"Laat Jeweetwel je maar niet horen," zeg ik waarschuwend. 

"Ja, alsof jij ooit tegen Hem zal zeggen wat ik net tegen je zei." 

Ja, één nul, ik bijt op mijn lip, en schud mijn hoofd. 

"Dat dacht ik al." 

"Waarom zou je spijt hebben voor me, Malfidus?" vraag ik, "jij bent toch zo'n groot aanhanger van Jeweetwel?"

Hij haalt zijn schouders op, "mijn ouders zijn-" hij twijfelt of hij zijn zin wel af moet maken.

 Ik trek een wenkbrauw op, "weet je zeker dat ze nog steeds zulke trouwe aanhangers zijn?" vraag ik hem op de man af. 

Hij haalt zijn schouders op, "hoe dan ook, dat zal me niet afhouden van mijn opdracht."

Ik doe alsof ik verrast ben, "je opdracht?"

Malfidus moet beseffen dat hij eigenlijk al teveel gezegd heeft, want er verschijnt een frons, "laat maar." hij draait zich om, "ik moet nog even naar de bibliotheek." 

Lag het aan mij? Of leek hij even van plan om me te vertellen dat hij de opdracht had gekregen Perkamentus te vermoorden? 

Shit, zelf moest ik ook opschieten, ik had privéles van Sneep in Occlumentie! Ik rende de trappen af naar zijn kantoor, en klopte nog net op tijd bij hem aan.

"Ah, je bent er," zei hij op het moment dat hij de deur opendeed.

"Hier," ik trok mijn huiswerk uit mijn tas, en duwde dat in zijn handen, "mijn huiswerk voor morgen." 

Een tikje verrast keek hij me aan, "heb je dat nu al af?" 

Ik knikte, "oh, en ik heb nog iets." 

Ik zwiepte met mijn toverstaf en richtte die op één van de potten in zijn kantoor. Die kwam van de plank af zweven, in Sneeps handen. 

"Ta-daa," glimlachte ik, trots op mezelf dat het me nog een keer was gelukt. Even was het stil tussen ons. 

Maar toen zette Sneep de pot op zijn bureau, "goed gedaan." 

Ho, wacht even, kwam er nou een compliment uit zijn mond? 

"Sorry, I didn't catch that," grijnsde ik. 

"Ik zei dat je het goed gedaan hebt," herhaalde hij koeltjes. 

Ik sloeg mijn armen over elkaar, "krijg nou wat, ik heb een compliment gekregen van de meest koele kikker in de hele school," zei ik lachend, "daar verdien ik denk ik wel een extra punt mee." 

Sneep stroopte zijn mouwen op, "haal je maar geen rare dingen in je hoofd, Robin. Maak je klaar, alsjeblieft." 

We gingen tegenover elkaar staan, en ik sloot mijn ogen in concentratie. 

Mijn hele hoofd moest leeg. Leeg. Tot er niks meer was. 

"Legillimens!" 

De spreuk kwam zo onverwachts, dat ik niet het gevoel had dat ik me had kunnen voorbereiden. Maar tot onze beider verbazing, gebeurde er niks. Ik voelde niks mijn hoofd binnensluipen, of door mijn hersenen wroeten. 

"Nog een keer," zei Sneep, terwijl hij de spreuk ophief. 

Duidelijk, één keer succes hebben, betekende niet meteen dat ik het onder de knie had. 

"Legillimens!" riep Sneep opnieuw, dusdanig onverwachts dat ik me opnieuw niet had kunnen voorbereiden. 

En helaas voor mij klapte ik achterover en zag beelden voorbij flitsen. Beelden van bij de Malfidussen thuis, hoe ik me onder de tafel vastgegrepen had aan Sneeps hand, op de avond dat ik mijn ouders moest vermoorden. Het beeld vervaagde en vormde de compassie die hij had getoond in Zweinsveld, na het hele gebeuren. Hoe hij me even troostend in zijn armen had genomen. Ik begon verward te raken toen het beeld opnieuw versprong, naar onze korte dans. 

Lost in Harry PotterNơi câu chuyện tồn tại. Hãy khám phá bây giờ