Het Mes

862 41 4
                                    

Een van de gevangeniswachters hield me stevig vast bij mijn arm. Zijn krachtige vingers duwden hard in mijn vel. Hij sleurde me een cel in. 'Au! Mag het wat vriendelijker!' Ik wreef woedend over mijn arm, die nu op sommige plekken rood was. 'Vriendelijkheid heeft je hier niet naartoe gebracht, jongen.' zei de gevangeniswachter en sloot de deur achter zich dicht. Mompelend ging ik op het vieze grijze bed zitten. Er zaten oranje vlekken op. Wie weet wat het allemaal zou kunnen zijn: plas, kots of iets anders waarvan ik over me nek zou kunnen gaan. Ik keek de kamer rond. Het is echt een cel. Geen enkele kleur is te bekennen, op de oranje vlekken na. Alles was zwart, grijs of lelijk wit. Op de muur stonden streepjes geschreven. Telkens vier naast elkaar met de vijfde streep over de andere gekrijt. Zo waren er twee paar van die vijf streepjes. Zou het van de vorige gevangene zijn geweest? Zouden het tien dagen, tien maanden of tien jaar zijn geweest? Ik wendde mijn blik naar het bed. Ondanks het onhygiënische gebeuren op het dekbed, besloot ik er toch op te gaan liggen.

Ik staarde een oneindig lange tijd naar het wit-grijze plafond. Hoe laat zou het nu zijn? Het was iets van twaalf uur 's middags toen ik hiernaartoe ben gebracht. Dus nu zal het wel iets van drie uur zijn, met het gedoe voordat ik in de cel kwam meegerekend. Opeens hoorde ik een geluid. Een geluid dat ik al een keer hier eerder hoorde, maar er niet teveel over na dacht. Het klonk als een soort geschuif van een metaal. Ik keek naar rechts. Niks te zien. Oh, wacht! Ik keek naar de grond, na iets glinsterends opgevallen te hebben. Een mes. Er lag een vlijmscherp, dik mes op de grond, tegen de muur aan. Chill, nu kan ik hem gebruiken om waarschijnlijk vrij te komen. Als het lukt dan... Ik pakte het mes op en hield het stevig in mijn rechterhand vast. Plotseling zag ik de celdeur open gaan. Haastig legde ik het mes onder mijn kussen. Er werd een bord met eten naar binnen geschoven en de deur werd weer dichtgeklapt. Ik keek vol afgrijzen naar de vieze bruine smurrie dat op mijn bord leek te drijven. Ik denk dat ik de lunch voor vandaag maar oversla. Ik wilde het mes weer pakken om een ontsnappingsplan ermee te bedenken, maar het mes was nergens te bekennen. Hoe kan dit nou?! Na een tijd flink gezocht te hebben, plofte ik gefrustreerd op het bed neer. Ik bleef weer een lange tijd naar het plafond staren, tot ik in slaap viel.

Ik werd plots wakker van een luid kabaal. Het leek alsof ik in een gereedschapsfabriek was beland. Geschrokken keek ik om me heen. Ik was nog steeds in de vieze, lelijke cel... Ik keek vluchtig om me heen, op zoek naar de oorzaak van het geluid. Het enige opvallend was het mes op de grond. Shit! Het mes! Het was waarschijnlijk van mijn bed gevallen, want het lag precies naast mijn bed. Ik wreef in mijn ogen. Hoe lang zou ik hebben geslapen? Zeker meer dan vier uur, denk, want het was al wat donkerder in mijn cel. Ik keek een beetje rond in mijn cel. Ik zie een tafel, een bed, een stoel, een kast, de drie streepjes op de muur, een wc en een deur. Saaier kon niet. Ga ik nog wat doen vandaag? De dag zal zo wel om zijn. Ik hoorde opeens een ander geluid: het geknor van mijn maag. Ik keek naar mijn 'lunch'. De bruine smurrie bleek inmiddels te zijn gesmolten. Ik besloot om het toch nog op te eten. Na deze 'verrukkelijke' maaltijd, ging ik even naar het toilet. Vervolgens waste ik mijn handen en keek naar mezelf in de spiegel. Ik zag eruit zoals je een crimineel zou kunnen beschrijven, verder heb ik er niet veel over te melden. Plotseling zag ik vanuit mijn ooghoek iets in de spiegel. Een rode tekst met: born as a criminal, dying as a criminal. Gezellig, zeg... Uit verveling begon ik weer te gaan liggen op het bed. Opeens hoorde ik hetzelfde geluid weer. Geërgerd keek ik om me heen. het geluid werd met de keer steeds harder. 'Shut up!' riep ik, ook al wist ik dat het niet zou helpen. Ik pakte het mes dat naast me op bed lag en keek ernaar. Het voelde zwaar aan. Het begin was vrij dik en liep op het eind over in een vlijmscherpe punt. Ik bleef er heel lang naar staren. Opeens voelde ik een trilling in het mes en liet het uit mijn handen vallen van schrik. Geschrokken ging ik overeind zitten en gooide het mes van me af. What the hell?! Het mes lag nu tegen de muur aan. Het leek nu niet meer te bewegen. Ik stond op en rende naar de deur. Natuurlijk... Op slot! Ik keek om me heen op zoek naar een andere uitgang. Het raampje naast de tafel was veel te klein. Ik keek naar de muur ernaast. Huh? Één streepje?! Ik begreep hier niets meer van. Angstig ijsbeerde ik door de kamer. Dit begon eng te worden. Toen ik een beetje rustig was geworden, ging ik weer op mijn bed liggen. Maar toen hoorde ik het geluid weer! Het mes schoof over de grond, richting het bed. Bang kroop ik dichter tegen de muur naast mijn bed. Toen het mes mijn bed had bereikt, zweefde het omhoog en schoot als een raket naar me toe. Het belandde precies op mijn borstkas. Ik gilde het uit van de pijn. Het laatste wat ik zag was dat het laatste streepje van de muur verdween. Het was geen tien dagen, tien maanden of tien jaar, maar tien uur... Zouden die oranje vlekken op mijn bed dan bloed zijn geweest?

Spooky Spookverhalen #Netties2016Where stories live. Discover now