1: het verhaal van Page

39 5 3
                                    

"Mam, heb je mijn bikini gezien? Mam?" Geen reactie. Page zou vandaag met Jason, haar vriendje, naar het strand gaan. Ze waren vandaag dan ook precies twee jaar bij elkaar, en dan mocht hij haar ook wel eens wat sexyer zien dan in een badpak. Daarom was ze zodra ze wist dat ze met z'n tweeën naar het strand zouden gaan ook meteen naar de stad gevlucht. Daar had ze uren gezocht totdat ze juist die perfecte bikini zou vinden. En ze vond hem ook! Een leuk topje wat vast zat aan haar nek met flitsende kleuren in mooie patronen, en natuurlijk een bijpassend shortje. Ze vond zelfs nog een zomerjurkje, waarbij de rok net boven haar knieën eindigde. Het was het perfecte plaatje, als ze haar bikini nu tenminste kon vinden. Dat haatte ze soms zo aan haar moeder. Ze legde altijd alles ergens anders neer!

Page keek op de klok. In minder dan een uur zou Jason haar komen ophalen! Stress schoot door haar lichaam. "Maham, ik heb die bikini echt nodig! Waar heb je hem gelaten?" Nog steeds geen reactie. Page zuchtte en ze begon met het beklimmen van de enorme wenteltrap die naar de slaapkamer van haar ouders leidde. Zachtjes klopte Page op de slaapkamerdeur. "Mam, ben je hier?" Geen reactie, alweer. Een angstig gevoel strekte er zich door haar buik, maar ze negeerde het. Wat kon er nu gebeurt zijn?Na nog drie keer kloppen duwde Page langzaam de deur open.

De kamer was donker. Alle gordijnen waren dichtgetrokken en het licht was uit. Page knipperde een paar keer met haar ogen om goed te kunnen wennen aan het donker. "Mam? Waar ben je?" zei ze zachtjes. Een donker gestalte doemde zich voor haar op, waarin ze de trekken van haar vader herkende. "Pap, heb jij mam gezien? Weet jij waar ze is?" vroeg Page. "Ik heb je moeder gezien Page." Zei haar vader langzaam, terwijl hij nog steeds met zijn rug naar haar toe stond. "Super! Waar is ze?" vroeg Page iets ongeduldig. Het was nog maar een half uur voordat Jason hier voor de deur zou staan met zijn rode cabrio, dus ze moest wel opschieten. Na een korte stilte begon haar vader weer te praten. "Ze is hier niet meer, Page." Zei haar vader weer op een langzame toon "Ze zal hier nooit meer zijn." Opeens kreeg Page een beangstigend gevoel. "Pap, hoe bedoel je?" Haar vader ging onverstoord verder. "Ik heb haar geholpen Page. Ik heb haar geholpen te verdwijnen uit deze wereld. Ze kan nu in vrede zijn. De wereld is verdorven, Page. Het heeft geen nut om hier meer verder te zijn." Haar vader kwam in beweging. Hij draaide zich langzaam om. "kom Page, kom bij mij. Laat me je helpen om deze wereld achter je te laten." Hij stapte langzaam en dreigend op haar af. Page zag dat hij iets in zijn hand had, maar ze kon nog niet plaatsen wat. "Kom nu Page. Kom. Kom bij mij. Kom bij je vader. Laat mij je helpen." Zijn pas versnelde en hij sprak zijn laatste woorden dreigend en hard uit. Page stapte achteruit. Ze stapte het gat van de deur in. Haar vader kwam in de lichtstraal terecht. Opeens zag ze wat haar vader in haar hand had. Het was een mes. Een vleesmes. Groot, stralend en scherp. Langzaam druipt er een druppel vloeistof vanaf. De geur van bloed kwam haar tegemoet.

Opeens ziet Page een kleine bult op de grond liggen. Ze drukt op de lichtknop waar ze toevallig naast sta. Twee levenloze ogen staren haar aan. Maar in de ogen ziet ze een emotie. Een sterke, levendige emotie. Angst. Pure angst in die twee hemelsblauwe ogen. Die twee ogen, twee ogen die zei zo goed kende. Twee ogen die haar troostte wanneer zei verdriet had. Twee ogen die er altijd voor haar waren. Die twee hemelsblauwe ogen die ooit tot haar moeder behoorde...

Page hapt naar adem. Nog steeds komt haar vader op haar afgelopen. Het mes zit in zijn hand geklemd. Langzaam heft hij het mes op terwijl hij steeds dichterbij komt. "Laat me je helpen Page. Laat me bevrijden van de vloek die deze wereld aan jou geeft." Fluisterde haar vader. Haar vader klonk zorgzaam, maar Page kan hem niet meer geloven. Ze ziet haar vader niet meer. Ze ziet alleen nog meer een gestoorde gek, een monster, een moordenaar. Ze zal nooit meer haar vader zien. Nooit meer zoals ze hem vroeger zag. Page schudt haar hoofd. "Je hoeft me niet te helpen! Ik ben gelukkig!" Schreeuwde ze. Maar ze weet dat ze geen gelijk heeft. Ze kan nu nooit meer gelukkig zijn. "Dat is wat de vloek je laat geloven, mijn liefste Page. Kom, kom nu hier. Laat me je verlossen." Zegt haar vader bijna op fluistertoon. Page schudt haar hoofd terwijl ze nog steeds achteruit blijft stappen. Opeens draait ze zich om, omdat ze weet dat ze bijna bij de trap is. Ze rent de lange wenteltrap af, terwijl ze ook de voetstappen van haar vader hoort versnellen. Opeens hoort ze getoeter uit de voortuin. Jason. Ze rent door het enorme huis. Ze gooit de voordeur open. Daar staat hij. Op de oprit.

Als Jason Page ziet, verdwijnt meteen zijn glimlach. Een bezorgde uitdrukking glijdt over zijn gezicht. "Liefje, wat is er?" vraagt hij. Page springt de auto in. "Rijden. Nu!" zegt ze tegen Jason. "Maar Page, wat is er dan?" vraagt hij nogmaals. Opeens komt haar vader in beeld. Hij gooit de deur open en hij kijkt met een moordlustige blik haar aan, met het vleesmes nog steeds in haar hand. "RIJDEN!!!" schreeuwt Page. Jason vraagt nu niks meer maar hij trapt vol het gaspedaal in en hij scheurt de bocht om.Enige tijd later barst Page in tranen uit. Jason stopt, want hij weet dat hij nu ver genoeg is. Hij slaat zijn armen om Page heen. "Sst, stil maar. Het komt goed, ik ben bij je." Opeens word Page vervult met woede. Want ze weet dat het niet meer goed komt. Ze kijkt naar Jason, ze zoekt zijn lach. Maar hij doet haar niks meer. Het is niet meer Jason. Het is geen liefde meer. Misschien had haar vader gelijk. Misschien is het leven een vloek. Want liefhebben bestaat voor haar niet meer.

Ik Schrijf, Jij LeestWhere stories live. Discover now