeesten waren, ik heb nog nooit een meegemaakt, snap je.' 
Ze legt het klakkeloos uit, maar ik vertrouw het zaakje niet. Voor ik verder kan protesteren, grijpt ze mijn polsen beet. 'Dansen, gek!' 
Zo dansen we nog een heel eind door.

R26Where stories live. Discover now